YAMAHA AEROX50 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: AEROX50, Model: YAMAHA AEROX50 2003Pages: 84, PDF Size: 1.12 MB
Page 21 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar
“/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
DAUM0063
Startknop “”
Druk bij bekrachtigde voor- of achterrem
deze knop in om de motor via de startmotor
te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-2 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
1. Claxonschakelaar “”
2. Richtingaanwijzerschakelaar
“/”
3. Dimlichtschakelaar “/”
1
2 3
ZAUM0258
1. Startknop “”
1
ZAUM0261
Page 22 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU03882
Voorremhendel De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
DAU00163
Achterremhendel De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de achterrem te bekrachti-
gen.
DAU02935*
Vuldop brandstoftank Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag linksom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
1. Voorremhendel
1
ZAUM0084
1. Achterremhendel
1
ZAUM0085
1. Vuldop brandstoftank
1
ZAUM0262
Page 23 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel rechtsom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is. _
DWA00025
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
DW000130
WAARSCHUWING
_
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
DAU00185
LET OP:_ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. _
DAU04206*
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
1. Vulpijp
2. Brandstofniveau
1
2
ZAUM0020
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
7 L
Page 24 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU03098
Uitlaatkatalysator Deze scooter heeft een uitlaatkatalysator
die gemonteerd is in de uitlaatdemper.
DW000128
WAARSCHUWING
_ Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-
ren. _
DC000114
LET OP:_ De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de scooter nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneen
stationair draaien.
_
DAUS0015
Kickstarter Trap om de motor te starten het kickstartpe-
daal licht omlaag totdat de tandwielen aan-
grijpen en trap het pedaal dan soepel maar
krachtig omlaag. ZAUM0289
Page 25 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAUM0082
Oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering Om bij het oliereservoir voor 2-takt injectie-
smering te komen, opent u het opbergcom-
partiment. (Zie pagina 3-11 voor de
werkwijze bij het openen en sluiten van het
opbergcompartiment.)
1. Verwijder de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering door deze
los te trekken.2. Breng de dop van het reservoir voor
2-takt injectiesmering weer aan door
deze in de reservoiropening te druk-
ken.
OPMERKING:_ Controleer of de dop van het reservoir voor
2-takt injectiesmering correct is geplaatst
alvorens met de scooter te gaan rijden. _
DAU03750
2-takt injectiesmeerolie Controleer of voldoende olie aanwezig is in
het reservoir voor 2-takt injectiesmering.
Vul zo nodig de voorgeschreven 2-takt in-
jectiesmeerolie bij.OPMERKING:_ Controleer of de dop op het reservoir voor
2-takt injectiesmering correct is aange-
bracht. _
1. Opbergcompartiment B
2. Vuldop motoroliereservoir
1
2
ZAUM0263
ZAUM0204
Aanbevolen olie:
Yamalube 2
of gelijkwaardige 2-takt
injectiesmeerolie (JASO grade “FC”
of ISO grades “EG-C” of “EG-D”)
Oliehoeveelheid:
1,3 L
Page 26 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU03839
Chokehendel “” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting
b om de
choke uit te zetten.
DAU03091
Rijderzadel Openen van het rijderzadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.OPMERKING:_ Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait. _3. Klap het rijderzadel omhoog.Sluiten van het rijderzadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot als
de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten.
OPMERKING:_ Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
1. Chokehendel “”
a
b
1
ZAUM0293
1. Zadel
1
ZAUM0264
Page 27 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU03450*
Opbergcompartiment AOnder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-9 voor ope-
nen en sluiten van het zadel.)
DWA00005*
WAARSCHUWING
_
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3,0 kg voor de bagage-
drager niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 180 kg voor de machine
niet. (Totaal gewicht van scooterrij-
der, passagier, bagage en acces-
soires.)
_
DC000010
LET OP:_ Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
snel warmer als het is blootgesteld
aan direct zonlicht, bewaar hierin
dus geen goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in een
plastic zak, om zo vochtig worden
van het opbergcompartiment te
voorkomen.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt ge-
wassen, omwikkel te bewaren voor-
werpen dus in een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opberg-
compartiment.
_
Om een helm op te bergen in het opberg-
compartiment, moet de helm omgekeerd
geplaatst worden en met de voorkant naar
voren toe.OPMERKING:_
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden weg-
geborgen in het opbergcompartiment.
Laat uw scooter niet onbeheerd achter
met het zadel open.
_
1. Opbergcompartiment A
1
ZAUM0265
Page 28 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAUM0083*
Opbergcompartiment BHet opbergcompartiment bevindt zich vóór
het zadel.
Om het opbergcompartiment te openen
1. Steek de sleutel in het slot en draai
rechtsom.
2. Klap het deksel van het opbergcom-
partiment omhoog.
Om het opbergcompartiment te sluiten
1. Klap het deksel van het opbergcom-
partiment omlaag.
2. Draai de sleutel linksom en neem
deze dan uit.
DAU00295*
Afstellen van de
schokdemperunit
(Per model verschillend)Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
DC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Om de veervoorspanning te verhogen en
zo de vering stugger te maken, wordt de
stelring gedraaid richting
a. Om de veer-
voorspanning te verlagen voor een zachte-
re vering wordt de stelring gedraaid in de
richting
b.OPMERKING:_ Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper. _CI-10D
1. Slot opbergcompartiment
a. Open
a1ZAUM0266
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicatorZAUM0294
Stand afstellen
Minimum (zacht)b
Standaard midden
Maximum (hard)a
Page 29 of 84

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU00315
WAARSCHUWING
_ Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.
Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.
Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
_
Page 30 of 84
