alarm YAMAHA FJR1300AS 2009 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: FJR1300AS, Model: YAMAHA FJR1300AS 2009Pages: 104, PDF Size: 3.66 MB
Page 6 of 104
INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
YCC-S-systeem ..............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-4
Snelheidsmeter ...............................3-6
Toerenteller ....................................3-6
Multifunctioneel display ..................3-7
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie) ........................................3-13
Stuurschakelaars ..........................3-14
Schakelpedaal ..............................3-16
Handschakelhendel ......................3-16
Remhendel ...................................3-17
Rempedaal ...................................3-17
ABS ..............................................3-17
Tankdop ........................................3-18
Brandstof ......................................3-19
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ............................3-20
Uitlaatkatalysatoren ......................3-20
Zadels ...........................................3-21De hoogte van het
bestuurderszadel verstellen ...... 3-22
Opbergcompartiment ................... 3-24
Accessoirebox .............................. 3-25
Aanpassen van de
koplamphoogte ......................... 3-26
Stand van het stuur ...................... 3-26
Openen en sluiten van de
stroomlijnpanelen ...................... 3-26
Achteruitkijkspiegels ..................... 3-27
Voorvork afstellen ........................ 3-28
Schokdemperunit afstellen ........... 3-30
Stelknop handvatverwarming ....... 3-31
Zijstandaard ................................. 3-32
Startspersysteem ......................... 3-32
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ............................... 3-34
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN................................ 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek onderhoudsschema voor
het uitstootcontrolesysteem ........ 6-2
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-4
Panelen verwijderen en
aanbrengen ................................ 6-8
Controleren van de bougies ......... 6-11
Motorolie en oliefilterpatroon ....... 6-12
Cardanolie ................................... 6-15
Koelvloeistof ................................ 6-16
Luchtfilterelement ........................ 6-17
Stationair toerental controleren .... 6-18
Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-18
Klepspeling .................................. 6-18
Banden ........................................ 6-19
Gietwielen .................................... 6-21
YCC-S-koppeling ......................... 6-21
Remlichtschakelaar ..................... 6-22
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-22
De vloeistofniveaus van rem en
YCC-S-koppeling controleren ... 6-23
De vloeistof voor rem en
YCC-S-koppeling verversen ..... 6-24
Kabels controleren en smeren ..... 6-24
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-25U2D2D3D0.book Page 1 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 17 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links of
rechts.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en
draai deze dan naar “LOCK”. Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in het contactslot en draai
deze dan naar “OFF”. Houd de sleutel hier-
bij ingedrukt.
DAU39460
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en de achterlich-
ten, de kentekenverlichting en de parkeer-
lichten branden. De alarmverlichting en
richtingaanwijzers kunnen worden inge-
schakeld, maar alle andere elektrische sys-
temen zijn uit. De sleutel kan worden
uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar“” te kunnen draaien.
LET OP
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-den raken.
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Drukken.
2. Draaien.
U2D2D3D0.book Page 3 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 27 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na te
zien.LET OP
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-troleerd om motorschade te voorkomen.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersys-
teem een storing wordt gedetecteerd, gaat
het controlelampje startblokkering knippe-
ren en geeft het multifunctionele display een
foutcode weer wanneer de sleutel naar
“ON” is gedraaid.OPMERKINGAls het multifunctionele display foutcode 52
weergeeft, betreft dit mogelijk een storing in
het transpondersignaal. Als deze fout zichvoordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te controle-
ren.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
U2D2D3D0.book Page 13 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 28 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU12347
Stuurschakelaars LinksRechts
DAU12380
Lichtsignaalschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om met de koplam-
pen een lichtsignaal te geven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar“/”
Zet deze schakelaar op“” voor grootlicht
en op“” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar“/”
Druk deze schakelaar naar“” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar“” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12493
Verstelknop kuipruit“”
Om de kuipruit hoger te stellen, drukt u de
knop in richting (a). Om de kuipruit lager te
stellen, drukt u de knop in richting (b).OPMERKINGAls de contactsleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, keert de kuipruit automatisch terugnaar de laagste stand.
DAU12500
Claxonschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Lichtsignaalschakelaar“”
2. Verstelknop kuipruit“”
3. Dimlichtschakelaar“/”
4. Richtingaanwijzerschakelaar“/”
5. Claxonschakelaar“”
6. Schakelaar handmatig schakelen
1. Noodstopschakelaar“/”
2. Schakelaar alarmverlichting“”
3. Startknop“”
1. Verstelknop kuipruit“”
U2D2D3D0.book Page 14 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 29 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU12660
Noodstopschakelaar“/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op“”. Zet deze schakelaar op“” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAUM1132
Startknop“”
Druk bij bekrachtigde voor- of achterrem
deze knop in om de motor via de startmotor
te starten. Zie pagina 5-1 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU42340
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje
gaan branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of“” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU40381
Schakelaar handmatig schakelen
De schakelaar handmatig schakelen maakt
schakelen met de handschakelhendel mo-
gelijk. Als de schakelaar wordt ingesteld op
handmatig schakelen, gaat het controle-
lampje handmatig schakelen branden.
OPMERKING
Met het schakelpedaal kan gescha-
keld worden ongeacht of handmatig
schakelen wel of niet is ingesteld.
Als het contactslot op “OFF” wordt ge-
zet, wordt handmatig schakelen auto-
matisch uitgeschakeld. Druk deze
schakelaar kort in na het starten van
de motor om handmatig schakelenmogelijk te maken.
1. Handschakelhendel
2. Schakelaar handmatig schakelen
3. Controlelampje handmatig schakelen
U2D2D3D0.book Page 15 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 85 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
DAU23659
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekeringenkastjes en
de zekering van de ABS-motor bevinden
zich achter paneel A. (Zie pagina 6-8.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje
3. Zekering ABS-pompmotor
4. Reservezekering ABS-pompmotor
1. Zekeringenkastje
2. Zekering rechter radiatorkoelvin
3. Zekering linker radiatorkoelvin
4. Zekering alarmverlichtingssysteem
5. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
6. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
7. Zekering brandstofinjectiesysteem
8. Koplampzekering
9. Zekering signaleringssysteem
10.Zekering ABS-regeleenheid
11.Zekering ontstekingssysteem
12.Circuitzekering aansluitcontact voor acces-
soires
13.Zekering YCC-S-motorbesturing
14.Reservezekering
20
0
2
714
8 9
10 11
12 13
U2D2D3D0.book Page 30 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 86 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU40361
Koplampgloeilamp Als een koplampgloeilamp niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.LET OP
DCA16580
Plak geen kleurfolie of stickers op dekoplamplens. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A × 2
Backup-zekering:
10.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssys-
teem:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
10.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering YCC-S-motorbesturing:
30.0 A
U2D2D3D0.book Page 31 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 98 of 104
SPECIFICATIES
8-3
8
Koplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 60 W/55 W × 2
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 5.0 W/21.0 W × 2
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 21.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 21.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje:
LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A × 2
Circuitzekering alarmverlichtingssysteem:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
20.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
Zekering YCC-S-motorbesturing:
30.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U2D2D3D0.book Page 3 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 101 of 104
INDEX
AABS ...................................................... 3-17
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-5
Accessoirebox ...................................... 3-25
Accu...................................................... 6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-26
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-27
Achterwielophanging, smeren .............. 6-27
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ......... 3-13BBanden ................................................. 6-19
Bougies, controleren............................. 6-11
Brandstof .............................................. 3-19
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CCardanolie ............................................ 6-15
Claxonschakelaar ................................. 3-14
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-4
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-5DDimlichtschakelaar ............................... 3-14GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-25
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 3-34
Gereedschapsset ................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-33
HHandschakelhendel............................... 3-16
Hoogte bestuurderszadel, verstellen..... 3-22IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-24
Klepspeling............................................ 6-18
Koelvloeistof .......................................... 6-16
Koplampgloeilamp.................................6-31
Koplamphoogte, aanpassen ................. 3-26LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-14
Luchtfilterelement .................................. 6-17MMatkleur, let op........................................ 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ........................ 6-26
Modelinformatiesticker ............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-12
Multifunctioneel display ........................... 3-7NNoodstopschakelaar ............................. 3-15OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-2
Opbergcompartiment ............................ 3-24PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp ............................ 6-33
Parkeren..................................................5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen .............................6-34
RRem- en schakelpedalen, controleren
en smeren........................................... 6-25
Remhendel ........................................... 3-17
Remhendel, controleren en smeren ..... 6-25
Remlichtschakelaar .............................. 6-22
Rempedaal ........................................... 3-17
Richtingaanwijzergloeilamp of
gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-32
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-14SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-15
Schakelaar handmatig schakelen ......... 3-15
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-16
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-30
Sleutelnummer........................................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-4
Snelheidsmeter ....................................... 3-6
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Stand van het stuur, verstellen ............. 3-26
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-15
Startspersysteem .................................. 3-32
Stationair toerental, controleren............ 6-18
Stelknop handvatverwarming ............... 3-31
Storingzoekschema’s............................ 6-35
Stroomlijnpanelen, openen en
sluiten ................................................. 3-26
Stuurschakelaars .................................. 3-14
Stuursysteem, controleren .................... 6-28
U2D2D3D0.book Page 1 Friday, September 26, 2008 9:42 AM