YAMAHA FZ8 N 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: FZ8 N, Model: YAMAHA FZ8 N 2012Pages: 108, PDF Size: 2.96 MB
Page 31 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
DAU13075
TankdopOpenen van de tankd op
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van d e tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankd op goe d
wor den aan ged raai d. Door b randstof-
lekka ge ontstaat b randgevaar.
DAU13222
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
2 1
U2SHD1D0.book Page 14 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 32 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
3. Veeg uitgestroomde brandstof on-middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof d elen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzined amp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek d an andere kled ing aan.
DAU49742
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt. Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
Voor
geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
17.0 L (4.49 US gal, 3.74 Imp.gal)
Bran dstofreserve:
3.4 L (0.90 US gal, 0.75 Imp.gal)
U2SHD1D0.book Page 15 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 33 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
DAU55291
Tankbeluchtin gsslan g en over-
loopslan gAlvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer alle slangen op scheuren
of beschadiging en vervang indien no-
dig.
Controleer voor alle slangen of het uit-
einde ervan niet is verstopt en reinig
indien nodig.
Controleer of alle slangen door de
klem worden geleid.
Controleer of het verfmerkteken op de
tankoverloopslang onder de klem is
geplaatst.
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nab ij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhed en uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhitting .
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare scha de wor den toe ge-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
1. Overloopslang brandstoftank
2. Oorspronkelijke positie (verfmerkteken)
3. Klem
4. Tankbeluchtingsslang
12
43
U2SHD1D0.book Page 16 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 34 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
DAU49644
ZadelsDuoza del
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai linksom.
2. Houd de sleutel in deze stand vast, til de achterzijde van het duozadel om-
hoog en verwijder dan het duozadel.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde van het duozadel in de zadelbevesti-
gingen zoals getoond en druk dan de
achterzijde van het duozadel omlaag
om het zadel te vergrendelen. 2. Neem de sleutel uit.
Bestuur derszad el
Verwijderen van het bestuurderszadel
Licht het bestuurderszadel op aan de ach-
terzijde zoals afgebeeld, verwijder de bou-
ten en neem het zadel los. Aanbrengen van het bestuurderszadel
Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van
het bestuurderszadel in de zadelbevesti-
ging zoals afgebeeld, plaats het zadel in de
oorspronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1
2
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
12
1. Bout
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
1
2
U2SHD1D0.book Page 17 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 35 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-18
3
OPMERKINGControleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU14465
Opber gcompartimentHet opbergcompartiment bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-17.)
Als documenten of andere voorwerpen in
het opbergcompartiment worden opgebor-
gen, doe ze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de machine dat geen water het op-
bergcompartiment kan binnendringen.
WAARSCHUWING
DWA10962
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) van het op ber g-
compartiment niet.
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van FZ8-N 199 k g (439 l b)
FZ8-NA 194 k g (428 l b) voor d e ma-
chine niet.
DAU55261
Voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA14671
Geef altij d bei de vorkpoten dezelfd e
veervoorspannin g, an ders kan slecht
we gge dra g en vermin der de rijsta biliteit
het gevol g zijn.Beide voorvorkpoten zijn voorzien van een
stelbout voor veervoorspanning. De rech-
tervoorvorkpoot is voorzien van een stel-
schroef voor uitgaande demping en een
stelschroef voor ingaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te draaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspannin g
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
1. Opbergcompartiment
1
U2SHD1D0.book Page 18 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 36 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-19
3
De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning.Uit
gaan de dempin g
De uitgaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de
vering zachter te ma ken de stelschroef in
de richting (b). In
gaan de dempin g
De ingaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai om de ingaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
ingaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef in de
richting (b).1. Stelbout veervoorspanning
1. Afstand A
1
1
(a)
(b)
(a)
(b)
1
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
Afstand A = 14.0 mm (0.55 in)
Standaard: Afstand A = 11.0 mm (0.43 in)
Maximum (hard): Afstand A = 4.0 mm (0.16 in)1. Stelschroef voor uitveerdemping
1
(a)
(b)
Afstelling uitgaan de dempin g:
Minimum (zacht):
11 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 8 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig ge-
draaid in de richting (a) 1. Stelschroef voor inveerdemping
1
(b)
(a)
U2SHD1D0.book Page 19 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 37 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-20
3
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeen-
komen; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
DAU39346
Schokdemperunit afstellenDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor veervoorspanning en een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te draaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspannin g
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
r i n g i n de r i ch t i n g (a ). D r a ai o m d e v ee r v o o r -
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel met het verlengstuk in de
boordgereedschapsset.
Afstellin
g in gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
13 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 7 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig ge-
draaid in de richting (a)
1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Verlengstuk
4. Positie-indicator
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht): 1
Standaard:
5
Maximum (hard): 912 34 56 789
4
1 (a)
(b)
2
3
U2SHD1D0.book Page 20 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 38 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-21
3
Uitgaan de dempin g
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelschroef in
de richting (b).
OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee het afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid.
Het kan voorkomen dat dit afstelbereik
vanwege kleine productieverschillen niet
exact overeenkomt met de opgegeven
specificaties.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schok demperunit is gevul d met
stikstof gas on der ho ge druk. Lees de
on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan de schok demperunit.
Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er verder vanaf.
Stel de schokd emperunit niet bloot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan de gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
Voorkom vervormin g of b eschad i-
g in g van de cilin der. Scha de aan d e
ci li
n d er zal resulteren in slechte
d empin gsprestaties.
Werp een bescha digde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.
1. Stelschroef voor uitveerdempingAfstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 3 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig ge-
draaid in de richting (a)
1
(b)
(a)
U2SHD1D0.book Page 21 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 39 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-22
3
DAU38963
Bagag eriem bevesti gin gEr zijn zes bagageriembevestigingen, vier
onderaan het duozadel en één op elke pas-
sagiersvoetsteun. Verwijder het duozadel
om de bagageriembevestigingen op het
duozadel te gebruiken. (Zie pagina 3-17.) Haak de riemen uit de haken en breng ver-
volgens het duozadel weer aan terwijl de
riemen eronder vrijhangen.
DAU15306
Zijstan
daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daarom
1. Bagageriembevestiging
2. Haak
1. Bagageriembevestiging
2
11
21
U2SHD1D0.book Page 22 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 40 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-23
3
regelmati g en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAU44893
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U2SHD1D0.book Page 23 Monday, July 7, 2014 2:25 PM