YAMAHA MAJESTY 125 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: MAJESTY 125, Model: YAMAHA MAJESTY 125 2008Pages: 84, PDF Size: 1.2 MB
Page 61 of 84

DAU23271
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de
voorvork moeten als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke
ondergrond en houd deze rech-
top.2. Bekrachtig de voorrem en druk
het stuur een paar keer stevig
naar beneden om te controleren
of de voorvork soepel in- en uit-
veert.
DCA10590
LET OP:
Als schade wordt gevonden of de
voorvork niet soepel beweegt, vra-
ag dan een Yamaha dealer te repa-
reren of te controleren.
DAU23280
Controle van stuursysteem
Losse of versleten balhoofdlagers
kunnen gevaarlijk zijn. De werking van
het stuur moet als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is
van de grond.
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 61
Page 62 of 84

2. Houd de voorvorkpoten beet bij
het ondereinde en probeer ze
naar voren en achteren te bewe-
gen. Als speling kan worden
gevoeld, vraag dan een Yamaha
dealer het stuursysteem te tes-
ten.DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
DAUM1401
Accu
Een slecht onderhouden accu zal
gaan corroderen en verliest zijn lading
snel. Het elektrolytniveau, de aansluit-
polen voor de accukabels en de lig-
ging van de ontluchtingsslang moe-
ten worden gecontroleerd voor iedere
rit en volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Om het elektrolytniveau te
controleren
1. Zet de scooter op een vlakke
ondergrond en houd hem rech-
top.
OPMERKING:
Zorg dat de scooter rechtop staat bij
het controleren van het elektrolytnive-
au.
2. Verwijder het paneel B. (Zie pagi-
na 6-6.)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 62
Page 63 of 84

1. Accu
2. Positieve accupool
3. Negatieve accupool
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Controleer het elektrolytniveau in
de accu.
OPMERKING:
Het elektrolytniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
4. Als de elektrolyt bij of beneden
de merkstreep voor minimumni-
veau staat, vul dan gedistilleerd
water bij tot de merkstreep voor
maximumniveau.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-
rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
DCA10610
LET OP:
Gebruik uitsluitend gedistilleerd
water, leidingwater bevat minerale
stoffen die schade kunnen toebren-
gen aan de accu.
5. Controleer de aansluitingen van
de accukabels, zet ze indien
nodig vast en corrigeer de ligging
van de ontluchtingsslang.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de scooter
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge
plek.
UPPER LEVEL
LOWER LEVEL
1
2
12
3
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 63
Page 64 of 84

2. Als de accu langer dan twee
maanden wordt opgeborgen,
moet het soortelijk gewicht van
de elektrolyt minstens eens per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvo-
rens te installeren.
4. Controleer na installatie of de
accukabels correct zijn aangeslo-
ten op de accupolen en kijk of de
ontluchtingsslang de juiste lig-
ging heeft, in goede conditie ver-
keert en niet verstopt of afgek-
neld is.
DCA10600
LET OP:
Als de ligging van de ontluchtingss-
lang zodanig is dat het frame wordt
blootgesteld aan elektrolyt of aan
accugassen, kan het frame structu-
rele en uitwendige schade onder-
gaan.
DAU23630
Zekeringen vervangen
De hoofdzekeringhouder en het kast-
je met zekeringen voor afzonderlijke
circuits bevinden zich onder paneel B.
(Zie pagina 6-6.)
Vervang een zekering als volgt als
deze is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar
“
e”en schakel het betreffende
elektrische circuit uit.
1. Hoofdzekering
2. Zekering radiatorkoelvin
2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zeke-
ring met de voorgeschreven
ampèrewaarde aan.
DCA10640
LET OP:
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20 A
Zekering radiatorkoelvin:
4 A
1 2
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 64
Page 65 of 84

elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
3. Draai de contactsleutel in“f”
en schakel het betreffende elek-
trische circuit in om te zien of de
apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch
systeem te controleren.
DAUS1371
Koplampgloeilamp
vervangen
De koplampen op dit model hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een
koplampgloeilamp als volgt als deze
is doorgebrand.
Koplampgloeilamp voor dimlicht
vervangen
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagi-
na 6-6.)
1. Gloeilampkap
2. Verwijder de gloeilampkap.
1. Koplampstekker
3. Maak de koplampstekker los.
1. Gloeilamphouder
4. Haak de gloeilamphouder los en
verwijder dan de defecte gloei-
lamp.
1
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 65
Page 66 of 84

DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
5. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast
met de gloeilamphouder.
DCA10650
LET OP:
Pas op en zorg dat de volgende
onderdelen niet worden bescha-
digd:
Koplampgloeilamp
• Raak het glas van de
koplampgloeilamp niet aanzodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en
de levensduur nadelig wor-
den beïnvloed. Wrijf eventue-
le verontreinigingen en vin-
gerafdrukken op het
gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
• Plak geen kleurfolie of stic-
kers op de koplamplens.
• Gebruik geen koplampgloei-
lamp met een hoger wattage
dan is voorgeschreven.
6. Sluit de koplampstekker aan.
7. Breng de gloeilampkap aan.
8. Monteer het paneel.
9. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.
Koplampgloeilamp voor grootlicht
vervangen
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagi-
na 6-6.)
1. Gloeilampkap
2. Verwijder de gloeilampkap.
1. Gloeilamphouder
3. Verwijder de gloeilamphouder
door deze linksom te draaien en
verwijder dan de defecte gloei-
lamp.
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 66
Page 67 of 84

DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast
met de gloeilamphouder door
rechtsom te draaien.
DCA10650
LET OP:
Pas op en zorg dat de volgende
onderdelen niet worden bescha-
digd:
Koplampgloeilamp
• Raak het glas van de
koplampgloeilamp niet aan
zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en
de levensduur nadelig wor-
den beïnvloed. Wrijf eventue-
le verontreinigingen en vin-
gerafdrukken op het
gloeilampglas weg met eendoekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
• Plak geen kleurfolie of stic-
kers op de koplamplens.
• Gebruik geen koplampgloei-
lamp met een hoger wattage
dan is voorgeschreven.
5. Breng de gloeilampkap aan.
6. Monteer het paneel.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.
DAU24250
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
1. Schroef
2. Lamplens van de richtingaanwijzer door
3. Gloeilamp
1. Verwijder de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
te verwijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
1 2
3
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 67
Page 68 of 84

DCA11190
LET OP:
Zet de schroef niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAUS1130
Vervangen van gloeilamp
voor remlicht/achterlicht of
van gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer.
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Schroef
2. Lamplens van het remlicht/achterlicht
3. Gloeilamp
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
1. Schroef
2. Lamplens van de richtingaanwijzer
3. Gloeilamp lens van de richtingaanwijzer
4. Gloeilamp
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
2. Verwijder de lamplens van de lin-
ker of rechter richtingaanwijzer
door deze naar achteren te trek-
ken.
3. Verwijder de gloeilamp lens van
de linker of rechter richtingaan-
wijzer door de schroef los te dra-
aien.
1 2
3 41 2 3
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 68
Page 69 of 84

4. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
6. Verwijder de gloeilamp lens door
de schroef aan te brengen.
7. Monteer de lamplens van de rich-
tingaanwijzer.
8. Monteer de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef vast te draaien.
DCA10680
LET OP:
Zet de schroef niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAUM1460
Gloeilamp in
kentekenverlichting
vervangen
1. Schroef
2. Afdekking van kentekenverlichting
3. Gloeilampfitting
1. Verwijder het kapje over de ken-
tekenverlichting door de schroef
los te draaien.
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Monteer de kentekenverlichting
door de schroef aan te brengen.
12 3
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 69
Page 70 of 84

DAUS1260
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagi-
na 6-6.)
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Breng het paneel A aan.
DAU25880
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-
, compressie- of ontstekingssyste-
men kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname
in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Ga
met uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat danlater mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 70