display YAMAHA MT-01 2006 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2006, Model line: MT-01, Model: YAMAHA MT-01 2006Pages: 88, PDF Size: 4.45 MB
Page 6 of 88

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-3
Multifunctioneel display ..................3-5
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ...3-8
Stuurschakelaars ............................3-9
Koppelingshendel .........................3-10
Schakelpedaal ..............................3-10
Remhendel ...................................3-11
Rempedaal ...................................3-11
Tankdop ........................................3-11
Brandstof ......................................3-12
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ............................3-13
Uitlaatkatalysator ..........................3-13
Zadel .............................................3-14
Afstellen van de voorvork .............3-14
Afstellen van de
schokdemperunit .......................3-16
Bagageriembevestiging ................3-18
EXUP-systeem .............................3-19Zijstandaard ................................. 3-19
Startspersysteem ......................... 3-19
CONTROLES VOOR HET
STARTEN........................................... 4-1
Controlelijst voor gebruik ................ 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE..................................... 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES................. 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-2
Het stroomlijnpaneel verwijderen en
aanbrengen ................................. 6-6
Controleren van de bougies ........... 6-7
Motorolie en oliefilterpatroon .......... 6-8
Luchtfilterelement .......................... 6-11
Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-11
Klepspeling ................................... 6-12
Banden ......................................... 6-12
Gietwielen .................................... 6-15Koppelingshendel ........................ 6-15
Remlichtschakelaar afstellen ....... 6-15
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-16
Niveaus van rem- en
koppelingsvloeistof
controleren ............................... 6-16
Rem- en koppelingsvloeistof
verversen .................................. 6-18
Spanning aandrijfketting .............. 6-18
Reinigen en smeren van de
aandrijfketting ........................... 6-19
Controleren en smeren van
kabels ....................................... 6-20
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-20
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen ................... 6-21
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels ............... 6-21
Controleren en smeren van
zijstandaard .............................. 6-22
Voorvork controleren ................... 6-22
Controle van stuursysteem .......... 6-23
Controleren van wiellagers .......... 6-23
Accu ............................................. 6-23
Zekeringen vervangen ................. 6-25
Koplampgloeilamp vervangen ..... 6-26
Achterlicht/remlicht unit ................ 6-28
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-29U5YUD1D0.book Page 1 Wednesday, September 14, 2005 10:21 AM
Page 14 of 88

BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1. Koppelingshendel (pagina 3-10)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-9)
3. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
4. Multifunctioneel display (pagina 3-5)
5. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-9)
6. Gasgreep (pagina 6-11)
7. Remhendel (pagina 3-11)U5YUD1D0.book Page 3 Wednesday, September 14, 2005 10:21 AM
Page 19 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU36852
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12421
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van demultifunctionele meter gaat aanbrengen.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)
een toerenteller (die het motortoeren-
tal aangeeft)
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brand-
stofreserve aanging)
een klok
een voorziening voor zelfdiagnose
een helderheidsregeling
OPMERKING:
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de toetsen “SE-
LECT” en “RESET” gebruikt. Dat hoeft
echter niet als u de helderheid wilt in-
stellen.
Alleen voor Groot-Brittannië: Om te
wisselen tussen de kilometer- en mij-
lenweergave van de snelheidsmeter
en de kilometerteller/ritteller drukt u de
toets “SELECT” minstens twee secon-den in.Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot het hoogste aantal toeren
per minuut en keert daarna weer terug naar
nul tpm om het elektrische circuit te testen.
LET OP:
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 5500 tpm en hoger
De toerentellernaald knippert bij het berei-
ken en overschrijden van het rode gebied.
1. Klok
2.“RESET”-toets
3. Toerenteller
4.“SELECT”-toets
5. Snelheidsmeter
6. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
U5YUD1D0.book Page 5 Wednesday, September 14, 2005 10:21 AM
Page 20 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
Klokweergave
Om de klok op tijd te zetten1. Houd de toetsen “SELECT” en “RES-
ET” tegelijkertijd minstens twee secon-
den lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de toets “RESET” om
de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “SELECT” en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de toets “RESET” om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de toets “SELECT” en laat
deze dan los om de klok te starten.Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de toets “SELECT” wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO” en de rittellermodi “TRIP 1”
en “TRIP 2”, in de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden (zie pagina 3-3), wisselt
de weergave automatisch naar de brand-
stofreserve-ritteller “F-TRIP” en wordt de af-
gelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. In dat geval wordt door het in-
drukken van de toets “SELECT” in de on-
derstaande volgorde gewisseld tussen de
diverse weergaven van rittellers en kilome-
terteller:
F-TRIP → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO → F-
TRIPOm een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en dan de toets “RESET” min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemodus weer.
Zelfdiagnosesystemen
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, gaat het
waarschuwingslampje motorstoring bran-
den en geeft het display van de kilometertel-
ler/ritteller een foutcode van twee cijfers
weer (bijv. 12, 13, 14).
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en geeft het
display een foutcode van twee cijfers weer
(bijv. 51, 52, 53).1. Klok
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
U5YUD1D0.book Page 6 Wednesday, September 14, 2005 10:21 AM
Page 21 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
OPMERKING:Als het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKING:Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
LET OP:
DCA11590
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.
Helderheidsregeling
Voor de onderstaande componenten kan
de helderheid worden ingesteld:
het toerentellerpaneel (nummer “1”)
het LCD (nummer “2”)
de toerentellernaald (nummer “3”)
Selecteer de helderheidsregeling als volgt.
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk de toets “SELECT” in en houd
deze ingedrukt.3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de toets “SE-
LECT” los.
nummer “1” wordt weergegeven.
4. Stel de helderheid van het toerenteller-
paneel in door op de toets “RESET” te
drukken.
5. Druk op de toets “SELECT” om het
LCD te selecteren.
nummer “2” wordt weergegeven.
Stel de helderheid van het LCD in door
op de toets “RESET” te drukken.
1. Toerentellerpaneel
2. LCD
3. Toerentellernaald
1. Toerentellerpaneel
2. Nummer
3. Helderheidsniveau
U5YUD1D0.book Page 7 Wednesday, September 14, 2005 10:21 AM
Page 22 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
6. Druk op de toets “SELECT” om de toe-
rentellernaald te selecteren.
nummer “3” wordt weergegeven.
Stel de helderheid van de toerenteller-
naald in door op de toets “RESET” te
drukken.7. Druk op de toets “SELECT” om op het
multifunctionele display opnieuw de ki-
lometerteller of ritteller weer te geven.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
1. LCD
2. Nummer
3. Helderheidsniveau
1. Toerentellernaald
2. Nummer
3. Helderheidsniveau
U5YUD1D0.book Page 8 Wednesday, September 14, 2005 10:21 AM
Page 84 of 88

INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-19
Accu ...................................................... 6-23
Achterlicht/remlicht unit ......................... 6-28
Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-15
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)............ 3-8BBagageriembevestiging ........................ 3-18
Banden.................................................. 6-12
Bougies, controleren ............................... 6-7
Brandstof............................................... 3-12
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-9
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering ............... 3-4
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar .................................. 3-9EEXUP-systeem...................................... 3-19GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-20
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-29
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-29IIdentificatienummers ............................... 9-1Inrijperiode .............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren............. 6-20
Klepspeling ........................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-26
Koppelingshendel ........................ 3-10, 6-15LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-9
Locaties van onderdelen ........................ 2-1MModelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon .................. 6-8
Multifunctioneel display .......................... 3-5NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof,
controleren ......................................... 6-16
Noodstopschakelaar ............................... 3-9OOndersteunen van de motorfiets .......... 6-31PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-30
Parkeren ................................................. 5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.............................. 6-2
Problemen oplossen ............................. 6-32RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 6-21
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ........................................... 6-18
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren .......................................... 6-21
Remhendel ........................................... 3-11
Rempedaal ........................................... 3-11Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-9
SSchakelaar alarmverlichting .................... 3-9
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-10
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-16
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Spanning aandrijfketting........................ 6-18
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ................................................. 3-9
Startspersysteem .................................. 3-19
Storingzoekschema............................... 6-33
Stroomlijnpaneel, verwijderen en
aanbrengen........................................... 6-6
Stuurschakelaars .................................... 3-9
Stuursysteem, controleren .................... 6-23TTankbeluchtingsslang/overloopslang .... 3-13
Tankdop ................................................ 3-11UUitlaatkatalysator................................... 3-13VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren .......................................... 6-16
Voorvork, afstellen ................................ 3-14
Voorvork, controleren ............................ 6-22
Vrije slag gaskabel, controleren ............ 6-11
Vrijstandcontrolelampje ........................... 3-4
U5YUD1D0.book Page 1 Wednesday, September 14, 2005 10:21 AM