display YAMAHA MT-01 2009 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: MT-01, Model: YAMAHA MT-01 2009Pages: 90, PDF Size: 3.02 MB
Page 6 of 90

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-3
Multifunctioneel display ..................3-5
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ...3-8
Stuurschakelaars ............................3-9
Koppelingshendel .........................3-10
Schakelpedaal ..............................3-10
Remhendel ...................................3-11
Rempedaal ...................................3-11
Tankdop ........................................3-11
Brandstof ......................................3-12
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ............................3-13
Uitlaatkatalysatoren ......................3-14
Zadel .............................................3-14
Voorvork afstellen .........................3-15
Schokdemperunit afstellen ...........3-17
Bagageriembevestiging ................3-20
EXUP-systeem .............................3-20
Zijstandaard ..................................3-20Startspersysteem ......................... 3-21
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN................................ 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek onderhoudsschema voor
het uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-4
Het stroomlijnpaneel verwijderen en
aanbrengen ................................. 6-8
Controleren van de bougies ........... 6-9
Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-10
Luchtfilterelement ......................... 6-13
Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-14
Klepspeling ................................... 6-14
Banden ......................................... 6-14
Gietwielen .................................... 6-17Koppelingshendel ........................ 6-17
Remlichtschakelaar afstellen ....... 6-17
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-18
Controleren van
remvloeistofniveau ................... 6-18
Rem- en koppelingsvloeistof
verversen .................................. 6-19
Spanning aandrijfketting .............. 6-20
Aandrijfketting reinigen en
smeren ..................................... 6-21
Kabels controleren en smeren ..... 6-21
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-22
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen ................... 6-22
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels ............... 6-22
Zijstandaard controleren en
smeren ..................................... 6-23
Voorvork controleren ................... 6-23
Stuursysteem controleren ............ 6-24
Controleren van wiellagers .......... 6-24
Accu ............................................. 6-25
Zekeringen vervangen ................. 6-26
Koplampgloeilamp vervangen ..... 6-27
Achterlicht/remlichtunit ................. 6-29
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-29
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-30U5YUD5D0.book Page 1 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 14 of 90

BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1. Koppelingshendel (pagina 3-10)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-9)
3. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
4. Multifunctioneel display (pagina 3-5)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-18)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-9)
7. Gasgreep (pagina 6-14)
8. Remhendel (pagina 3-11)U5YUD5D0.book Page 3 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 19 of 90

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU36858
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op een
ongeval.Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
a snelheidsmeter
a toerenteller
een kilometerteller
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brand-
stofreserve aanging)
een klok
een voorziening voor zelfdiagnose
een helderheidsregeling
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de toets “SELECT”
en de “RESET”-toetsen gebruikt. Dat
hoeft echter niet als u de helderheid
wilt instellen.
Alleen voor Groot-Brittannië: Om te
wisselen tussen de kilometer- en mij-
lenweergave van de snelheidsmeter
en de kilometerteller/ritteller drukt u de
toets “SELECT” minstens twee secon-
den in.
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot het hoogste aantal toeren
per minuut en keert daarna weer terug naar
nul tpm om het elektrische circuit te testen.LET OP
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 5500 tpm en hogerDe toerentellernaald knippert bij het berei-
ken en overschrijden van het rode gebied.
1. Klok
2.“RESET”-toets
3. Toerenteller
4.“SELECT”-toets
5. Snelheidsmeter
6. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
U5YUD5D0.book Page 5 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 20 of 90

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
Klokweergave
Om de klok op tijd te zetten1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “SELECT”-toets en de “RES-
ET”-toets tegelijkertijd minstens twee
seconden lang ingedrukt.
3. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
4. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
6. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “SELECT”-toets wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO” en de rittellermodi “TRIP 1”
en “TRIP 2”, in de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau aangaat (zie pagina 3-3), wisselt de
weergave automatisch naar de brandstofre-
serve-rittellermodus “F-TRIP” en wordt de
afgelegde afstand vanaf dat punt aangege-
ven. In dat geval wordt door het indrukken
van de “SELECT”-toets in de onderstaande
volgorde gewisseld tussen de diverse weer-
gaven van rittellers en kilometerteller:
F-TRIP → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO → F-
TRIPOm een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en dan de toets “RESET” min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemodus weer.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden of knip-
peren en geeft het kilometerteller-
/rittellerdisplay een foutcode weer.1. Klok
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
1. Weergave foutcode
U5YUD5D0.book Page 6 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 21 of 90

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersys-
teem een storing wordt gedetecteerd, gaat
het controlelampje startblokkering knippe-
ren en geeft het display een foutcode weer.OPMERKINGAls het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,
probeer dan het volgende.1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-
start.2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
LET OP
DCA11590
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.Helderheidsregeling
Voor de onderstaande componenten kan
de helderheid worden ingesteld:
het toerentellerpaneel (nummer “1”)
het LCD (nummer “2”)
de toerentellernaald (nummer “3”)
Selecteer de helderheidsregeling als volgt.
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk de “SELECT”-toets in en houd
deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de “SELECT”-
toets los.
Nummer “1” wordt weergegeven.
4. Stel de helderheid van het toerenteller-
paneel in door op de toets “RESET” te
drukken.
5. Druk op de toets “SELECT” om het
LCD te selecteren.
Nummer “2” wordt weergegeven.
Stel de helderheid van het LCD in door
op de “RESET”-toets te drukken.
1. Toerentellerpaneel
2. LCD
3. Toerentellernaald
1. Toerentellerpaneel
2. Nummer
3. Helderheidsniveau
U5YUD5D0.book Page 7 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 22 of 90

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
6. Druk op de toets “SELECT” om de toe-
rentellernaald te selecteren.
Nummer “3” wordt weergegeven.
Stel de helderheid van de toerenteller-
naald in door op de toets “RESET” te
drukken.7. Druk op de toets “SELECT” om op het
multifunctionele display opnieuw de ki-
lometerteller of ritteller weer te geven.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
1. LCD
2. Nummer
3. Helderheidsniveau
1. Toerentellernaald
2. Nummer
3. Helderheidsniveau
U5YUD5D0.book Page 8 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 40 of 90

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU46990
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 30 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Draai de sleutel
naar “OFF” en vervolgens naar “ON”
om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten, on-
danks dat de motor wordt aangezwen-
geld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 30 mi-
nuten stationair draait. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 70 weergegeven en gaat het
waarschuwingslampje
motorstoring“” branden, maar dit
betreft geen storing. Druk op de start-
schakelaar om de foutcode te wissen
en de motor opnieuw te starten.
DAU36743
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-21 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op“” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
LET OP
DCA11831
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-
lampje.
U5YUD5D0.book Page 1 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 87 of 90

INDEX
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-21
Accu...................................................... 6-25
Achterlicht/remlichtunit ......................... 6-29
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ........... 3-8BBagageriembevestiging ........................ 3-20
Banden ................................................. 6-14
Bougies, controleren............................... 6-9
Brandstof .............................................. 3-12
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-9
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-4DDimlichtschakelaar ................................. 3-9EEXUP-systeem ..................................... 3-20GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-22
Gereedschapsset ................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-30
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen........................................... 6-29IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren ............. 6-21
Klepspeling............................................ 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-27
Koppelingshendel.........................3-10, 6-17LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-9
Luchtfilterelement .................................. 6-13MMatkleur, let op........................................ 7-1
Modelinformatiesticker ............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-10
Multifunctioneel display ........................... 3-5NNoodstopschakelaar ............................... 3-9OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ........... 6-32PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-31
Parkeren..................................................5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen .............................6-32RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-22
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ............................................ 6-19
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-22
Remhendel ............................................ 3-11
Remlichtschakelaar, afstellen ............... 6-17
Rempedaal ............................................ 3-11
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-18Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-9
SSchakelaar alarmverlichting.................... 3-9
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-10
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-17
Sleutelnummer........................................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-4
Spanning aandrijfketting ....................... 6-20
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop ................................................ 3-9
Startspersysteem .................................. 3-21
Storingzoekschema .............................. 6-34
Stroomlijnpaneel, verwijderen en
aanbrengen .......................................... 6-8
Stuurschakelaars .................................... 3-9
Stuursysteem, controleren .................... 6-24TTankbeluchtingsslang/overloopslang.... 3-13
Tankdop ................................................ 3-11UUitlaatkatalysatoren .............................. 3-14VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren.......................................... 6-18
Voorvork, afstellen ................................ 3-15
Voorvork, controleren ........................... 6-23
Vrije slag gaskabel, controleren............ 6-14
U5YUD5D0.book Page 1 Monday, March 16, 2009 8:23 PM