stop start YAMAHA MT-07 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: MT-07, Model: YAMAHA MT-07 2017Pages: 102, PDF Size: 3.03 MB
Page 20 of 102

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van
10 km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den,
of als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij dan extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAUM3621
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld. Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge
controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels. 4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
UBU2D0D0.book Page 5 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 22 of 102

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem. Wanneer het contactslot niet in de
stand “ON” staat, kan de klok 10 seconden
worden weergegeven door op de linker in-
steltoets te drukken.
De klok instellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de linker en rechter insteltoets
tegelijkertijd twee seconden lang in-
gedrukt. De urenaanduiding begint te
knipperen.
3. Gebruik de rechter insteltoets om de uren in te stellen.
4. Druk op de linker insteltoets en de mi-
nutenaanduiding begint te knipperen.
5. Gebruik de rechter insteltoets om de minuten in te stellen. 6. Druk op de linker insteltoets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
segmenten van de brandstofniveaumeter
verdwijnen van “F” (vol) naar “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder daalt.
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, dient u zo
snel mogelijk te tanken.
OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosefunctie. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het elektri-
sche circuit van de brandstofniveaumeter, gaat de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de machine te controleren.
Eco-controlelampje
Het eco-controlelampje gaat aan wanneer
de machine wordt gebruikt op een milieu-
vriendelijke, energiezuinige manier. Het
controlelampje gaat uit als u de machine
stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen: Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
1. Klok
1
1. Brandstofniveaumeter
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
UBU2D0D0.book Page 7 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 26 of 102

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
Luchttemperatuur
Deze weergave toont de luchttemperatuur
van –9 °C tot 99 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de omgevingstemperatuur.OPMERKING Bij een temperatuur onder –9 °C wordt
“LO” weergegeven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door hitte van de motor bij langzaam
rijden [onder 20 km/h (12 mi/h)] of
door het oponthoud bij verkeerslich-
ten etc.
Hel derhei dsre gelin g
Met de helderheidsregeling kunt u de weer-
gavehelderheid van de multifunctionele
meter instellen.
Om de helderheid in te stellen1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk de linker insteltoets in en houd deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON” en blijf de
linker insteltoets ingedrukt houden
totdat de weergave wisselt naar de
helderheidsregeling.
4. Druk op de rechter insteltoets om het helderheidsniveau in te stellen.
5. Druk op de linker insteltoets om het
geselecteerde helderheidsniveau te
bevestigen en de helderheidsregeling
te verlaten.
DAU1234M
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. Luchttemperatuurweergave
1
1. Weergave helderheidsniveau
1
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar “//”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
2341
12
UBU2D0D0.book Page 11 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 27 of 102

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
DAU12352
Lichtsi gnaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op “ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU68270
Startschakelaar/noo dstopschakelaar
“//”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en schuift u
de schakelaar vervolgens naar “ ”. Zie
pagina 5-1 voor startinstructies voordat u
de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wo rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU12822
Koppelin gshend elDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-24.)1. Koppelingshendel
1
UBU2D0D0.book Page 12 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 40 of 102

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-25
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De startschakelaar/noodstopschakelaar moet op “ ” staan.3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Schuif de schakelaar naar “ ”.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Schuif de schakelaar naar “ ”.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.
WAARSCHUWING
UBU2D0D0.book Page 25 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 45 of 102

Gebruik en belan grijke rij-informatie5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAUM3631
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
gaat ook het waarschuwingslampje
motorstoring branden, maar dit is
geen storing. Draai de sleutel naar
“OFF” en dan naar “ON” om het waar-
schuwingslampje uit te zetten. Als u
dat niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU69870
Starten van d e motorDoor het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-24 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de startschake-
laar/noodstopschakelaar op “ ” is
gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan. Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje startblokkering
Waarschuwingslampje oliedruk
(dit waarschuwingslampje gaat
weer branden nadat het kort is
uitgegaan, en blijft dan branden
totdat de motor is gestart.)
UBU2D0D0.book Page 1 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 46 of 102

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-2
5
LET OP
DCA20790
Als de boven genoem de waarschu-
win gs- of controlelampjes niet gaan
b ran den wanneer d e sleutel naar
“ON” wor dt ged raai d, of als een
waarschuwin gs- of controlelampje
(met uitzon derin g van het waar-
schuwin gslampje olie druk) niet uit-
g aat, zie dan pag ina 3-3 voor een
controle van het circuit van het be-
treffen de waarschuwin gs- of con-
trolelampje.
Nadat het waarschuwin gslampje
olie druk kort is uit geg aan, gaat het
weer bran den tot dat de motor is ge-
start. Als het waarschuwin gslampje
niet gaat bran den, of als het waar-
schuwin gslampje niet uit gaat na dat
d e m otor is
ges
tart, zie dan pa gina
3-3 voor d e controle van het circuit
van het waarschuwin gslampje olie-
d ruk.Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
g aat bran den en weer uit gaat zoals hier-
b oven beschreven, zie d an pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
waarschuwin gslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de schakelaar
naar “ ” te schuiven.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar/noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere
startpoging moet zo kort mogelijk du-
ren om de accu te sparen. Laat de
startmotor nooit langer dan 10 secon-
den achtereen draaien.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levens duur van d e
motor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
N
2 3
4
5
6
1
2
UBU2D0D0.book Page 2 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 58 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-10
6
DAU76881
Bran dstoftankDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer alle slangen en de filterbus
op scheuren of beschadiging en ver-
vang indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de be-
luchtingsslang van de filterbus niet
verstopt is en reinig deze indien nodig.
Controleer of de beluchtingsslang van
de filterbus door de klem wordt geleid.
Controleer of het verfmerkteken op de
beluchtingsslang van de filterbus on-
der de klem is geplaatst.
DAU60472
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas voor het
motorolieniveau linksonder in het car-
ter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
3. Oorspronkelijke positie (verfmerkteken)
4. Klem
321
4
UBU2D0D0.book Page 10 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 88 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-40
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwij der de koelvloeistofra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
Bren g na verwij deren van d e bor gbout voor de rad iatorvuld op een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra-
d iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk
d e dop omlaa g zod ra het sis
gel
uid stopt en draai deze linksom en verwij der de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UBU2D0D0.book Page 40 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Page 98 of 102

10-1
10
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-26
ABS ....................................................... 3-14
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accu ...................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-29BBagageriembevestiging ........................ 3-22
Banden ................................................. 6-17
Bougies, controleren............................... 6-9
Brandstof .............................................. 3-15
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-12
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-5DDiagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar................................ 3-12FFilterbus ................................................ 6-10GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren................................................ 6-27
Gegevensregistratie, voertuig ................. 9-2
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires......................................... 3-26
Gereedschapsset.................................... 6-2 Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-36
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen........................................... 6-36
HHelmborgkabel ..................................... 3-20IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............ 6-26
Klepspeling ........................................... 6-17
Koelvloeistof ......................................... 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-33
Koppelingshendel................................. 3-12
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .............................................. 6-20LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-12
Luchtfilterelement en aftapslang, vervangen en reinigen ........................ 6-16MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-10
Multifunctionele meter ............................ 3-6OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-37
Opbergcompartiment ........................... 3-21PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-35
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1 Problemen oplossen .............................6-37
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................6-28
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren ...........................................6-27
Remhendel ............................................3-13
Remlicht/achterlicht ..............................6-35
Remlichtschakelaars .............................6-21
Rempedaal ............................................3-13
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-22
Remvloeistof, verversen........................6-24
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-12SSchakelaar alarmverlichting ..................3-12
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ......................................3-13
Schokdemperunit, afstellen ..................3-21
Serienummer motorblok .........................9-1
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-5
Spanning aandrijfketting .......................6-24
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-3
Startblokkeersysteem .............................3-1
Starten van de motor ..............................5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar ...3-12
Startspersysteem ..................................3-24
Storingzoekschema’s ...........................6-39
Stuurschakelaars ..................................3-11
Stuursysteem, controleren ....................6-30TTankdop ................................................3-15
Tankoverloopslang................................3-17
UBU2D0D0.book Page 1 Monday, September 5, 2016 9:57 AM