ESP YAMAHA MT-07 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: MT-07, Model: YAMAHA MT-07 2018Pages: 98, PDF Size: 5.43 MB
Page 31 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-16
3
3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzine damp
heeft in gea dem d of benzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als benzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek d an andere kle din g aan.
DAU76860
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
OPMERKING Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
2
1
Voor geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
14 L (3.7 US gal, 3.1 Imp. gal)
Bran dstofreserve:
2.7 L (0.71 US gal, 0.59 Imp.gal)
E10
UB4CD0D0.book Page 16 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 35 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-20
3
DAU59981
Helm bor gkab elAan de onderzijde van het duozadel be-
vindt zich een helmborgkabel. Gebruik
deze kabel in combinatie met de schroe-
vendraaier om een helm aan het voertuig
vast te zetten.
Een helm met d e helmbor gkab el vast-
zetten 1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-18.)
2. Verwijder de schroevendraaier uit de houders op het duozadel, en verwijder
dan de helmborgkabel van de schroe-
vendraaier.
OPMERKINGSchuif de schroevendraaier bij het verwij-
deren naar het merkteken “ ” op het duo-
zadel.3. Voer de helmborgkabel door de gespvan de helmkinband.
4. Haak de kabellussen om de schroe- vendraaier en plaats de schroeven-
draaier door deze eerst in de houder
met het merkteken “ ” te steken en
vervolgens naar de houder met het
merkteken “ ” te schuiven.
OPMERKINGZorg dat de schroevendraaier stevig tussen
de houders is geplaatst en beweeg dan de
kabellussen naar het midden van de
schroevendraaier alvorens het duozadel te
installeren.5. Installeer het duozadel.WAARSCHUWING! Ga nooit rij den
met een helm vast gemaakt aan de
helm bevesti gin g, aan gezien de
helm o bjecten kan raken met mo-
g elijk verlies van de controle over
d e machine en een on geval tot g e-
vol g.
[DWA10162]
1. Duozadel
2. Helmborgkabel
3. Schroevendraaier1
2
3
1. Schroevendraaier
2. “ ”-merkteken
3. “ ”-merkteken
1
2
3
1. Helm
2. Helmborgkabel
3. Schroevendraaier
4. Houder
1
2
3
4
UB4CD0D0.book Page 20 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 43 of 98

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-2
4
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-19, 6-20
Koppelin g • Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
6-17
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-14, 6-24
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 6-24
Aan drijfkettin g • Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
6-21, 6-23
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-15, 6-17
Rem- en schakelpe dalen • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 6-24
Rem- en koppelin gshen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-25
ITEM CONTROLES PAGINA
UB4CD0D0.book Page 2 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 49 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-1
6
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van on der-
hou d aan de machine ver groot het risico
op letsel of overlij den tij dens het uitvoe-
ren van on derhou d of het rij den met d e
machine. Als u niet b ekend b ent met
voertui gon derhou d, laat het on derhou d
d an uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van on derhou d d e
motor af tenzij an ders aan geg even.
Een draaien de motor heeft bewe-
g en de delen die lichaams delen of
kle din g kunnen grijpen en elektri-
sche on der delen die schokken of
b ran d kunnen veroorzaken.
Het laten d raaien van de motor tij-
d ens het uitvoeren van ond erhoud
kan lei den tot oo gletsel, bran dwon-
d en, bran d of koolmonoxi dever gif-
ti g in g, mo gelijk met de dood tot
g evol g. Zie pa gina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxi de.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voering en kunnen tij dens het g eb ruik
zeer heet wor den. Laat on der delen van
het remsysteem afkoelen alvorens d eze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
UB4CD0D0.book Page 1 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 59 of 98

Periodiek on derhoud en afstelling
6-11
6
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.6. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon meteen oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment. 8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.10. Controleer de O-ring op beschadiging en vervang deze indien nodig.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 N·m (4.3 kgf·m, 32 lb·ft)1
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing: 2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
UB4CD0D0.book Page 11 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 70 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
5. Als afstand A onjuist is, stel deze dan
als volgt af. LET OP: Een onjuiste
kettin gspannin g lei dt tot over belas-
tin g van d e motor en an dere essen-
tiëIe on der delen van d e machine en
kan resulteren in overslaan of bre-
ken van de kettin g. Als afstan d A
meer dan 58.0 mm (2.28 in) be-
d raa gt, kan d e kettin g het frame, de
achter bru g en an dere delen be-
scha dig en. Hou d om d it te voorko-
men de kettin gspannin g b innen de
g especificeer de waar den.
[DCA23070] DAU59921
Om
de spanning van de aan drijfkettin g
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt. 1. Draai de borgmoer aan beide kanten
van de achterbrug los en draai daarna
de asmoer los.
2. Draai de stelmoer op beide uiteinden van de achterbrug in de richting (a) om
de aandrijfketting strakker te stellen.
Stel de ketting losser door de stel-
moer op beide uiteinden van de ach-
terbrug in de richting (b) te draaien en
dan het achterwiel naar voren te druk-
ken.
OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om er zeker van te zijn dat beide
stelplaten voor de spanning van de aan-
drijfketting dezelfde positie hebben.
1. Kettingbeschermer
2. Afstand AAfstan d A:
51.0–56.0 mm (2.01–2.20 in)
2
1
1. Wielasmoer
2. Borgmoer
2
1
1. Stelmoer spanning aandrijfketting
1. Uitlijnmerktekens
2. Stelplaat spanning aandrijfketting
1
(a)(b)
2
1
UB4CD0D0.book Page 22 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 88 of 98

Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-3
7
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er g een olie of was op
d e remmen of ban den zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het wegge-
d ra g van d e machine in bochten
voor dat u met ho ge snelhed en gaat
rij den.
LET OP
DCA10801
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwijd er
overtolli ge hoeveelhed en.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof d elen, behan del
d eze met een d aartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het g eb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten d e lak
aan.OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU26183
Stallin gKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811
Als de motorfiets wor dt gestal d in
een slecht geventileer de ruimte of
in vochti ge toestan d wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
d rin gen en roestvormin g veroorza-
ken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.
UB4CD0D0.book Page 3 Monday, December 11, 2017 9:00 AM