ECO mode YAMAHA MT-07 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: MT-07, Model: YAMAHA MT-07 2021Pages: 96, PDF Size: 3.53 MB
Page 44 of 96

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-2
5
DAU91880
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer:
de versnellingsbak in de vrijstand
staat of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de zijstandaard is op-
geklapt en de koppelingshendel is in-
getrokken.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar ON en zet de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 3-3.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het waarschuwingslampje oliedruk
moet gaan branden en blijven bran-
den totdat de motor is gestart.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwing s- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
4. Start de motor door de startknop in te drukken.
5. Laat de startkno p los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levens duur van d e
motor!
DAU88780
OPMERKINGDit model is uitgerust met: een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
In dat geval gaat ook het controle-
lampje voor storing branden, maar dit
duidt niet op een storing. Schakel de
machinevoeding uit en vervolgens
weer in om het controlelampje uit te
zetten. Wanneer u dit niet, doet zal de
motor niet aanslaan, ook al probeert
de startmotor de motor op gang te
brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
UBATD0D0.book Page 2 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 56 of 96

Periodiek on derhou d en afstelling
6-10
6
DAU36113
Filter busDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU60474
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen voor een correcte af-
lezing, en controleer dan het olieni-
veau via het kijkglas voor het
motorolieniveau linksonder in het car-
ter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.OPMERKINGControleer de o-ring op beschadiging en
vervang deze indien nodig.
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
1 1 12 2
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1 1 1
3
42 2
UBATD0D0.book Page 10 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 63 of 96

Periodiek on derhoud en afstelling
6-17
6
Inspectie van b anden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha dealer vervan gen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstab iliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den v oor
dat h
et zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
Monteer altij d voor- en achterb an-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
UBATD0D0.book Page 17 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 64 of 96

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
we gge dra g van d e machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
Controleer altij d of de ventiel dopjes
stevi g zijn bevesti gd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om te voorkomen dat de
b an den on der het rij den lee glopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uit gerust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluiten d
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet d enkbeeldig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen we gdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
gere -
d en
”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelhei d te verho gen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ered en moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspanning steeds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Voor
ban d:
Maat: 120/70 ZR 17M/C(58W)
Fabrikant/model: MICHELIN/ROAD 5
Achter ban d:
Maat: 180/55 ZR 17M/C(73W)
Fabrikant/model:
MICHELIN/ROAD 5
VOOR en ACHTER: Bandventiel:
TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
UBATD0D0.book Page 18 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 75 of 96

Periodiek on derhoud en afstelling
6-29
6
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50212
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-18.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is gifti g en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met d e huid,
o gen of kled ing en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink g rote hoeveel-
he den water of melk en roep d i-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, sig aretten e.d. uit
d e buu rt van d
e accu
en zorg voor
vol doen de ventilatie bij acculad en
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)
1
3 3 3
2 2
UBATD0D0.book Page 29 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM
Page 92 of 96

10-1
10
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-24
Aanduiding ingeschakelde versnelling ... 3-8
ABS ....................................................... 3-14
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-5
Accu ...................................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-27BBagagebandhouders ............................ 3-22
Banden ................................................. 6-16
Bougies, controleren............................... 6-9
Brandstof .............................................. 3-15
Brandstofniveaumeter ............................ 3-7
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-4CClaxonschakelaar ................................. 3-11
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-5DDe motor starten ..................................... 5-2
Diagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar................................ 3-11EEco-controlelampje................................. 3-7FFilterbus ................................................ 6-10GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ........................................... 6-25 Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires ........................................ 3-22
Gereedschapssets ................................. 6-2
Gloeilamp van kentekenverlichting, vervangen........................................... 6-32
HHelderheidsregeling ............................. 3-10
Helmborgkabel ..................................... 3-19IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-1KKabels, controleren en smeren ............ 6-25
Klepspeling ........................................... 6-16
Klok ........................................................ 3-7
Koelvloeistof ......................................... 6-13
Koppelingshendel................................. 3-12
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .............................................. 6-19LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-11
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen ........................ 6-15MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-10
Motor raakt oververhit .......................... 6-36
Multifunctioneel display.......................... 3-8
Multifunctionele meter ............................ 3-6OOnderhoud ............................................. 7-1
Onderhoud en smering, periodiek.......... 6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3 Ondersteunen van de motorfiets ..........6-33
Overloopslang brandstoftank ...............3-17
PParkeren ..................................................5-4
Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................6-33RRegistratie van gegevens, voertuig .........9-2
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren........................6-26
Remhendel ............................................3-13
Remlichtschakelaars .............................6-20
Rempedaal ............................................3-13
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-21
Remvloeistof, verversen........................6-22
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-11SSchakelaar alarmverlichting ..................3-12
Schakelaar TRIP/INFO ..........................3-12
Schakelen ...............................................5-3
Schakelpedaal ......................................3-13
Schokdemperunit, afstellen ..................3-20
Serienummer motorblok .........................9-1
Snelheidsmeter .......................................3-6
Spanning aandrijfketting .......................6-23
Specificaties............................................8-1
Stallen .....................................................7-3
Startblokkeersysteem .............................3-1
Startspersysteem ..................................3-23
Stationair toerental, controleren ...........6-15
Stop/Run/Start-schakelaar ...................3-12
Storingsindicatielampje (MIL)..................3-4
UBATD0D0.book Page 1 Tuesday, October 27, 2020 3:36 PM