stop start YAMAHA MT-09 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: MT-09, Model: YAMAHA MT-09 2016Pages: 112, PDF Size: 4.73 MB
Page 20 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-18 voor uitleg over de werking
van het ABS-systeem.)WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, keert
het remsysteem terug naar conventio-
neel remmen. Als een van de boven-
staande gevallen zich voordoet, of als
het waarschuwingslampje helemaal niet
gaat branden, rij dan extra voorzichtig
om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem- systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAU73380
Controlelampje tractieregeling “ ” (in-
dien aanwezig)
Bij een normale werking knippert dit contro-
lelampje als de tractieregeling is ingescha-
keld.
Als de tractieregeling (pagina 3-19) tijdens
het rijden wordt uitgeschakeld, gaan dit con-
trolelampje en het waarschuwingslampje
motorstoring branden.
Het elektrisch circuit
voor dit controlelampje
kan worden gecontroleerd door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het lampje moet en-
kele seconden oplichten en dan uitgaan.
Als het lampje niet oplicht wanneer de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid of blijft bran-
den, vraag dan uw Yamaha dealer om het
elektrisch circuit na te zien.
DAU73510
Controlelampje startblokkering “ ”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersyst eem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je kan worden gecontroleerd door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het controlelampje
moet enkele seconden oplichten en dan uit-
gaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid of blijft branden, vraag dan uw
Yamaha dealer om de machine na te kijken.
MT09
Het zelfdiagnosesysteem
detecteert storin-
gen in de circuits v an het startblokkeersy-
steem. (Zie pagina 3-13 voor uitleg over de
werking van de zelfdiagnosemodus.)
MT09A
Als een probleem wordt gedetecteerd in het
startblokkeersysteem, gaat het controle-
lampje in een patroon knipperen. Vraag een
Yamaha dealer de machine te controleren.
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering knip-
pert in het patroon 5 keer langzaam gevolgd
door 2 keer snel, be treft dit mogelijk een
storing in het transpondersignaal. Als deze
fout zich voordoet, probeer dan het volgen-de.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit
B87-F8199-D0_1.book 5 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 30 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-15
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU1234K
StuurschakelaarsLinks (MT09) Links (MT09A) Rechts
DAU12352
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaa
r in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld op
“ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar geeneffect.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
2341
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Schakelaar tractieregeling “TCS”
2341 5
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar “ /
/”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
123
B87-F8199-D0_1.book 15 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 31 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-16
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te ge ven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU73441
Schakelaar tractieregeling “TCS” (indien
aanwezig)
Druk met de gasgreep gesloten deze scha-
kelaar omlaag om te wisselen van TCS “1”
naar “2”. Druk de schakelaar omhoog om te
wisselen van TCS “2” naar “1”.
Houd terwijl de machine stilstaat deze scha-
kelaar twee seconden omhoog gedrukt om
het systeem uit te schakelen. Druk omlaag
om het systeem in te schakelen.OPMERKING
De huidige TCS-instelling wordt weer-
gegeven in de TCS-weergave (pagina
3-10).
Zie pagina 3-19 voor uitleg over de
werking en instellingen van de tractie-regeling.
DAU54212
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine omslaat of als de
gaskabel blijft hangen.
DAU41701
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne- mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU47496
Rijmodusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA15341
Wijzig de rijmodus niet tijdens het rijden.
Met deze schakelaar wijzigt u de rijmodus
naar “STD”, “A” of “B” in de onderstaande
volgorde:
STD
A B STD
De gasgreep moet volledig gesloten zijn bij
het wijzigen van de rijmodus. (Zie pagina
3-14 voor uitleg over de afzonderlijke rijmo-
di.)OPMERKING
De modus is standaard ingesteld op
“STD”. De modus keert terug naar
“STD” wanneer u de sleutel naar
“OFF” draait.
De geselecteerde modus wordt ge-
B87-F8199-D0_1.book 16 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 45 of 112

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-30
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De startschakelaar/noodstopschakelaar moet op “ ” staan.3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12.
Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.
WAARSCHUWING
B87-F8199-D0_1.book 30 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 50 of 112

5-1
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
Gebruik en belangri jke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU73520
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-
knop om de motor opnieuw te starten.
MT09
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dit geval
geeft het display foutcode 30 weer,
maar dit is geen storing. Draai de sleu-
tel naar “OFF” en vervolgens naar
“ON” om de foutcode te wissen. Als u
dat niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
MT09A
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
gaat ook het waarschuwingslampje
motorstoring branden, maar dit is geen
storing. Draai de sleutel naar “OFF” en
dan naar “ON” om het waarschu-
wingslampje uit te zetten. Als u dat niet
doet zal de motor niet starten, ondanks
dat de motor wordt aangezwengeld alsu op de startknop drukt.
DAU58031
De motor startenDoor het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt. (Zie
pagina 3-29.)
1. Draai de sleutel naar “ON” en zet de
startschakelaar/noodstopschakelaar
op “ ”.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieniveau
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
Controlelampje tractieregeling (in-
dien aanwezig)
LET OP
DCA17671
Als de bovengenoemde waarschu-
wings- of controlelampjes niet gaan
branden wanneer de sleutel naar “ON”
B87-F8199-D0_1.book 1 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 51 of 112

Gebruik en belangrijke rij-informatie5-2
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
wordt gedraaid, of als een waarschu-
wings- of controlelampje niet uitgaat, zie
dan pagina 3-3 voor een controle van het
circuit van het betreffende waarschu-wings- of controlelampje. Voor modellen met ABS:
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van hetwaarschuwingslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door te drukken op de “ ”-zijde van de startschakelaar/
noodstopschakelaar.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar/noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere start- poging moet zo kort mogelijk duren om
de accu te sparen. Laat de startmotor
nooit langer dan 10 seconden achter-
een draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-getrokken.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
N
2 3 4 5
6
1
2
B87-F8199-D0_1.book 2 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 98 of 112

Periodiek onderhoud en afstelling
6-44
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop ni et terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn . Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht to t de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tij delijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
B87-F8199-D0_1.book 44 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分
Page 108 of 112

10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
910
11
12
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren .........6-24
ABS (voor modellen met ABS).................3-18
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS)..................................3-4
Accu .........................................................6-29
Achterbrugscharnierpunten, smeren........6-27BBagageriembevestiging ...........................3-28
Banden.....................................................6-16
Bougies, controleren ..................................6-8
Brandstof..................................................3-21
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ......5-4CClaxonschakelaar ....................................3-16
Contactslot/stuurslot ..................................3-2
Controlelampje grootlicht ...........................3-3
Controlelampje richtingaanwijzers .............3-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes............................3-3
Controlelampje startblokkering ..................3-5
Controlelampje tractieregeling ...................3-5DDe motor starten ........................................5-1
Diagnosestekker ........................................9-2
Dimlichtschakelaar ...................................3-15
D-mode (rijmodus ) ...................................3-14GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren...................................................6-25
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires............................................3-31
Gereedschapsset .......................................6-2 Gloeilamp kentek
enverlichting,
vervangen ............................................. 6-38
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ............................................. 6-37
IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................. 5-4KKabels, controleren en smeren................ 6-25
Klepspeling .............................................. 6-15
Koelvloeistof ............................................ 6-11
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 6-33
Koppelingshendel .................................... 3-17LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-15
Luchtfilterelement .................................... 6-14MMatkleur, let op .......................................... 7-1
Modelinformatiesticker............................... 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ..................... 6-9
Multifunctionele meter ............................... 3-6OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ......... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ............. 6-38
Opbergcompartiment ............................... 3-24PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-36
Parkeren .................................................... 5-5
Plaats van de onderdelen .......................... 2-1
Problemen oplossen ................................ 6-42RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren .......................... 6-26 Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ............................................. 6-25
Remhendel .............................................. 3-18
Remlicht/achterlicht ................................. 6-37
Remlichtschakelaars ............................... 6-20
Rempedaal .............................................. 3-18
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-21
Remvloeistof, verversen.......................... 6-22
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-16
SSchakelaar alarmverlichting .................... 3-16
Schakelaar tracti eregeling....................... 3-16
Schakelen ................................................. 5-2
Schakelpedaal......................................... 3-17
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-26
Serienummer motorblok ............................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ............. 6-4
Spanning aandrijfketting.......................... 6-23
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling ...................................................... 7-3
Startblokkeersysteem................................ 3-1
Startspersysteem .................................... 3-29
Stationair toerental, controleren .............. 6-15
Stop/Run/Start-schakelaar ...................... 3-16
Storingzoekschema’s .............................. 6-43
Stuurschakelaars .................................... 3-15
Stuursysteem, controleren ...................... 6-28TTankbeluchtingsslang en overloopslang ....................................... 3-23
Tankdop .................................................. 3-21
Tractieregeling ........................................ 3-19UUitlaatkatalysator..................................... 3-23
B87-F8199-D0_1.book 1 ページ 2015年12月16日 水曜日 午後5時9分