YAMAHA MT-09 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: MT-09, Model: YAMAHA MT-09 2020Pages: 100, PDF Size: 7.18 MB
Page 21 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-3
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit deaccu ontladen.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU76731
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om met de koplam-
pen een lichtsignaal te geven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld op
“ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar geeneffect.
DAU66021
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht. (Zie pagina 7-33.)
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Schakelaar tractieregeling “TCS”
2341
5
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
123
BS2-9-D3.book 3 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 22 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-4
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU66040
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU73961
Schakelaar tractieregeling “TCS”
Zie pagina 3-1 voor uitleg over de werking
van de tractieregeling.
DAU66060
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-1 voor star tinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine omslaat of als de
gaskabel blijft hangen.
DAU66010
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU73931
Rijmodusschakelaar “MODE”
Zie pagina 3-1 voor ui tleg over de rijmodus.
DAU4939G
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes1. ABS-waarschuwingslampje “ ”
2. Controlelampje snelschakelen “ ”
3. Controlelampje tractieregeling “ ”
4. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
5. Controlelampje grootlicht “ ”
6. Vrijstandcontrolelampje “ ”
7. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
8. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
9. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
10.Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
11.Controlelampje startblokkering “ ”
2
1
3
4
910
5
6
7
8
11
ABS
BS2-9-D3.book 4 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 23 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-5
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU11022
Controlelampje richtingaanwijzers
“”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11259
Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is. Vul zo snel mo-
gelijk motorolie bij om schade aan de motor
te voorkomen.
Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knipperen
bij rijden op een helling of bij plotseling af-
remmen of optrekken, er is dan echter geen
sprake van een storing. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het circuit van
het waarschuwingslampje olieniveau, knip-
pert het waarschuwingslampje olieniveau
herhaaldelijk. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer de machine te con- troleren.
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat dit
lampje enkele seconden branden en gaat
het vervolgens weer uit. Als het lampje niet
gaat branden of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 7-11), laat
de machine dan controleren door eenYamaha dealer.
DAU11448
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Als de machine wordt ingeschakeld, gaat dit
lampje enkele seconden branden en gaat
het vervolgens weer uit. Als het lampje niet
gaat branden of blijft branden, vraag dan uw
Yamaha dealer om de machine te controle-
ren. OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 7-37 nadere instructies ver-
meld.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.
DAU73172
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de mo-
tor of een ander regelsysteem van de ma-
chine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine tecontroleren.
DAU69892
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
ABS
BS2-9-D3.book 5 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 24 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-6
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed. (Zie pagina 4-14.)OPMERKINGAls het lampje helemaal niet gaat branden
of blijft branden bij een snelheid boven 10
km/h (6 mi/h), vraag dan uw Yamaha dealerom de machine te controleren.
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, keert
het remsysteem terug naar conventio-
neel remmen. Als een van de boven-
staande gevallen zich voordoet, of als
het waarschuwingslampje helemaal niet
gaat branden, rij dan extra voorzichtig
om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealercontroleren.
DAU77002
Controlelampje tractieregeling “ ”
Dit controlelampje knippert als de tractiere- geling is ingeschakeld. Als de tractierege-
ling wordt uitgeschakeld, gaat het
controlelampje branden.
Als de machine wordt ingeschakeld, voert
het lampje een circuitcontrole uit (het gaat
enkele seconden branden en dooft dan
weer). Als het lampje bij de circuitcontrole
niet gaat branden, of als het lampje niet uit-
gaat, laat dan een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.
DAU76411
Controlelampje snelschakelen “ ”
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
wordt het snelschakelsysteem (pagina 3-3)
ingeschakeld en gaat dit controlelampje
branden.
Als een storing wordt gedetecteerd in het
snelschakelsysteem, gaat dit lampje uit en
is het snelschakelsysteem niet beschik-
baar. Vraag een Yamaha dealer de machi-
ne te controleren.
DAU73120
Controlelampje startblokkering “ ”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersyst
eem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld. Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je kan worden gecontroleerd door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het controlelampje
moet enkele seconden oplichten en dan uit-
gaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon knip-
pert, laat de machine dan nazien door een
Yamaha dealer. (Als er een probleem wordt
gedetecteerd in het startblokkeersysteem,
gaat het controlelampje startblokkering in
een patroon knipperen.)
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering knip-
pert in het patroon 5 keer langzaam gevolgd
door 2 keer snel, be
treft dit mogelijk een
storing in het transpondersignaal. Als deze
fout zich voordoet, probeer dan het volgen-de.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
BS2-9-D3.book 6 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 25 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-7
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAU77055
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbrengen.
Het aanbrengen van wijzigingen tijdens
het rijden kan u afleiden en vergroot hetrisico op een ongeval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
1. “SELECT”-toets
2. “RESET”-toets
2
1
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Toerenteller
3. Eco-controlelampje “ECO”
4. TCS-weergave
5. Rijmodusweergave
6. Brandstofniveaumeter
7. Multifunctioneel display
8. Klok
9. Snelheidsmeter1
2
4
3
5
6
7
8
9
BS2-9-D3.book 7 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 26 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-8
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
een snelheidsmeter
een toerenteller
een klok
een brandstofniveaumeter
een eco-controlelampje
een aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling
een rijmodusweergave
een TCS-weergave
een multifunctioneel display
OPMERKINGDe weergave van de multifunctionele meter
kan worden gewisseld tussen kilometers en
mijlen. Stel het display van de multifunctio-
nele meter in op de kilometertellerweergave
of een rittellerweergave en houd dan de
toets “SELECT” een seconde lang inge-drukt. Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder hetmotortoerental controleren en dit binnen het
ideale bereik houden.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 11250 tpm en hoger
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem. Wanneer de sleutel niet in de stand
“ON” staat, kan de klok worden weergege-
ven door op de “SELECT”-toets te drukken.
De klok instellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “SELECT”-toets en de “RE-
SET”-toets tegelijkertijd twee secon-
1. Snelheidsmeter
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
2
1
1. Klok
1
BS2-9-D3.book 8 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 27 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-9
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
den ingedrukt.
3. Als de urenaanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
4. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Gebruik de “RESET”-toets om de mi- nuten in te stellen.
6. Druk op de “SELECT”-toets om de in- stellingen te bevestigen en de klok aan
te zetten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het laatste segment begint te knipperen, dient u zo snel mogelijk te tan-
ken.
OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan de segmenten
van de brandstofniveaumeter en “ ” knip-
peren. Als dit zich voordoet, vraag dan eenYamaha dealer de machine te controleren.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brandstof-
verbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt isvoor de snelheid van de machine.
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt aan-
gegeven door “ ” en door het
vrijstandcontrolelampje.
1. Brandstofniveaumeter
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”1
2
BS2-9-D3.book 9 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 28 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-10
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Rijmodusweergave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: “STD”, “A ” of “B”. (Zie pagina
3-1.)
TCS-weergave
Deze weergave geeft aan welke instelling van de tractieregeling is geselecteerd: “1”,
“2” of “OFF”. (Zie pagina 3-1.)
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een weergave huidig brandstofver-
bruik
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave luchtaanzuigtempera-
tuur
een helderheidsregeling
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 en kan niet worden terug-
gesteld.
De rittellers worden vergrendeld bij
9999.9, maar kunnen handmatig wor-den teruggesteld.
Het weergave-i tem wijzigen
Druk op de toets “SELECT” om te schake-
len tussen de weergaven voor huidig
brandstofverbruik “km/L” of “L/100 km”,
gemiddeld brandstofverbruik “AVE_ _._
km/L” of “AVE_ _._ L/ 100 km”, koelvloei-
stoftemperatuur “ C”, luchtaanzuigtempe-
ratuur “Air_ _ C”, kilometerteller “ODO”
en ritteller “TRIP 1” en “TRIP 2” in de vol-
gende volgorde:
km/L of L/100 km AVE_ _._ km/L of
AVE_ _._ L/100 km C Air_ _ C
ODO TRIP 1 TRIP 2 km/L of L/100
km
Als de weergave-eenheden zijn ingesteld
op mijlen:
km/L, L/100 km of MPG AVE_ _._ km/L,
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._ MPG C
Air_ _ C ODO TRIP 1 TRIP 2
km/L, L/100 km of MPG
1. Rijmodusweergave
1. TCS-weergave
11
1. Multifunctioneel display
1
BS2-9-D3.book 10 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 29 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-11
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGDruk op de toets “RESET” om in omgekeer-
de volgorde te schakelen tussen de weer-gaven.
Als het laatste segm ent van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstofre-
serve-ritteller “F-TRIP” en wordt de afgeleg-
de afstand vanaf dat punt aangegeven.
Druk in dat geval op de “SELECT”-toets om
de weergave te wisselen in de onderstaan-
de volgorde:
F-TRIP km/L of L/100 km AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km C Air_ _
C ODO TRIP 1 TRIP 2 F-TRIP
Als de weergave-eenheden zijn ingesteld
op mijlen:
F-TRIP km/L, L/100 km of MPG AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._
MPG C Air_ _ C ODO TRIP 1
TRIP 2 F-TRIPOPMERKING
Om een ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door op de toets
“SELECT” te drukken. De ritteller knip- pert enkele seconden. Houd tijdens
het knipperen van de ritteller de toets
“RESET” een seconde lang ingedrukt.
Als u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze auto-
matisch teruggesteld zodra u na het
tanken 5 km (3 mi) hebt gereden. De
ritteller verdwijnt dan vanzelf van hetdisplay.
Modus huidig brandstofverbruik
De weergave van het huidige brandstof-
verbruik kan worden ingesteld op “km/L”,
“L/100 km” of “MPG” (als de weerga-
ve-eenheden zijn ingesteld op mijlen).
“km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rijom-
standigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 Imp.gal brandstof
wordt weergegeven.
Houd de “SELECT”-toets een seconde lang
ingedrukt om te wisselen tussen de weerga-
ve-instellingen voor het huidige brandstof-
verbruik.
OPMERKINGBij snelheden onder 20 km/h (12 mi/h)wordt “_ _._” weergegeven.
Modus gemiddeld brandstofverbruik
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
BS2-9-D3.book 11 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分
Page 30 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-12
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op “AVE_
_._ km/L”, “AVE_ _._ L/100 km” of “AVE_
_._ MPG” (als de weergave-eenheden zijn
ingesteld op mijlen).
“AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof wordt weergegeven.
“AVE_ _._ L/100 km”: De gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen wordt weergege-
ven.
“AVE_ _._ MPG”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
Imp.gal brandstof wordt weergegeven.
Houd de “SELECT”-toets een seconde lang
ingedrukt om te wisselen tussen de weerga-
ve-instellingen voor het gemiddelde brand-
stofverbruik.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken. De weergave van het gemiddel-
de brandstofverbruik knippert enkele se-
conden. Houd tijdens het knipperen van de
weergave de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt.
OPMERKINGNadat u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik hebt teruggesteld, wordt
“_ _._” weergegeven totdat 1 km (0.6 mi)met de machine is afgelegd.
Weergave koelvloeistoftemperatuur
Deze weergave toont de koelvloeistoftem-
peratuur van 40 C tot 116 C in stappen
van 1 C.
Als de melding “HI” knippert, stop de machi-
ne dan, stop vervolgens de motor en laat de
motor afkoelen. (Zie pagina 7-37.)OPMERKING
Als de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 C, wordt “Lo” weergegeven.
De koelvloeistoftemperatuur is afhan- kelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting.
Luchtaanzuigtemperatuurmodus
De weergave luchtaanzuigtemperatuur
geeft de temperatuur aan van de lucht die
het luchtfilterhuis wordt binnengezogen.
Dit display toont de luchtaanzuigtempera-
tuur van –9 C tot 99 C in stappen van 1 C.
OPMERKING
Als de luchtaanzuigtemperatuur lager
is dan –9 C, wordt toch –9 C aange-
geven.
De luchtaanzuigtemperatuur kan afwij-ken van de omgevingstemperatuur.
1. Weergave koelvloeistoftemperatuur
1
1. Weergave luchtaanzuigtemperatuur
1
BS2-9-D3.book 12 ページ 2019年8月26日 月曜日 午前10時26分