stop start YAMAHA MT-09 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: MT-09, Model: YAMAHA MT-09 2021Pages: 106, PDF Size: 3.63 MB
Page 21 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-3
4
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai deze naar “OFF”.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Lichtsignaalschakelaar Ž
2. Dimlichtschakelaar / Ž
3. Richtingaanwijzerschakelaar / Ž
4. Ž
5. Claxonschakelaar Ž
1 12
12
3
4
5
1. Schakelaar MODE omhoog
2.
3. Schakelaar MODE omlaag
1. Stop/Run/Start-schakelaar / / Ž
2. Wielschakelaar Ž
1 1
2
3 1
2
3
1 1 12 2
UB7ND0D0.book Page 3 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 22 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-4
4
DAU91532
Lichtsi gnaalschakelaar “ ”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplamp en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66061
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”. Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU88272
Schakelaar alarmverlichtin
g “OFF/ ”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als de sleutel in de stand
“ON” staat. De ingeschakelde alarmverlich-
ting blijft knipperen als u het contactslot
naar de stand “OFF” of “LOCK” draait. Om
de alarmverlichting uit te schakelen, draait
u het contactslot weer naar de stand “ON”
en bedient u opnieuw de schakelaar van de
alarmverlichting.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU91362
Schakelaars MODE
Gebruik de schakelaars MODE om te wis-
selen tussen “D-MODE” en “TCS-MODE”
aan de linkerzijde van het display.
Er zijn drie modusregelingen:
Schakelaar MODE omhoo g - druk op
deze schakelaar om de geselecteerde mo-
dusinstelling omhoog aan te passen.
Schakelaar “MODE” - druk op deze scha-
kelaar om links-rechts te wisselen tussen
“D-MODE” en “TCS-MODE”.
Schakelaar MODE omlaag - druk op deze
schakelaar om de geselecteerde modusin-
stelling omlaag aan te passen.OPMERKING Als in “D-MODE 1” op de schakelaar
MODE omhoog wordt gedrukt, wordt
gewisseld naar “D-MODE 4”. Als in
“D-MODE 4” op de schakelaar MODE
omlaag wordt gedrukt, wordt niet ge-
wisseld naar “D-MODE 1”.
De “TCS-MODE” kan alleen worden
uitgeschakeld vanaf het hoofdscherm.
Selecteer “TCS-MODE” met de scha-
kelaar “MODE” en houd vervolgens
de schakelaar MODE omhoog inge-
drukt totdat “OFF” wordt weergege-
ven.
UB7ND0D0.book Page 4 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 25 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-7
4
Zorg dat de rempedaalhoogte correct
afgesteld blijft om slepen van de ach-
terrem te voorkomen.
Vermijd extreem gebruik van de ma-
chine. Bijvoorbeeld herhaaldelijk of
overmatig openen en sluiten van de
gasgreep, racen, burnouts, wheelies,
langdurig gebruik met half geopende
gasgreep etc.
DAU91500
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
machine wordt ingeschakeld en uit als met
een snelheid van 5 km/h (3 mi/h) of hoger
wordt gereden.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet werkt
zoals hierboven beschreven of tijdens het
rijden gaat branden, werkt het ABS moge-
lijk niet correct. Laat de machine zo snel
mogelijk controleren door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
DWA21120
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat als u een snelhei d van 5 km/h
(3 mi/h) he bt bereikt of als het waar-
schuwin gslampje tij dens het rij den gaat
b ran den:
Rijd extra voorzichti g om te voorko-
men dat de wielen b lokkeren bij een
noo dstop.
Laat de machine zo snel mo gelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAU88350
Controlelampje start blokkerin g“”
Als het contactslot wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje na 30 seconden
continu knipperen om aan te geven dat het
startblokkeersysteem is ingeschakeld. Het
controlelampje stopt na 24 uur met knippe-
ren, maar het startblokkeersysteem blijft in-
geschakeld.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
Storin g in het transpon dersi gnaal
Als het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAU91471
Controlelampje sta biliteitsre gelin g“”
Dit controlelampje gaat knipperen wanneer
tijdens het rijden het TCS-, SCS- of LIF-sy-
steem wordt geactiveerd. Wanneer “TCS-
MODE” op “OFF” wordt gezet, gaat het
controlelampje branden.
UB7ND0D0.book Page 7 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 26 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-8
4
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.LET OP
DCA27221
Vermij d b ewe gin g of trillin g van d e ma-
chine bij het aanzetten van het contact-
slot, aan gezien dit de initialisatie van de
IMU kan verstoren. Als dit geb eurt, zal
het TCS-systeem niet werken en zal de
weer gave “TCS-MODE” op “OFF” staan
tot dat de IMU kan wor den geïnitiali-
seerd .
DAU88362
Waarschuwin gslampje olied ruk en
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is of de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Zet als dit gebeurt
onmiddellijk de motor uit.OPMERKING Als de machine voor het eerst wordt
ingeschakeld, moet dit lampje gaan
branden en blijven branden totdat de
motor is gestart.
Als een storing wordt gedetecteerd,
gaat dit lampje branden en gaat het
waarschuwingspictogram oliedruk
knipperen.
LET OP
DCA22441
Als het waarschuwin gslampje olie druk
en koelvloeistoftemperatuur niet uit gaat
na dat de motor is g estart of gaat bran-
d en terwijl de motor draait, moet u on-
mi ddellijk de motor afzetten en de
machine stoppen. Als de motor oververhit raakt,
wor dt het waarschuwin gspicto-
g ram koelvloeistoftemperatuur
weer geg even. Laat d e motor afkoe-
len. Controleer het koelvloeistofni-
veau (zie pa gina 7-35).
Als de motorolie druk laa g is, wor dt
het waarschuwin gspicto gram olie-
d ruk weer geg even. Controleer het
olieniveau (zie pag ina 7-10).
Als het waarschuwin gslampje blijft
b ran den nad at de motor is af ge-
koel d en het olieniveau in or de is
b evon den , laat
dan
een Yamaha
d ealer de machine controleren. Rij d
niet ver der met de machine!
DAU88370
Waarschuwin gslampje hulpsystemen
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is de
machine nakijken door een Yamaha dealer.
UB7ND0D0.book Page 8 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 30 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-12
4
In dicator han dvatverwarmin g (optie)
De handvatverwarming kan worden ge-
bruikt wanneer de motor draait. Er zijn
10 temperatuurniveaus. Indien geactiveerd
geeft de indicator het temperatuurniveau
van 1 (laagste) tot 10 (hoogste) aan.
Gebruik om de handvatverwarming te acti-
veren de wielschakelaar om de handvatver-
warmingsweergave te markeren met de
cursor.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
handvatverwarmingsfunctie te selecteren.
Draai na de selectie de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om het temperatuurniveau
in te stellen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
temperatuurniveau te bevestigen en de
handvatverwarmingsfunctie af te sluiten.LET OP
DCA17932
Draa g hand schoenen wanneer u de
hand vatverwarmin g g eb ruikt.
Gebruik de han dvatverwarmin g niet
b ij warm weer.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of b eschadigd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hend el.
De functie van de wielschakelaar kan in de
handvatverwarmingsmodus worden ver-
grendeld door de wielschakelaar lang inge-
drukt te houden terwijl de indicator
handvatverwarming door de cursor is ge-
markeerd.
In deze modus kunnen de temperatuurni-
veaus direct worden bijgesteld door de
wielschakelaar omhoog of omlaag te draai-
en.
Houd de wielschakelaar ingedrukt om deze
modus af te sluiten en de normale werking
van de wielschakelaar te herstellen.OPMERKINGDe huidige instelling voor handvatverwar-
ming wordt opgeslagen wanneer de machi-
ne wordt uitgeschakeld.Rondetimer
Deze stopwatchfunctie kan worden geacti-
veerd via het instellingen MENU. (Zie pagi-
na 4-14.)
Na activering wordt het voertuiginformatie-
display vervangen door: Druk om de timer te starten op de lichtsig-
naalschakelaar.
Telkens als op de lichtsignaalschakelaar
wordt gedrukt, wordt het aantal ronden met
1 verhoogd en wordt de huidige rondetijd
teruggesteld.
Druk om de rondetimer te pauzeren de
wielschakelaar naar binnen.
Druk om de pauze op te heffen op de licht-
signaalschakelaar. De werking van de timer
wordt hervat zonder dat een nieuwe ronde
wordt geteld.
Om de rondetijdmodus af te sluiten, scha-
kelt u deze uit in het instellingen MENU. (Zie
pagina 4-14.)
1. Rondeteller
2. Huidige rondetijd
3. Tijd laatste/vorige ronde
LAP
02
LATEST
00:12.3
4
00:3 0.23
2
1
3
UB7ND0D0.book Page 12 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 31 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-13
4
OPMERKING De rondetimer kan alleen worden ge-
start als de motor draait.
Als op de lichtsignaalschakelaar
wordt gedrukt, knippert de koplamp.
Telkens als de rondetimer wordt ge-
pauzeerd, kan de werking worden
hervat door op de lichtsignaalschake-
laar te drukken.Picto gram remre gelsysteem “BC”
Dit pictogram wordt vervangen door de
waarschuwing hulpsysteem en de waar-
schuwing koelvloeistoftemperatuur als
deze worden geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het BC-sy-
steem “BC” op pagina 3-3.
Waarschuwin g foutmo dus “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en waarschuwingslampje “ ” dui-
den op een ECU-fout.
Alleen “Err” duidt op een ABS ECU-fout.
OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor
het onmogelijk kan zijn om de TCS-instel-
lingen te wijzigen. Daarnaast werkt het
ABS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om de
machine na te kijken.Waarschuwin g hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in een niet-
motorgerelateerd systeem.
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloei-
stoftemperatuur oploopt tot 116 °C (241 °F)
of hoger. Stop de machine en schakel de
motor uit. Laat de motor afkoelen.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.
Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit pictogram verschijnt als de motorolie-
druk laag is. Als de machine voor het eerst
wordt ingeschakeld, moet nog oliedruk
worden opgebouwd. Daarom wordt dit pic-
togram weergegeven totdat de motor is ge-
start.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingspictogram oliedruk doorlo-
pend knipperen.LET OP
DCA26410
Laat de motor niet draaien als d e olie-
d ruk laa g is.
UB7ND0D0.book Page 13 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 34 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-16
4
Selecteer BC2 om het remregelsysteem de
remdruk verder te la ten reguleren in de
bochten om laterale wielslip te beperken.OPMERKINGVoor ervaren rijders en bij circuitgebruik
kan het BC2-remsysteem bij wisselende
omstandigheden vroeger ingrijpen dan ver-
wacht in relatie tot uw beoogde snelheid of
lijn in de bochten.QSDe indicators van het snelschakelsysteem
zijn verdeeld in de secties QS en QS .
QS en QS zijn niet gekoppeld en kun-
nen onafhankelijk van elkaar worden in- of
uitgeschakeld.
QS kan worden ingesteld op ON of OFF. In de stand OFF wordt de betreffende op-
of terugschakelfunctie uitgeschakeld. In
dat geval moet bij schakelen in die richting
de koppelingshendel worden gebruikt.
OPMERKINGAls de QSS-instelling niet kan worden ge-
wijzigd: schakel de motor uit met de ver-
snellingsbak in de vrijstand en wijzig dan de
instelling.“Shift In
dicator”
Met deze module kan een aangepaste
schakelindicator worden ingesteld. Als het
motortoerental (in toeren per minuut, tpm)
in het gespecificeerde bereik ligt, gaat de
schakelindicator knipperen.
Deze module heeft 3 opties:
“IND Mode” - de schakelindicator kan wor-
den in- of uitgeschakeld “IND Start” - het toerental waarbij de indi-
cator begint te knipperen kan worden ge-
kozen. Draai na select
ie de wielschakelaar
omhoog of omlaag om de toerentalwaarde
met stappen van 200 tpm te verhogen of
verlagen. “IND Start” kan worden ingesteld
tussen 6000 - 12800 tpm.
“IND Stop” - het toerental waarbij de indi-
cator stopt met knipperen kan worden ge-
kozen. Draai na select ie de wielschakelaar
omhoog of omlaag om de toerentalwaarde
met stappen van 200 tpm te verhogen of
verlagen. “IND Stop” kan worden ingesteld
tussen 6200 - 13000 tpm.
“Maintenance”
Met deze module kunt u de afgelegde af-
stand tussen motorolieverversingen regi-
streren (gebruik het item OIL), evenals twee
andere items naar keuze (gebruik INTER-
VAL 1 en INTERVAL 2).
km/h
QS Setting
Q S ONQS ON
km/h
Shift Indicator
IND Mode ONIND Start 8000 r/minIND Stop 10000 r/min
OIL
INTERAVAL 1INTERAVAL 2 1000
km/h
km
1000
km
1000
km
Maintenance
UB7ND0D0.book Page 16 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 49 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-31
4
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
UB7ND0D0.book Page 31 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 54 of 106

Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-2
6
DAU91411
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer:
de versnellingsbak in de vrijstand
staat of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de zijstandaard is op-
geklapt en de koppelingshendel is in-
getrokken.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar ON en zet de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 4-5.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het waarschuwingslampje oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur moet gaan
branden en blijven branden totdat de
motor is gestart.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven tot de
machine een snelheid van 5 km/h
(3 mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwing s- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
4. Start de motor door de startknop in te drukken.
5. Laat de startkno p los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.OPMERKINGAls de motor niet wil starten, opnieuw pro-
beren met de gasgreep 1/4 slag (20 graden)
opengedraaid.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, dit verkort d e levensduur van d e
motor!1. 1/4 slag (20 graden)
1 1 1
UB7ND0D0.book Page 2 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 55 of 106

Gebruik en belan grijke rij-informatie6-3
6
DAU68221
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een inertiële meeteenheid (IMU). Deze
meeteenheid stopt de motor als de
machine kantelt. Schakel het contact-
slot uit en weer in voordat u probeert
de motor opnieuw te starten. Wanneer
u dit niet, doet zal de motor niet aan-
slaan, ook al probeert de startmotor
de motor op gang te brengen na het
indrukken van de startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU91540
SchakelenDoor te schakelen tussen de verschillende
versnellingen kunt u het beschikbare mo-
torvermogen doseren voor wegrijden, ac-
celereren, klimmen etc. De schakelstanden
worden getoond in de afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand
( ) te schakelen, drukt u het schakel-
pedaal enkele malen in totdat het ein-
de van de slag is bereikt, en trekt u het
vervolgens iets omhoog.
Dit model is uitgerust met een snel-
schakelsysteem. (Zie pagina 3-2.)
LET OP
DCA22521
Rijd niet lan ge tij d met af gezette
motor, ook niet met de versnel-
lin gsb ak in de vrijstan d, en sleep de
motorfiets niet over lan ge afstan-
d en. De versnellin gsb ak wor dt al-
leen af doen de gesmeer d terwijl de
motor draait. Door onvol doen de
smerin g kan d e versnelling sb ak
wor den beschad igd.
Knijp bij het schakelen altij d de
koppelin gshen del in om scha de
aan de motor, versnellin gsb ak en
aan drijflijn te voorkomen, tenzij het
snelschakelsysteem wor dt ge-
b rui kt.
DAU85370
We
grij den en optrekken
1. Trek de koppelingshendel in om de koppeling te ontkoppelen.
2. Schakel de versnellingsbak in de eer-
ste versnelling. Het vrijstandcontrole-
lampje moet uitgaan.
3. Draai geleidelijk de gasgreep open en
laat tegelijkertijd langzaam de koppe-
lingshendel los.
4. Sluit zodra de machine rijdt de gas-
greep en trek tegelijkertijd snel de
koppelingshendel in.
1. Schakelstanden
2. Schakelpedaal
2
1 1 1
1
N 2 3
4
5
6
UB7ND0D0.book Page 3 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM