alarm YAMAHA MT-09 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: MT-09, Model: YAMAHA MT-09 2022Pages: 108, PDF Size: 3.7 MB
Page 24 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-4
4
DAU91532
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplamp en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU66040
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66061
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”. Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU88273
Schakelaar alarmverlichting “OFF/ ”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als het contactslot in de
stand “ON” staat. De ingeschakelde alarm-
verlichting blijft knipperen als u het contact-
slot naar de stand “OFF” of “LOCK” draait.
Om de alarmverlichting uit te schakelen,
draait u het contactslot weer naar de stand
“ON” en bedient u opnieuw de schakelaar
van de alarmverlichting.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAU91364
Schakelaars MODE
Gebruik de schakelaars MODE om te wis-
selen tussen “D-MODE” en “TCS-MODE”
aan de linkerzijde van het hoofddisplay.
Er zijn drie modusregelingen:
Schakelaar MODE omhoog - druk op
deze schakelaar om de geselecteerde mo-
dusinstelling omhoog aan te passen.
Schakelaar “MODE”
- druk op deze scha-
kelaar om links-rechts te wisselen tussen
“D-MODE” en “TCS-MODE”.
Schakelaar MODE omlaag - druk op deze
schakelaar om de geselecteerde modusin-
stelling omlaag aan te passen.OPMERKING Als in “D-MODE 1” op de schakelaar
MODE omhoog wordt gedrukt, wordt
gewisseld naar “D-MODE 4”. Als in
“D-MODE 4” op de schakelaar MODE
omlaag wordt gedrukt, wordt niet ge-
wisseld naar “D-MODE 1”.
De “TCS-MODE” kan alleen worden
uitgeschakeld vanaf het hoofddisplay.
Selecteer “TCS-MODE” met de scha-
kelaar “MODE” en houd vervolgens
de schakelaar MODE omhoog inge-
drukt totdat “OFF” wordt weergege-
ven.
UB7ND1D0.book Page 4 Monday, August 30, 2021 2:32 PM
Page 104 of 108

11-1
11
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 7-24
ABS-waarschuwingslampje .................... 4-7
Accu ...................................................... 7-29
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 7-27BBagagebandhouders ............................ 4-29
Banden ................................................. 7-15
BC ........................................................... 3-3
Bougies, controleren............................... 7-9
Brandstof .............................................. 4-22
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 6-4CClaxonschakelaar ................................... 4-4
Contactslot/stuurslot .............................. 4-2
Controlelampje grootlicht ....................... 4-6
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 4-5
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 4-6
Controlelampje stabiliteitsregeling ......... 4-7
Controlelampje startblokkering............... 4-7DDe motor starten ..................................... 6-2
Diagnosestekker ................................... 10-2
Dimlichtschakelaar.................................. 4-4
Display .................................................... 4-9
Display, menuscherm ........................... 4-14
D-MODE ................................................. 3-1FFilterbus ................................................ 7-10GGasgreep controleren en smeren ......... 7-25 Gelijkstroom kabelstekkers voor
accessoires ........................................ 4-29
Gereedschapsset ................................... 7-2
IIdentificatienummers ............................ 10-1
Inrijperiode.............................................. 6-1KKabels, controleren en smeren ............ 7-25
Kentekenverlichting .............................. 7-32
Klepspeling ........................................... 7-15
Koelvloeistof ......................................... 7-13
Koppelingshendel................................. 4-18LLichtsignaalschakelaar ........................... 4-4
Luchtfilterelement ................................. 7-14MMatkleur, let op ...................................... 8-1
Modelinformatiesticker ......................... 10-1
Motorolie .............................................. 7-10
Motor raakt oververhit .......................... 7-35OOnderhoud ............................................. 8-1
Onderhoud en smering, periodiek.......... 7-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 7-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 7-33PParkeren ................................................. 6-5
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Positie bestuurdersvoetsteunen, afstellen .............................................. 4-25
Problemen oplossen ............................ 7-33RRegistratie van gegevens, voertuig ...... 10-2 Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................7-26
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren........................7-25
Remhendel ............................................4-19
Remlichtschakelaars .............................7-19
Rempedaal ............................................4-20
Remregelsysteem (BC) .........................4-20
Remvloeistofniveau, controleren ..........7-20
Remvloeistof, verversen........................7-22
Richtingaanwijzerschakelaar...................4-4
SSchakelaar alarmverlichting ....................4-4
Schakelen ...............................................6-3
Schakelpedaal ......................................4-19
Schokdemperunit, afstellen ..................4-28
Serienummer motorblok .......................10-1
Snelschakelsysteem ...............................3-2
Spanning aandrijfketting .......................7-22
Speciale kenmerken................................3-1
Specificaties............................................9-1
Stallen .....................................................8-3
Stand van het stuur, afstellen ...............4-25
Startblokkeersysteem .............................4-1
Startspersysteem ..................................4-30
Stationair toerental, controleren ...........7-15
Stop/Run/Start-schakelaar .....................4-4
Storingsindicatielampje (MIL)..................4-6
Storingzoekschema ..............................7-34
Stuurschakelaars ....................................4-3
Stuursysteem, controleren ....................7-28TTankdop ................................................4-21
Tankoverloopslang................................4-23
UB7ND1D0.book Page 1 Monday, August 30, 2021 2:32 PM