YAMAHA MT-125 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: MT-125, Model: YAMAHA MT-125 2015Pages: 94, PDF Size: 7.54 MB
Page 71 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
3. Als de elektrolyt bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan gedistilleerd water bij tot
de merkstreep voor maximumniveau.
LET OP: Gebruik uitsluitend gedis-
tilleerd water, aangezien kraanwa-
ter mineralen bevat die schadelijk
zijn voor de accu.
[DCA10612]
4. Controleer de aansluitingen van de
accukabels, zet ze indien nodig vast
en corrigeer de ligging van de ontluch-
tingsslang.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de machine lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad de accu volledig bij en zet
deze dan weg op een koele en drogeplek. LET OP: Draai voordat u de
accu verwijdert de sleutel naar
“OFF” en haal dan eerst de negatie-
ve kabel en daarna de positieve ka-
bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt opgeborgen, moet het soortelijk
gewicht van de elektrolyt minstens
eens per maand worden gecontro-
leerd; laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen en kijk of de ontluchtings-
slang de juiste ligging heeft, in goede
conditie verkeert en niet verstopt of af-
gekneld is. LET OP: Als het ontluch-
tingsslangetje zo wordt geplaatst
dat het frame wordt blootgesteld
aan elektrolyt of gas uit de accu,
kan externe en structurele schade
aan het frame ontstaan.
[DCA10602]DAUM3460
De zekeringen vervangenDe zekeringenkastjes met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevinden zich
onder het bestuurderszadel. (Zie pagina
3-17.)
Vervang een zekering voor de afzonderlijke
circuits als volgt als deze is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau1
2
+
UPPER
LOWER
ZAUM0106
1. ZekeringenkastjeZAUM1188
U5D7D4D0.book Page 30 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 72 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
OPMERKINGDe boordgereedschapsset bevat een zeke-
ringentang. Gebruik de tang om een zeke-
ring te verwijderen en te plaatsen.MT125MT125A
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Hoofdzekering
6. Backup-zekering
7. ReservezekeringZAUM1189
10
10
15
7.5
5
20
7.5 7.5
15 20
5
7
1
2
3
45
6
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Hoofdzekering
6. Zekering ABS-regeleenheid
7. Reservezekering
8. Backup-zekering
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
10.Zekering ABS-motorZAUM1231
1030
30
20
7
8
9
10
10
15
7.5
20
7.5 7.5
15
5 20
5
7
1
2
3
45
6
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
MT125A 10.0 A
Zekering ABS-motor:
MT125A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
MT125A 20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U5D7D4D0.book Page 31 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 73 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAUM3501
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak g
een kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de koplampunit door de
bouten aan beide zijden los te halen.
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.3. Verwijder de gloeilamphouder door
deze linksom te draaien en haal dan
de doorgebrande gloeilamp los.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. BoutZAUM12201
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1. Koplampgloeilamp
2. GloeilamphouderZAUM1221
2
1
ZAUM1222
2
1
U5D7D4D0.book Page 32 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 74 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
6. Monteer de koplampunit zoals ge-
toond en breng dan aan beide zijden
de bout aan.OPMERKINGControleer de ligging van de kabels wan-
neer de koplampunit is geïnstalleerd om te
voorkomen dat kabels beklemd raken en
dat stekkers losraken.7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU54501
ParkeerlichtDit model heeft parkeerlichten van het LED-
type.
Als een parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler.
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
ZAUM1224
U5D7D4D0.book Page 33 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 75 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192]DAUM3510
De gloeilamp van de kenteken-
verlichting vervangen1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroef los te
draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de
kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
1. Schroef
1. Gloeilamp richtingaanwijzerZAUM1223
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Kentekenverlichtingsunit
3. SchroefZAUM1190
2
3
U5D7D4D0.book Page 34 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 76 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroef aan te
brengen.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU44792
Voorwiel (voor modellen zonder
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU56531
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembouten van de voorwiel-
as los en draai dan de wielasbouten
en vervolgens de remklauwbouten
los.
U5D7D4D0.book Page 35 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 77 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.3. Verwijder de remklauw door de bou-
ten los te halen. LET OP: Bekrachtig
de rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwijderd, anders
worden de remblokken tegen el-
kaar geperst.
[DCA11073]
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
4. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd.5. Draai de wielas vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
6. Zet wielasklembout A en klembout B
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
7. Zet wielasklembout A opnieuw vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.8. Zet de remklauwbouten vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
9. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
1. Wielasbout
2. Klembout voorwielas A
3. Klembout voorwielas B
1. Remklauwbout
2. RemklauwZAUM1215
3
ZAUM1192
Aanhaalmomenten:
Wielas:
59 Nm (5.9 m·kgf, 43 ft·lbf)
Klembout voorwielas:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Remklauwbout:
38 Nm (3.8 m·kgf, 27 ft·lbf)
U5D7D4D0.book Page 36 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 78 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
DAU44802
Achterwiel (voor modellen zon-
der ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU56701
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer los.2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-35.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer volledig los aan
beide zijden van de achterbrug.
5. Draai de stelbouten van de aandrijf-
ketting volledig in richting (a) en druk
het wiel naar voren.6. Haal de aandrijfketting van het achter-
tandwiel.
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. RemklauwZAUM1193
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer
(a)1
2
ZAUM1194
U5D7D4D0.book Page 37 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 79 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
OPMERKINGAls het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder
dan eerst de wielas en breng het wiel
voldoende omhoog om de ketting van
het achtertandwiel te kunnen halen.
De aandrijfketting kan niet worden ge-
splitst.7. Ondersteun de remklauwsteun, trek
de wielas uit en verwijder dan het wiel.
LET OP: Bekrachtig de rem niet ter-
wijl het wiel en de remschijf zijn ver-
wijderd, anders worden de
remblokken tegen elkaar geperst.
[DCA11073]
Om het achterwiel aan te brengen
1. Monteer het wiel en de remklauw-
steun door de wielas vanaf de linker-
zijde in te steken.OPMERKINGControleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
2. Breng de aandrijfketting aan op het
achtertandwiel.
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Laat het achterwiel tot op de grond
zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-23.)
6. Draai de wielasmoer vast en zet daar-
na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
DAU25872
Problemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
1. Borging
2. Sleuf
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
85 Nm (8.5 m·kgf, 61 ft·lbf)
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
U5D7D4D0.book Page 38 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 80 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.U5D7D4D0.book Page 39 Monday, July 7, 2014 4:16 PM