ABS YAMAHA MT-125 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: MT-125, Model: YAMAHA MT-125 2020Pages: 96, PDF Size: 8.32 MB
Page 5 of 96

Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie........................1-1
Beschrijving.......................................2-1
Aanzicht linkerzijde..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten .........2-3
Functies van instrumenten
en bedieningselementen..................3-1
Contactslot/stuurslot.......................3-1
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes ...............................3-2
Multifunctionele meter.....................3-4
Stuurschakelaars...........................3-12
Koppelingshendel .........................3-13
Schakelpedaal...............................3-13
Remhendel ....................................3-14
Rempedaal ....................................3-14
ABS ...............................................3-15
Tankdop ........................................3-16
Brandstof.......................................3-16
Overloopslang brandstoftank........3-18
Uitlaatkatalysator ..........................3-18
Zadel .............................................3-19
Helmbevestiging ...........................3-20
Zijstandaard ..................................3-20
Startblokkeringssysteem...............3-21
Voor uw veiligheid – controles
voor het rijden...................................4-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie......................................5-1
Inrijperiode ......................................5-1
De motor starten .............................5-2
Schakelen........................................5-4
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik.........................5-5
Parkeren ..........................................5-6
Periodiek onderhoud
en afstelling.......................................6-1
Gereedschapsset ............................6-2
Periodiek onderhoudsschema van
het uitstootcontrolesysteem ........6-3Algemeen smeer- en
onderhoudsschema..................... 6-4
Stroomlijnpanelen verwijderen
en aanbrengen............................. 6-7
Bougie controleren ......................... 6-7
Motorolie en oliefilterelement.......... 6-8
Waarom Yamalube ....................... 6-11
Koelvloeistof ................................. 6-11
Vervangen van het
luchtfilterelement en reinigen
van de aftapslang ...................... 6-13
Afstellen van het stationair
toerental .................................... 6-13
Vrije slag van de gasgreep
afstellen ..................................... 6-14
Klepspeling ................................... 6-15
Banden.......................................... 6-15
Gietwielen ..................................... 6-18
Vrije slag van de
koppelingshendel afstellen ........ 6-18
Vrije slag van voorremhendel
controleren ................................ 6-19
Vrije slag van rempedaal
afstellen ..................................... 6-20
Remlichtschakelaars .................... 6-20
Controleren van voor- en
achterremblokken...................... 6-21
Controleren van
remvloeistofniveau .................... 6-22
De remvloeistof verversen ............ 6-23
Spanning aandrijfketting ............... 6-23
Aandrijfketting reinigen en
smeren....................................... 6-25
Kabels controleren en smeren ...... 6-25
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-26
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen..................... 6-26
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren .............. 6-27
Zijstandaard controleren
en smeren .................................. 6-27
Achterbrugscharnierpunten
smeren....................................... 6-28
Voorvork controleren .................... 6-28
Stuursysteem controleren............. 6-29
UB6GD0D0.book Page 1 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 16 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-2
3
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU4939H
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11022Controlelampje
richtingaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11449Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen. (Zie pagina 6-37.)
1. Drukken.
2. Draaien.
12
1. Schakellampje
2. Controlelampje richtingaanwijzers Ž
3. Controlelampje grootlicht Ž
4. ABS-waarschuwingslampje Ž
5. Waarschuwingslampje motorstoring Ž
6. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur Ž
7. Vrijstandcontrolelampje Ž
ZAUM1566
56 72
3
4
1
ABS
UB6GD0D0.book Page 2 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 17 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
Bij machines met een of meer radiatorkoel-
vinnen schakelt de radiatorkoelvin automa-
tisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, gaat
dit lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU73172Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.
DAU69895ABS-waarschuwingslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat als u een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) hebt bereikt of als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat
branden:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen blokkeren bij een
noodstop.
Laat de machine zo snel mogelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAU80372Schakellampje
Dit lampje kan zo worden ingesteld dat het
bij geselecteerde motortoerentallen aan- of
uitgaat. (Zie pagina 3-9.)
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden, vraag dan een Yamaha
dealer het voertuig te controleren.
ABS
UB6GD0D0.book Page 3 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 29 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-15
3
DAU63040
ABS
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
ZAUM1734
1
2
ZAUM1590
1
2
UB6GD0D0.book Page 15 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 40 of 96

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
5
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU86690
De motor starten
Het startspersysteem staat starten toe
wanneer:
de versnellingsbak in de vrijstand
staat of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de zijstandaard is op-
geklapt en de koppelingshendel is in-
getrokken.
Om de motor te starten
1. Draai het contactslot naar ON en zet
de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de
waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 3-2.)
OPMERKING
Start de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet werkt zoals hierboven be-
schreven, vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
4. Start de motor door de startknop in te
drukken.
5. Laat de startknop los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.
UB6GD0D0.book Page 2 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 64 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-20
6
DAUM1355
Vrije slag van rempedaal afstel-
len
Meet de vrije slag van het rempedaal zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van het rempedaal
regelmatig en laat deze indien nodig door
een Yamaha dealer afstellen.
WAARSCHUWING
DWAM1031
Als de vrije slag van het rempedaal niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy-
steem vóór gebruik van de motorfiets
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
DAU36505
Remlichtschakelaars
Het remlicht moet gaan branden net voor-
dat de remwerking intreedt. Het remlicht
wordt geactiveerd door schakelaars die zijn
verbonden met de remhendel en het rem-
pedaal. Aangezien de remlichtschakelaars
onderdelen zijn van het Yamaha ABS (Anti-
lock Brake System), mogen ze alleen wor-
den onderhouden door een Yamaha dealer.
1. Vrije slag rempedaal
Vrije sl ag rempedaal:
7.0–13.0 mm (0.28–0.51 in)
1
UB6GD0D0.book Page 20 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 66 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
6
DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veau
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem
Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit een
onaangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul
bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens het bij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnendringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verlagen zodat
dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
1
ZAUM1057
1
UB6GD0D0.book Page 22 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 75 of 96
![YAMAHA MT-125 2020 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
6
tactslot uit en sluit eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16842]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aan YAMAHA MT-125 2020 Instructieboekje (in Dutch) Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
6
tactslot uit en sluit eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16842]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aan](/img/51/50955/w960_50955-74.png)
Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
6
tactslot uit en sluit eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16842]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAUB1116
De zekeringen vervangen
Het zekeringenkastje bevindt zich onder
het zadel. (Zie pagina 3-19.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel
het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekeringenkastje
2. Reservezekering
3. Koplampzekering
4. Zekering ABS-regeleenheid
5. Hoofdzekering
6. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
7. Zekering ABS-motor
8. Zekeringklemmen
157.5 2 1
5 7.5 1
5 3
0302
1
8
76543
2
UB6GD0D0.book Page 31 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 76 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
6
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAUN2261
Voertuigverlichting
Dit model is uitgerust met LED-lampen
voor de koplampen, parkeerlichten en het
remlicht/achterlicht. Als een lamp niet gaat
branden, controleer dan de zekeringen en
laat vervolgens een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.
LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
2.0 A
Koplampzekering:
7.5 A
1. Parkeerlicht
2. Koplamp
21
UB6GD0D0.book Page 32 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM
Page 83 of 96

Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
7
agressieve chemische stoffen,
schurende reinigingsmiddelen of
was op onderdelen met een matte
afwerking. Borstels kunnen kras-
sen en beschadigingen veroorza-
ken op de matte afwerking, gebruik
alleen een zachte spons of hand-
doek.
doeken, sponzen of borstels met
resten van schurende reinigings-
middelen of agressieve chemische
stoffen zoals oplosmiddelen, benzi-
ne, roestverwijderaars, remvloei-
stof, antivries etc.
Voor het wassen
1. Plaats de machine buiten direct zon-
licht en laat deze afkoelen. Dit helpt
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri-
sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor-
beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een
hoogwaardig ontvettingsmiddel en
een kunststof borstel of spons. LET
OP: Gebruik geen ontvettingsmid-
del op gedeelten die gesmeerd
moeten worden, zoals afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Volg de in-
structies bij het product.
[DCA26290]
Wassen
1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af
en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht-
streeks in de uitlaatdemper, het instru-mentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar-
dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone
doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te ko-
men. LET OP: Gebruik koud water
als het voertuig is blootgesteld aan
zout. Warm water vergroot de bij-
tende eigenschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
agressieve chemicaliën om de
kuipruit te reinigen. Daarnaast kun-
nen bepaalde reinigingsmiddelen
voor kunststof krassen achterlaten
op de kuipruit, dus test een reini-
gingsmiddel altijd eerst voordat u
het toepast.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa-
ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen
1. Droog de machine met een zeem of
vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje.
2. Voor modellen met een aandrijfket-
ting: Aandrijfketting drogen en vervol-
gens smeren om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
UB6GD0D0.book Page 2 Tuesday, August 27, 2019 3:03 PM