YAMAHA MT-125 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: MT-125, Model: YAMAHA MT-125 2021Pages: 94, PDF Size: 7.03 MB
Page 21 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
Controlelampje voor varia bele klep be-
d ienin g (VVA)
Dit model is uitgerust met variabele klepbe-
diening (VVA) voor brandstofbesparing en
acceleratie in de lage en hoge versnellin-
gen. Het controlelampje voor variabele
klepbediening (VVA) gaat branden wanneer
het systeem voor variabele klepbediening
naar de hogere versnellingen is gescha-
keld. Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
LET OP
DCA23050
Laat
de motor niet draaien in d e hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Ho getoerenzone: 11000 tpm en ho ger
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “ ” en door het vrij-
standcontrolelampje.
Multifunctioneel display
1. Controlelampje voor variabele klepbedie-
ning (VVA)ZAUM1571
1
1. Toerenteller
2. Rode zone toerentellerZAUM1572
1 2
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1. Multifunctioneel displayZAUM15731
2
ZAUM1574
1
UB6GD1D0.book Page 6 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 22 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een weergave huidig brandstofver-
bruik
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave voor de gemiddelde
snelheid
een instelfunctie voor displayhelder-
heid en controlelampje schakelmo-
ment
weergave van welkomstscherm
een systeem voor zelfdiagnose
Druk op de “SELECT”-toets om te wisselen
tussen de kilometertellerweergave “ODO”,
rittellerweergave “TRIP 1” en “TRIP 2”,
weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L” of “L/100 km”, weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik “AVE_
_._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km” en de
modus voor gemiddelde snelheid “AVE_
_._ km/h” in onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L of L/100
km → AVE_ _._ km/L of AVE_ _._ L/100 km
→ AVE_ _._ km/h → ODO Voor Verenigd Koninkrijk:
Druk op de “SELECT”-toets om te wisselen
tussen de kilometert
ellerweergave “ODO”,
de rittellerweergave “TRIP 1” en “TRIP 2”,
de weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100 km” of “MPG” en de
weergave van het gemiddelde brandstof-
verbruik “AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100
km” of “AVE_ _ _._ MPG” en de modus
voor gemiddelde snelheid “AVE_ _._ km/h”
of “AVE_ _._ MPH”, in de onderstaande
volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L of L/100
km of MPG → AVE_ _._ km/L of AVE_ _._
L/100 km of AVE_ _ _._ MPG → AVE_ _._
km/h of AVE_ _._ MPH → ODO
Druk op de “RESET”-toets om het display
terug te stellen.
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-ritteller “TRIP F” en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven.
In dat geval wordt door het indrukken van
de “SELECT”-toets gewisseld tussen de
diverse weergaven van ritteller, kilometer-
teller, huidig verbruik, gemiddeld verbruik
en modi voor gemiddelde snelheden, in de
onderstaande volgorde: TRIP F
→ km/L of L/100 km → AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km → AVE_ _._
km/h → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F
Voor Verenigd Koninkrijk:
TRIP F → km/L, L/100 km of MPG →
AVE_
_
._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _ _._
MPG → AVE_ _._ km/h of AVE_ _._ MPH →
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de “SELECT”-toets
te drukken en vervolgens de “RESET”-
toets ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na
het tanken 5 km (3 mi) is gereden en wordt
de vorige ritteller weergegeven.
UB6GD1D0.book Page 7 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 23 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
Kilometerteller
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd. Deze
wordt vergrendeld bij 999999 en kan niet
worden teruggesteld.
Rittellerweer gave De rittellers tonen de totale afstand die is
afgelegd sinds de tellers voor het laatst
werden teruggesteld.
Houd de “RESET”-toets ingedrukt om een
ritteller terug te stellen.
OPMERKING
De rittellers worden teruggesteld en
blijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.
Houd de “RESET”-toets ingedrukt om
de rittellers terug te stellen terwijl deze
worden weergegeven.Mo dus hui dig b ran dstofver bruik
Geeft het huidige verbruik weer wanneer
het voertuig minimaal 10 km/h (6 mi/h) rijdt.
Het huidige brandstofverbruik kan worden
ingesteld op “km/L”, “L/100 km” of “MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk). Als u de weergave van het huidige verbruik
wilt wisselen tussen “km/L”, “L/100 km” en
“MPG” (voor Verenigd Koninkrijk), houdt u
de “SELECT”-toets ingedrukt.
“km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rij-
omstandigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG” (voor Verenigd Koninkrijk): De
afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt
weergegeven.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.
Het huidige verbruik dient alleen ge-
bruikt te worden als algemene refe-
rentie. Gebruik dit getal niet om de
afstand te schatten die met de huidige
brandstoftank kan worden afgelegd.
1. Kilometerteller
1. RittellerZAUM1575
1
ZAUM1576
1
1. Weergave huidig brandstofverbruikZAUM1577
1
UB6GD1D0.book Page 8 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 24 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
Mo dus gemi ddel d b ran dstofver bruik
Geef het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds de weergave op nul is terugge-
steld.
Het gemiddelde brandstofverbruik kan
worden ingesteld op “AVE_ _._ km/L”,
“AVE_ _._ L/100 km” of “AVE_ _ _._ MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk).
Als u de weergave van het gemiddelde ver-
bruik wilt wisselen tussen “AVE_ _._ km/L”,
“AVE_ _._ L/100 km” of “AVE_ _ _._ MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk), houdt u de “SE-
LECT”-toets ingedrukt. “AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op
1.0 L brandstof wordt weergegeven.
“AVE_ _._ L/100 km”: De gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen wordt weergege-
ven.
“AVE_ _ _._ MPG” (voor Verenigd Ko-
ninkrijk): De gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof wordt weergegeven.
Houd de “RESET”-toets ingedrukt om de
weergave van het gemiddelde verbruik te-
rug te stellen.
OPMERKING Nadat u de weergave van het gemid-
delde brandstofverbruik hebt terugge-
steld, wordt “_ _._” weergegeven
totdat 1 km (0.6 mi) met de machine is
afgelegd.
Het gemiddelde verbruik dient alleen
gebruikt te worden als algemene refe-
rentie. Gebruik dit getal niet om de af-
stand te schatten die met de huidige
brandstoftank kan worden afgelegd.
Mo dus voor gemi ddel de snelhei d
Geeft de rijsnelheid van het voertuig weer
sinds de weergave op nul is teruggesteld.
Als u de weergave van de gemiddelde snel-
heid wilt terugstellen, houdt u de “RESET”-
toets net zolang ingedrukt tot de gemiddel-
de snelheid knippert en drukt u vervolgens
de toets opnieuw in.
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruikZAUM1578
1
1. Weergave voor gemiddelde snelheidZAUM1579
1
UB6GD1D0.book Page 9 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 25 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
Instelfunctie voor displayhel derhei d en
controlelampje schakelmoment
Deze instelfunctie schakelt door vijf regel-
functies heen in de onderstaande volgorde. Displayhelderheid: de multifunctionele
meter kan worden aangepast aan de
displayhelderheid.
Knipperpatroon voor controlelampje
schakelmoment: via deze functie kiest
u of het controlelampje moet worden
geactiveerd en of het bij activering
moet knipperen of continu moet bran-
den.
Activeringspunt voor controlelampje
schakelmoment: via deze functie kiest
u het motortoerental waarbij het con-
trolelampje wordt geactiveerd.
Deactiveringspunt voor controlelamp-
je schakelmoment: via deze functie
kiest u het motortoerental waarbij het
controlelampje wordt gedeactiveerd.
Helderheid voor controlelampje scha-
kelmoment: via deze functie regelt u
de helderheid van het controlelampje.
De displayhelderheid en het controlelampje
voor het schakelmoment instellen1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Druk de “SELECT”-toets in en houd deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ ”, wacht vijf seconden en laat dan de “SELECT”-
toets los. Daarna drukt u opnieuw de
“SELECT”-toets in. De displayhelder-
heid kan nu worden aangepast.
De displayhelderheid instellen1. Druk op de “RESET”-toets om de ge- wenste displayhelderheid te kiezen.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het geselecteerde niveau voor de display-
helderheid te bevestigen. Het lampje
van de displayhelderheid wisselt naar
de instelfunctie van het schakelknip-
perpatroon. Het schakelknipperpatroon instellen
1. Druk op de “RESET”-toets om een
van de volgende knipperpatroonin-
stellingen te kiezen: Aan: het controlelampje blijft na
activering branden. (Deze instel-
ling is geselecteerd wanneer het
controlelampje aan blijft.)
Knipperen: het controlelampje
knippert na activering. (Deze in-
stelling is geselecteerd wanneer
het controlelampje vier keer per
seconde knippert.)
Uit: het controlelampje is gede-
activeerd, m.a.w. het gaat niet
branden of knipperen. (Deze in-
stelling is actief wanneer het con-
trolelampje één keer per twee
seconden knippert.)
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde knipperpatroon te be-
vestigen. Het controlelampje schakel-
moment wisselt naar de instelfunctie
van het activeringspunt.
De toerenteller geeft de huidige tpm-instel-
ling voor het activeringspunt en het deacti-
veringspunt aan.
1. Controlelampje schakelmoment
2. Weergave helderheidsniveauZAUM1580
21
UB6GD1D0.book Page 10 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 26 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
Om het activeringspunt in te stellenOPMERKINGHet activeringspunt voor het controlelamp-
je voor het schakelmoment kan worden in-
gesteld tussen 9000 tpm en 13000 tpm.
Het controlelampje kan worden ingesteld in
stappen van 500 tpm.1. Druk de “RESET”-toets in om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten activeren.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het geselecteerde motortoerental te be-
vestigen. De instelfunctie wisselt naar
de instelling van het deactiverings-
punt.
Het deactiveringspunt instellenOPMERKING Het deactiveringspunt voor het con-
trolelampje voor het schakelmoment
kan worden ingesteld tussen
9000 tpm en 13000 tpm. Het controle-
lampje kan worden ingesteld in stap-
pen van 500 tpm.
Denk eraan dat het deactiveringspunt
op een hoger toerental moet worden
ingesteld dan het activeringspunt, an-
ders zal het controlelampje schakel-
moment niet gaan branden.
1. Druk op de toets “RESET” om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten deactiveren.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde motortoerental te be-
vestigen. De instelfunctie wisselt naar
de instelling van de helderheid.
De helderheid van het schakellampje instel-len1. Druk op de “RESET”-toets om de ge- wenste helderheid van het schakel-
controlelampje te kiezen.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde helderheidsniveau te
bevestigen. De instelfunctie voor het
controlelampje schakelmoment wordt
afgesloten en het multifunctionele dis-
play keert terug naar de standaard-
weergave.
Welkomstscherm
Het welkomstscherm begroet de bestuur-
der wanneer de sleutel naar “ ” wordt ge-
draaid met de berichten “Hi Buddy” en “see you” wanneer de sleutel naar “ ” wordt
gedraaid. De gebruikersnaam “Buddy” is
ingesteld als fabrieksstandaard, maar kan
ook worden ingesteld op uw naam.
De gebruikersnaam instellen
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Houd de “RESET”-toets ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ ”, wacht vier
seconden en laat dan de “RESET”-
toets los.
4. Wanneer het eerste teken begint te
knipperen, drukt u op de “SELECT”-
toets om het volgende alfanumerieke
teken weer te geven; druk op de “RE-
SET”-toets om naar het vorige teken
te gaan.1. Koppelteken
2. SpatieZAUM1581
AB C Y Z
012
9
-_
1
2
UB6GD1D0.book Page 11 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 27 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
5. Houd de “SELECT”-toets ingedrukt
om het geselecteerde teken te beves-
tigen. Het tweede teken begint te
knipperen. Herhaal dit proces voor
alle zes tekens. Na dat het zesde teken
is ingesteld, knipperen alle tekens
twee keer en wordt de instelfunctie
automatisch beëindigd.
Zelf dia gnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
geeft het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutco de aan-
g eeft, moet de machine zo spoe dig mo-
g elijk wor den gecontroleer d om
motorscha de te voorkomen.
DAU1234R
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. ZelfdiagnosesysteemZAUM1582
1
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar
“//”
12
3
4
1
UB6GD1D0.book Page 12 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 28 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-13
3
DAU12352
Lichtsi gnaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op “ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU68271
Startschakelaar/noo dstopschakelaar
“//”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en schuift u
de schakelaar vervolgens naar “ ”. Zie
pagina 5-2 voor startinstructies voordat u
de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU12823
Koppelin gshen delTrek om de aandrijflijn te ontkoppelen van
de motor, bijvoorbeeld om te schakelen, de
koppelingshendel in. Laat de hendel los om
de koppeling te laten aangrijpen, zodat ver-
mogen wordt overgebracht op het achter-
wiel.OPMERKINGVoor soepel schakelen moet de hendel snel
worden ingetrokken en langzaam worden
losgelaten. (Zie pagina 5-3.)1. Koppelingshendel1
UB6GD1D0.book Page 13 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 29 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-14
3
DAU12876
Schakelped aalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het scha-
kelpedaal omhoog om te schakelen naar
een hogere versnelling. Beweeg het scha-
kelpedaal omlaag om te schakelen naar
een lagere versnelling. (Zie pagina 5-3.)
DAU12892
RemhendelDe remhendel bevindt aan de rechterzijde
van het stuur. Trek de hendel naar gas-
greep toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Schakelpedaal
1
1. Remhendel
1
1. Rempedaal
1
UB6GD1D0.book Page 14 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM
Page 30 of 94

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
DAU63040
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uitg erust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte weg en of grin dwe gen, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn d an zonder ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en d e rotor van
d e wielsensor niet beschad igd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensorZAUM173412ZAUM1590
12
UB6GD1D0.book Page 15 Wednesday, July 15, 2020 3:14 PM