alarm YAMAHA MT09 TRACER 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: MT09 TRACER, Model: YAMAHA MT09 TRACER 2017Pages: 114, PDF Size: 5.29 MB
Page 18 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit deaccu ontladen.
DAU4939B
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU77380
Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 6-11), laat
de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.OPMERKING
Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of bij
plotseling afremmen of optrekken, er is
dan echter geen sprake van een sto-
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers “”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
3. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Controlelampje tractieregeling “ ”
7. Controlelampje grootlicht “ ”
8. Vrijstandcontrolelampje “ ”
9. Controlelampje startblokkering “ ”
GEARN
25
A.TEMP °C
Lo
C.TEMP°C
0:00
TIME TRIP
3456
789
1
2
ABS
U2PPD3D0.book 3 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 33 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-18
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
Rechts
DAU54201
Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dimlicht
staan.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te ge ven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat
hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54212
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine omslaat of als de
gaskabel blijft hangen.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU59011
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de instelmodusweergave
van de multifunctionele meter.
Zie Multifunctionele meter op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU59001
Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de informatieweergave en
instelmodusweergave van de multifunctio-
nele meter.
Zie Multifunctionele meter op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU77020
Rijmodusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA15341
Wijzig de rijmodus niet tijdens het rijden.
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1
23
U2PPD3D0.book 18 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 110 of 114

10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
910
11
12
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren .........6-26
ABS ..........................................................3-20
ABS-waarschuwingslampje .......................3-4
Accu .........................................................6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren........6-29BBagagebandhouders................................3-35
Banden.....................................................6-18
Bougies, controleren ................................6-10
Brandstof..................................................3-24
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ......5-3CClaxonschakelaar ....................................3-18
Contactslot/stuurslot ..................................3-2
Controlelampje grootlicht ...........................3-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes............................3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ...........3-3
Controlelampje startblokkering ..................3-5
Controlelampje tractieregeling ...................3-4DDe motor starten ........................................5-1
Diagnosestekker ........................................9-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ...........................3-18
D-mode (rijmodus ) ...................................3-17FFilterbus ...................................................6-11GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren...................................................6-27
Gegevensregistratie, voertuig ....................9-2 Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................... 3-38
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires ........................................... 3-39
Gereedschapsset ...................................... 6-2
Gloeilamp kentek enverlichting,
vervangen ............................................. 6-36
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ............................................. 6-36
HHelmbevestiging ...................................... 3-30
Hoogte van het bestuurderszadel,
afstellen ................................................. 3-28IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................. 5-3KKabels, controleren en smeren................ 6-27
Klepspeling .............................................. 6-18
Koelvloeistof ............................................ 6-14
Koplampen .............................................. 6-35
Koplamphoogte, aanpassen .................... 3-32
Koppelingshendel .................................... 3-19
Kuipruit .................................................... 3-31LLuchtfilterelement .................................... 6-17MMatkleur, let op .......................................... 7-1
Menuschakelaar ...................................... 3-18
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ............................................. 6-29
Modelinformatiesticker............................... 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 6-11
Multifunctionele meter ............................... 3-5
OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Opbergcompartiment .............................. 3-31
Overloopslang brandstoftank .................. 3-26PPaneel, verwijderen en aanbrengen ......... 6-9
Parkeerlichten ......................................... 6-35
Parkeren.................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 6-37RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ............................................. 6-28
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren .................................................. 6-27
Remhendel .............................................. 3-20
Remlicht/achterlicht ................................. 6-35
Remlichtschakelaars ............................... 6-22
Rempedaal .............................................. 3-20
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-23
Remvloeistof, verversen.......................... 6-24
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-18SSchakelaar alarmverlichting .................... 3-18
Schakelen ................................................. 5-2
Schakelpedaal......................................... 3-19
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-34
Selectieschakelaar .................................. 3-18
Serienummer motorblok ............................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ............. 6-5
Spanning aandrijfketting.......................... 6-25
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling ...................................................... 7-4
Stand van het stuur, afstellen.................. 3-32
U2PPD3D0.book 1 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分