ABS YAMAHA SCR950 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: SCR950, Model: YAMAHA SCR950 2017Pages: 86, PDF Size: 2.34 MB
Page 6 of 86

InhoudsopgaveVeiligheidsinformatie....................... 1-1
Beschrijving ...................................... 2-1
Aanzicht linkerzijde ......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ...................... 2-2
Bedieningen en instrumenten......... 2-3
Functies van instrumenten en
bedieningselementen ...................... 3-1
Startblokkeersysteem..................... 3-1
Contactslot ..................................... 3-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ............... 3-3
Multifunctionele meter .................... 3-5
Stuurschakelaars ............................ 3-7
Koppelingshendel........................... 3-8
Schakelpedaal ................................ 3-8
Remhendel ..................................... 3-9
Rempedaal ..................................... 3-9
ABS ................................................ 3-9
Tankdop ....................................... 3-10
Brandstof ...................................... 3-11
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang............................ 3-13
Uitlaatkatalysator.......................... 3-13
Stuurslot ....................................... 3-14
Afstellen van de schokdemperunits .................... 3-14
Zijstandaard.................................. 3-15
Startspersysteem ......................... 3-16 Voor uw veiligheid – controles
voor het rijden
................................... 4-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie ..................................... 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-3
Parkeren .......................................... 5-4
Periodiek onderhoud en
afstelling ............................................ 6-1
Boordgereedschapsset................... 6-2
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema ..................... 6-5
Panelen verwijderen en
aanbrengen.................................. 6-9
Controleren van de bougies.......... 6-10
Filterbus ........................................ 6-11
Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-12
Het luchtfilterelement vervangen .................................. 6-14
De vrije slag van de gasgreep controleren................................. 6-15
Klepspeling ................................... 6-15
Banden .......................................... 6-16
Spaakwielen .................................. 6-18 Vrije slag van koppelingshendel
afstellen ..................................... 6-18
Vrije slag van remhendel controleren ................................ 6-19
Remlichtschakelaars..................... 6-19
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-20
Controleren van
remvloeistofniveau .................... 6-20
Remvloeistof verversen ................ 6-22
Doorbuiging aandrijfriem .............. 6-22
Kabels controleren en smeren...... 6-23
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel ............... 6-23
Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen ............ 6-23
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren .............. 6-24
Zijstandaard controleren en smeren ...................................... 6-25
Voorvork controleren .................... 6-25
Stuursysteem controleren ............ 6-26
Controleren van wiellagers ........... 6-26
Accu.............................................. 6-26
Zekeringen vervangen .................. 6-28
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-29
Parkeerlichtgloeilamp vervangen .................................. 6-30
Remlicht/achterlicht...................... 6-31
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen .................................. 6-31UBL3D0D0.book Page 1 Thursday, November 10, 2016 2:10 PM
Page 18 of 86

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
DAU4939C
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11022
Controlelampje richtin gaanwijzers
“”
Dit controlelampje kn ippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11256
Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 6-12), laat
de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.OPMERKING Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of
bij plotseling afremmen of optrekken,
er is dan echter geen sprake van een
storing.
Dit model is uitgerust met een zelfdi-
agnosesysteem voor het circuit van
het waarschuwingslampje olieniveau.
Als er een probleem wordt gedetec-
teerd in het circuit van het waarschu-
wingslampje olieniveau, knippert het
waarschuwingslampje olieniveau her-
haaldelijk. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.
DAU11368
Waarschuwin gslampje bran dstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 2.8 L (0.74 US gal, 0.62 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden nadat u
brandstof hebt bijgevuld, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
1. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Waarschuwingslampje brandstofniveau “”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Vrijstandcontrolelampje “ ”
8. Controlelampje grootlicht “ ”
1
35 42
8
7
6
ABS
UBL3D0D0.book Page 3 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 19 of 86

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
OPMERKINGDit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor het circuit van het waar-
schuwingslampje brandstofniveau. Als er
een probleem wordt gedetecteerd in het
circuit van het waarschuwingslampje
brandstofniveau, knippert het waarschu-
wingslampje brandstofniveau herhaaldelijk.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de mach ine te controleren.
DAU73171
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69891
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat dit
waarschuwingslampje branden als de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid en gaat het uit
zodra met een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-9 voor uitleg over de werking
van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hog er wordt g ered en,
of als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal niet
gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen d at de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAU73120
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
ABS
UBL3D0D0.book Page 4 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 24 of 86

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
DAU12892
Remhen delDe remhendel bevindt aan de rechterzijde
van het stuur. Trek de hendel naar gas-
greep toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU63040
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dwe gen, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
1. Remhendel
1
1. Rempedaal
1
UBL3D0D0.book Page 9 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 25 of 86

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en d e rotor van
d e wielsensor niet b eschadigd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
DAUM1794
Tank dopOm de tankd op te verwij deren
1. Open het slotplaatje van de tankdop.
2. Steek de sleutel in het slot en draai deze een kwartslag rechtsom. Het slot
wordt ontgrendeld en de tankdop kan
worden verwijderd.
Om de tankd op aan te bren gen
1. Druk de tankdop in positie met de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor1
21
2
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1 2
UBL3D0D0.book Page 10 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 37 of 86

Gebruik en belan grijke rij-informatie5-2
5
wanneer een waarschuwin gs- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pa gina 3-3
voor een controle van het circuit van het
b etreffen de waarschuwin gs- of contro-
lelampje.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
g aat bran den en weer uit gaat zoals hier-
b oven beschreven, zie dan pa gina 3-3
voor een controle van het circuit van het
waarschuwin gslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de schakelaar
naar “ ” te schuiven.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar/noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere
startpoging moet zo kort mogelijk du- ren om de accu te sparen. Laat de
startmotor nooit langer dan 10 secon-
den achtereen draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl d
e motor nog
kou d is, d it verkort de levensd uur van de
motor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
2
5
4
3
2
N 1 5
4
3
2
N 1
UBL3D0D0.book Page 2 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 60 of 86

Periodiek on derhou d en afstelling
6-21
6
AchterremOPMERKINGHet remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich achter paneel B. (Zie pagi-
na 6-9.)
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uit gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht:
Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendrin gen in het rem-
systeem, waar door de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen de
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekka ge tot gevol g.
Vul bij met hetzelf
de t
ype remvloei-
stof. Toevoe gin g van een an der
type remvloeistof d an DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij dens het b ij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnend ringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verla gen zo dat
d amp belvormin g kan optre den en
vuil de hy draulisch bed ien de klep-
pen van de ABS eenhei d kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen bescha dig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.
Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en /of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
1. Merkstreep minimumniveauAan bevolen remvloeistof:
DOT 4
1
UBL3D0D0.book Page 21 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 67 of 86

Periodiek on derhoud en afstelling
6-28
6
DAU57711
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de ABS-motorzekering
en de zekeringkasten, waarin de zekerin-
gen voor de afzonderlijke circuits zijn on-
dergebracht, bevinden zich onder het
boordgereedschapskastje achter het pa-
neel C. (Zie pagina 6-9.)
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de ABS-motorze-
kering verwijdert u de kap van het startmo-
torrelais door deze omhoog te trekken.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Zekering ABS-motor
4. Reservezekering ABS-pompmotor
3
2
4
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering parkeerlichten
5. Backup-zekering (voor klok en startblokkeersysteem)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering brandstofinjectiesysteem
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
2 1
4
5
6
7
789
3
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering ABS-motor
3. Reservezekering ABS-pompmotor
2
1
3
UBL3D0D0.book Page 28 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 68 of 86

Periodiek on derhou d en afstelling
6-29
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU63180
Koplampg loeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10661
Raak het glas van d e koplampg loeilamp
niet aan zo dat dit vetvrij blijft, an ders kan
d e doorzichti ghei d van het glas, de lich-
tintensiteit en de levens duur na deli g
wor den beïnvloe d. Wrijf eventuele ver-
ontreini gin gen en vin geraf drukken op
het gloeilamp glas weg met een d oekje
g ed renkt in alcohol of thinner.1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen. 2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 15.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1
1
2
UBL3D0D0.book Page 29 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM
Page 75 of 86

Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-2
7
Gebruik geen bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen. Vermijd het geb ruik van d oe-
ken of sponzen d ie in contact zijn
g eweest met bijten de of schuren de
reini gin gsmi ddelen, oplosmi ddelen
of thinner, b randstof ( benzine),
roestverwij derin gsmi ddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, om dat dan op de
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo scha de kan ontstaan:
af dichtin gen (van wiel- en achter-
b ru gla gers, voorvork en remmen),
ele
ktrische componenten (kab el-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichtin g),
b eluchting s- en ontluchtin gsslan-
g en.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijten de reini gin gs-
mi ddelen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het pro duct op een
klein, niet-zicht baar ged eelte van
d e kuipruit om zeker te zijn dat g
een sporen achter blijven op d e
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an na wassen een
hoo gwaar dig e polish voor g eb ruik
op ku n
ststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water
en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
g een warm water, dit versnelt de
corrosieve werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reini gin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
UBL3D0D0.book Page 2 Wednesday, November 9, 2016 3:08 PM