YAMAHA SLIDER 50 2005 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2005, Model line: SLIDER 50, Model: YAMAHA SLIDER 50 2005Pages: 80, PDF Size: 2.14 MB
Page 21 of 80

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00125
Richtingaanwijzerschakelaar “”
Druk deze schakelaar naar rechts om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar links om afslaan naar links
aan te geven. Na loslaten keert de schake-
laar terug naar de middenstand. Om de
richtingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “, ”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
DAUM0063
Startknop “”
Druk bij bekrachtigde voor- of achterrem
deze knop in om de motor via de startmotor
te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
DAU03882
Voorremhendel De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
1. Claxonschakelaar “”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “”
3. Dimlichtschakelaar “, ”
12
3
ZAUM0142
1. Startknop “”
1
ZAUM0473
1. Voorremhendel
1
ZAUM0084
Page 22 of 80

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU00163
Achterremhendel De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de achterrem te bekrachti-
gen.
DAU03463
Tankdop en dop van
oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering De tankdop en de dop van oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering bevinden zich
onder het zadel. (Zie pagina 3-8 voor ope-
nen en sluiten van het zadel.)
Vuldop brandstoftank
Om de tankdop te verwijderen wordt deze
linksom gedraaid en dan losgenomen.
Om de tankdop aan te brengen wordt deze
rechtsom gedraaid.Dop van oliereservoir voor 2-takt injec-
tiesmering
De dop van oliereservoir voor 2-takt injec-
tiesmering wordt los getrokken om te ver-
wijderen.
Om de dop van oliereservoir voor 2-takt in-
jectiesmering aan te brengen wordt deze
vast gedrukt in de reservoiropening.
DW000025
WAARSCHUWING
_ Controleer alvorens te gaan rijden of de
tankdop en de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering correct zijn
aangebracht. _
1. Achterremhendel
1
ZAUM0085
1. Vuldop brandstoftank
2. Dop oliereservoir
2 1
ZAUM0144
Page 23 of 80

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
DW000130
WAARSCHUWING
_
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
DAU00185
LET OP:_ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. _
DAU04206*
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
DWA00008
WAARSCHUWING
_ Vanwege de ontvlambaarheid van benzi-
ne moeten de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen.
Zet de motor af alvorens te tanken.
Vul de tank van de scooter nooit bij
terwijl u rookt of in de nabijheid van
open vuur.
Let op en mors tijdens bijvullen
geen benzine op de motor of de uit-
laatdemper als deze direct na ge-
bruik nog heet zijn.
Veeg eventuele op motor of uitlaat-
demper gemorste benzine af alvo-
rens te starten.
_
1. Vulpijp
2. Brandstofniveau
1
2
ZAUM0020
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
6,5 L
Page 24 of 80

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU03750
2-takt injectiesmeerolie Controleer of voldoende olie aanwezig is in
het reservoir voor 2-takt injectiesmering.
Vul zo nodig de voorgeschreven 2-takt in-
jectiesmeerolie bij.OPMERKING:_ Controleer of de dop op het reservoir voor
2-takt injectiesmering correct is aange-
bracht. _
DAU03098
Uitlaatkatalysator Deze scooter heeft een uitlaatkatalysator
die gemonteerd is in de uitlaatdemper.
DW000128
WAARSCHUWING
_ Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-
ren. _
DC000114
LET OP:_ De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de scooter nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneen
stationair draaien.
_
DAU03839
Chokehendel “” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting
b om de
choke uit te zetten. Aanbevolen olie:
Yamalube 2 of gelijkwaardige 2-takt
injectiesmeerolie (JASO grade “FC”
of ISO grades “EG-C” of “EG-D”)
Oliehoeveelheid:
1,3 L 1. Chokehendel “”
1
a
b
ZAUM0309
Page 25 of 80

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAUS0015
Kickstarter Trap om de motor te starten het kickstartpe-
daal licht omlaag totdat de tandwielen aan-
grijpen en trap het pedaal dan soepel maar
krachtig omlaag.
DAU02978
Zadel Openen van het zadel
1. Steek de sleutel in het slot en draai
deze dan zoals afgebeeld.
2. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel.
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.OPMERKING:_ Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAUT0020
Bagagehaak
DWT00002
WAARSCHUWING
_
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3,0 kg van de bagage-
haak niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 184 kg voor de machine
niet.
_
1. Kickstarter
1
ZAUM0146
1. Zadel
1
ZAUM0147
1. Bagagehaak
1
ZAUM0149
Page 26 of 80

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAUM0114
Slotcompartiment Het slotcompartiment, dat zich onder het
zadel bevindt, is ontworpen voor kabelslo-
ten met een maximale lengte van 1 meter.
(Zie pagina 3-8 voor openen en sluiten van
het zadel.) OPMERKING:_ Sommige sloten passen niet in het slotcom-
partiment door hun afmetingen of vorm. _1. Slotcompartiment
1
ZAUM0148
Page 27 of 80

CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Controlelijst voor gebruik ................................................................... 4-1
Page 28 of 80

4-1
4
DAU01114
4-CONTROLES VOOR HET STARTENDe eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegva llen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
CO-01D
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
Brandstof
Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul zo nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-6
Tweetakt motorolie
Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 3-7
Cardanolie
Controleer het olieniveau en controleer de machine op olielekkage. 6-6
Voorrem
Controleer de werking.
Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 3-4, 6-11
Achterrem
Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de remhendel.
Stel zo nodig bij. 3-5, 6-11
Gasgreep
Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag zo nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en
de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-8
Wielen en banden
Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer als dat nodig is. 6-
9– 6-1 1
Page 29 of 80

CONTROLES VOOR HET STARTEN4-2
4
OPMERKING:_ Voordat de scooter wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd in
beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard. _
DWA00033
WAARSCHUWING
_ Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en even-
tueel repareren voordat u de machine gebruikt. _RemhendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.3-4–3-5
MiddenbokControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-15
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer als dat nodig is.3-1–3-4, 6-20–6-21
AccuControleer het voeistofniveau.
Vul zo nodig bij met gedistilleerd water.6-17 ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
Page 30 of 80
