stop start YAMAHA SR400 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: SR400, Model: YAMAHA SR400 2014Pages: 88, PDF Size: 2.51 MB
Page 19 of 88

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-4
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU1234G
StuurschakelaarsLinks
Links Rechts
DAU12351
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op
“ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting- aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat
hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU12766
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Druk met de sleutel in de stand “ON” op
deze schakelaar om de alarmverlichting in
te schakelen (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Lichtsignaalschakelaar “ ”
1. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
2. Claxonschakelaar “ ”
1
21
2
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ / ”
1
2
2RD-9-D0.book 4 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 28 of 88

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
“ ”
2RD-9-D0.book 13 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 31 of 88

5-1
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU59360
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. Draai in dit
geval de sleutel naar “OFF” en vervol-
gens naar “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de
motor wordt aangezwengeld als u het
kickstartpedaal omlaag drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg het kick-
startpedaal omlaag om de motor op-nieuw te starten.
DAU59530
Starten van de motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-12 voor meer informatie.
1. Draai de sleutel naar “ON” en zet de
noodstopschakelaar op “ ”.
De waarschuwingslampjes voor mo-
torstoring en het brandstofniveau
moeten enkele seconden oplichten en
daarna weer uitgaan.
LET OP
DCA16712
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid, of wanneer het waar-
schuwingslampje niet dooft, zie dan pa-
gina 3-2 voor een cont role van het circuit
van het betreffende waarschu-wingslampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
2RD-9-D0.book 1 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 84 of 88

10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
910
11
12
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren .........6-24
Accu .........................................................6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren........6-27BBanden.....................................................6-15
Bougie, controleren ....................................6-9
Brandstof....................................................3-7
Brandstofkraan...........................................3-9
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ......5-3CClaxonschakelaar ......................................3-4
Contactslot/stuurslot ..................................3-1
Controle- en waarschuwingslampjes .........3-2
Controlelampje grootlicht ...........................3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .............3-2DDecompressiehendel ...............................3-10
Dimlichtschakelaar .....................................3-4GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren...................................................6-25
Gereedschapsset .......................................6-2
Gloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen ..............................................6-32
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ..............................................6-33HHoogte en vrije slag van rempedaal, afstellen .................................................6-18IIdentificatienummers ..................................9-1
Inrijperiode .................................................5-3
KKabels, controleren en smeren................ 6-24
Kickstarter................................................ 3-10
Klepspeling .............................................. 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 6-31
Koppelingshendel ...................................... 3-5
Koppelingshendel, vrije slag afstellen ..... 6-17LLichtsignaalschakelaar .............................. 3-4
Luchtfilterelement, vervangen ................. 6-13MMatkleur, let op .......................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren .......................... 6-26
Modelinformatiesticker............................... 9-1
Motorolie en oliefilterelement................... 6-10NNoodstopschakelaar .................................. 3-4OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ......... 6-3PPaneel, verwijderen en aanbrengen .......... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-34
Parkeren .................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen .......................... 2-1
Problemen oplossen ................................ 6-38RRemblokken en remschoenen, controleren ............................................ 6-20
Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren .......................... 6-25
Remhendel ................................................ 3-6
Remhendel, vrije slag afstellen................ 6-18
Remlichtschakelaars ............................... 6-20 Rempedaal ................................................ 3-6
Rempedaal, controleren en smeren ........ 6-26
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-21
Remvloeistof, verversen.......................... 6-22
Richtingaanwijzerschakelaar..................... 3-4
SSchakelaar alarmverlichting ...................... 3-4
Schakelen ................................................. 5-2
Schakelpedaal........................................... 3-5
Schakelpedaal, controleren..................... 6-20
Schokdemperunits, afstellen ................... 3-11
Serienummer motorblok ............................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ............. 6-4
Snelheidsmeterunit ................................... 3-3
Spanning aandrijfketting.......................... 6-22
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling ...................................................... 7-3
Starten van de motor................................. 5-1
Starten van de motor, problemen.............. 5-2
Startspersysteem .................................... 3-12
Stationair toerental, controleren .............. 6-14
Storingzoekschema................................. 6-40
Stuurschakelaars ...................................... 3-4
Stuursysteem, controleren ...................... 6-28TTankbeluchtingsslang/overloopslang ........ 3-8
Tankdop .................................................... 3-6
Toerenteller ............................................... 3-3UUitlaatkatalysator....................................... 3-9VVeiligheidsinformatie ................................. 1-1
Verzorging ................................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer...................... 9-1
2RD-9-D0.book 1 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分