alarm YAMAHA TDM 900 2006 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2006, Model line: TDM 900, Model: YAMAHA TDM 900 2006Pages: 92, PDF Size: 4.34 MB
Page 6 of 92

INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE
...............1-1
BESCHRIJVING
.................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-3
Bedieningen en instrumenten ...........2-5
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN
BEDIENINGEN
....................................3-1
Startblokkeersysteem ......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ................3-3
Toerentellerunit ................................3-6
Temperatuurmeter koelvloeistof ......3-6
Multifunctioneel display ...................3-7
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ....3-8
Stuurschakelaars .............................3-9
Koppelingshendel ..........................3-10
Schakelpedaal ...............................3-10
Remhendel ....................................3-11
Rempedaal ....................................3-11
ABS (voor modellen met ABS) ......3-11
Tankdop .........................................3-12
Brandstof .......................................3-13
Tankbeluchtingsslang ....................3-13
Uitlaatkatalysator ...........................3-14
Zadel ..............................................3-14
Opbergcompartiment .....................3-15
Afstellen van de voorvork ..............3-15Afstellen van de
schokdemperunit ....................... 3-17
Bagageriembevestiging ................. 3-18
Zijstandaard .................................. 3-19
Startspersysteem .......................... 3-19
CONTROLES VOOR HET
STARTEN
............................................ 4-1
Controlelijst voor gebruik ................. 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE
............................... 5-1
Starten van de motor ....................... 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een
zuinig brandstofverbruik ............... 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-3
Parkeren .......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES
.................. 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ..................... 6-2
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ......... 6-6
Controleren van de bougies ............ 6-7
Motorolie en oliefilterelement .......... 6-8
Koelvloeistof .................................. 6-11
Het luchtfilterelement
vervangen .................................. 6-13Afstellen van het stationair
toerental .................................... 6-15
Controleren van de vrije slag
gaskabel .................................... 6-15
Klepspeling ................................... 6-16
Banden ......................................... 6-16
Gietwielen ..................................... 6-19
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen ..................................... 6-19
Remlichtschakelaar afstellen ........ 6-20
Controleren van voor- en
achterremblokken ...................... 6-20
Controleren van
remvloeistofniveau ..................... 6-21
Verversen van remvloeistof .......... 6-22
Spanning aandrijfketting ............... 6-22
Reinigen en smeren van de
aandrijfketting ............................ 6-24
Controleren en smeren van
kabels ........................................ 6-24
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-25
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ......................... 6-25
Controleren en smeren van rem- en
koppelingshendels ..................... 6-25
Controleren en smeren van
zijstandaard ............................... 6-26
Smeren van de
achterwielophanging ................. 6-26
Voorvork controleren ..................... 6-26
Page 19 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
2
34
5
6
7
8
9
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt ge-
houden.
WAARSCHUWING
DWA10060
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de machine rijdt;
elektrische systemen worden dan afge-
schakeld en mogelijk zult u zo de macht
over het stuur verliezen of een ongeval
veroorzaken. Zorg altijd dat de machine
stilstaat voordat u de sleutel naar “OFF”
of naar “LOCK” draait.
DAU33000
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden. De alarmver-
lichting en richtingaanwijzers kunnen wor-
den ingeschakeld, maar alle andere
elektrische systemen zijn uit. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP:
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-
den raken.
DAU38561
Controle- en
waarschuwingslampjes
Voor TDM900
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Waarschuwingsindicator brandstofniveau
“ ”
2. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Vrijstandcontrolelampje “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“ ”
7. Waarschuwingslampje olieniveau
8. Controlelampje startblokkering
12345678
Page 24 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
punt aangegeven. In dat geval wordt door
het indrukken van de toets “SELECT” in de
onderstaande volgorde gewisseld tussen
de diverse weergaven van rittellers en kilo-
meterteller:
TRIP F
→
TRIP 1
→
TRIP 2
→
ODO
→
TRIP F
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en dan de toets “RESET” min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na
het tanken 5 km (3 mi) is gereden en ver-
schijnt de vorige weergavemodus weer.
OPMERKING:
Het display kan niet worden teruggesteld
naar “TRIP F” nadat de toets “RESET” is in-
gedrukt.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (Empty) naar-
mate het brandstofniveau daalt. Als er
slechts één segment vlakbij “E” is overge-
bleven, gaan de waarschuwingsindicator
brandstofniveau en het laatste segment vande brandstofniveaumeter knipperen. Vul zo
snel mogelijk brandstof bij.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, toont het
kilometerteller-/rittellerdisplay een foutcode
van 2 cijfers (bijv. 11, 12, 13).
Noteer zo’n foutcode als die op het kilome-
terteller/rittellerdisplay wordt aangegeven
en vraag een Yamaha dealer de machine
na te zien.
LET OP:
DCA11520
Wanneer de kilometerteller/ritteller een
foutcode aangeeft, moet de machine zo
spoedig mogelijk worden gecontroleerd
om motorschade te voorkomen.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
Page 25 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
2
34
5
6
7
8
9
DAU12344
Stuurschakelaars
LinksRechts
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor grootlicht
en op “” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “”. Zet deze schakelaar op “” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12710
Startknop “”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien.
LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-
dat u de motor start.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “”
Met de sleutel in de stand “ON” of “” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Schakelaar alarmverlichting “”
3. Dimlichtschakelaar “/”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
5. Claxonschakelaar “”
1
2
3
4
5
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Startknop “”1
2
Page 26 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-
den.
DAU12820
Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-19.)
DAU12870
Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
1
Page 73 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
2
3
4
5
67
8
9
culader raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over een
speciale acculader voor perma-
nent-dichte accu’s (onder-
houdsvrij type), vraag dan een
Yamaha dealer uw accu op te la-
den.
DAU38591
Zekeringen vervangen
Voor TDM900Voor TDM900A
De hoofdzekeringhouder en het kastje met
zekeringen voor afzonderlijke circuits bevin-
den zich onder het zadel. (Zie pagina 3-14.)
1. Backup-zekering (voor kilometerteller en
klok)
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering brandstofinjectiesysteem
9. Hoofdzekering
12 34 5 6 8 97
7
1. Backup-zekering (voor kilometerteller en
klok)
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Zekering ABS-motor (voor modellen met
ABS)
8. Reservezekering ABS-motor (voor
modellen met ABS)
9. Hoofdzekering
10. Reservezekering
11. Zekering brandstofinjectiesysteem
12. Zekering ABS-regeleenheid
(voor modellen met ABS)
12 34 5 6 7 8 911 12
10
Page 74 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te ver-
mijden.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23750
Koplampgloeilamp vervangen
Dit model is voorzien van twee koplampen
met een halogeen gloeilamp. Vervang een
koplampgloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering:
TDM900 15.0 A
TDM900A 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Backup-zekering:
TDM900 5.0 A
TDM900A 10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering richtingaanwijzer/alarmver-
lichting:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
TDM900A 30.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
TDM900A 10.0 A
1. Gloeilamphouder
2. Koplampstekker
1
2
Page 85 of 92

SPECIFICATIES
8-3
2
3
4
5
6
7
89
Achterwielophanging:
Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg:
133.0 mm (5.24 in)
Elektrische installatie:
Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
Accu:
Model:
GT12B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 10.0 A/u
Koplamp:
Type gloeilamp:
Halogeenlamp
Gloeilampen voltage, wattage
×
aantal:
Koplamp:
12 V, 55.0 W
×
2
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 5.0 W/21.0 W
×
1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W
×
2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W
×
2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W
×
1
Instrumentenverlichting:
14 V, 2.0 W
×
2Controlelampje vrijstand:
14 V, 1.2 W
×
1
Controlelampje grootlicht:
14 V, 1.4 W
×
1
Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
TDM900 14 V, 1.2 W
×
2
TDM900A 14 V, 1.2 W
×
1
Waarschuwingslampje motorstoring:
14 V, 1.4 W
×
1
ABS-waarschuwingslampje:
TDM900A 14 V, 1.4 W
×
1
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering:
TDM900 15.0 A
TDM900A 20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
TDM900A 10.0 AZekering ABS-motor:
TDM900A 30.0 A
Backup-zekering:
TDM900 5.0 A
TDM900A 10.0 A
Page 88 of 92

INDEX
A
Aandrijfketting, reinigen en smeren ........ 6-24
ABS (voor modellen met ABS)................ 3-11
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen
met ABS) ................................................ 3-5
Accu ........................................................ 6-28
Achterwielophanging, smeren................. 6-26
Afstelling remlichtschakelaar .................. 6-20
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).............. 3-8
B
Bagageriembevestiging .......................... 3-18
Banden.................................................... 6-16
Bougies, controleren ................................. 6-7
Brandstof................................................. 3-13
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3
C
Claxonschakelaar ..................................... 3-9
Contactslot/stuurslot ................................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ........ 3-3
Controlelampje grootlicht .......................... 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers .......... 3-4
Controlelampje startblokkering ................. 3-5
Controlelijst voor gebruik .......................... 4-2
D
Dimlichtschakelaar .................................... 3-9
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en
smeren.................................................. 6-25
Gereedschapsset ...................................... 6-1
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ............................................. 6-31
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ............................................. 6-32
I
Identificatienummers..................................9-1
Inrijperiode .................................................5-3
K
Kabels, controleren en smeren ................6-24
Klepspeling ..............................................6-16
Koelvloeistof ............................................6-11
Koplampgloeilamp, vervangen ................6-30
Koppelingshendel ....................................3-10
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .....6-19
L
Lichtsignaalschakelaar ..............................3-9
Locaties van onderdelen ...........................2-1
Luchtfilterelement, vervangen..................6-13
M
Modelinformatiesticker ...............................9-2
Motorolie en oliefilterelement .....................6-8
Multifunctioneel display..............................3-7
N
Noodstopschakelaar ..................................3-9
O
Ondersteunen van de motorfiets .............6-33
Opbergcompartiment ...............................3-15
P
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen............6-32
Parkeren ....................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................................6-2
Problemen oplossen ................................6-33
R
Rem- en koppelingshendels, controleren en
smeren ..................................................6-25Rem- en schakelpedalen, controleren en
smeren .................................................. 6-25
Remhendel .............................................. 3-11
Rempedaal .............................................. 3-11
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-21
Remvloeistof, verversen .......................... 6-22
Richtingaanwijzerschakelaar ..................... 3-9
S
Schakelaar alarmverlichting ...................... 3-9
Schakelen.................................................. 5-2
Schakelpedaal ......................................... 3-10
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-17
Sleutelnummer .......................................... 9-1
Spanning aandrijfketting .......................... 6-22
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling....................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ................................ 3-1
Starten van de motor ................................. 5-1
Startknop ................................................... 3-9
Startspersysteem .................................... 3-19
Stationair toerental .................................. 6-15
Storingzoekschema’s .............................. 6-34
Stroomlijn- en framepanelen, verwijderen
en aanbrengen ........................................ 6-6
Stuurschakelaars....................................... 3-9
Stuursysteem, controleren ...................... 6-27
T
Tankbeluchtingsslang.............................. 3-13
Tankdop .................................................. 3-12
Temperatuurmeter koelvloeistof ................ 3-6
Toerentellerunit ......................................... 3-6
U
Uitlaatkatalysator ..................................... 3-14