display YAMAHA TDM 900 2007 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2007, Model line: TDM 900, Model: YAMAHA TDM 900 2007Pages: 90, PDF Size: 4.16 MB
Page 6 of 90

 
INHOUDSOPGAVE 
VEILIGHEIDSINFORMATIE 
 ...............1-1 
BESCHRIJVING 
 .................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3 
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN 
BEDIENINGEN 
....................................3-1
Startblokkeersysteem ......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Controle- en 
waarschuwingslampjes ................3-3
Toerentellerunit ................................3-5
Temperatuurmeter koelvloeistof  ......3-6
Multifunctioneel display  ...................3-7
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)  ....3-8
Stuurschakelaars .............................3-8
Koppelingshendel ..........................3-10
Schakelpedaal ...............................3-10
Remhendel ....................................3-10
Rempedaal ....................................3-11
ABS ...............................................3-11
Tankdop .........................................3-12
Brandstof .......................................3-12
Tankbeluchtingsslang ....................3-13
Uitlaatkatalysator ...........................3-13
Zadel ..............................................3-14
Opbergcompartiment .....................3-14
Afstellen van de voorvork  ..............3-15Afstellen van de 
schokdemperunit ....................... 3-16
Bagageriembevestiging ................. 3-18
Zijstandaard .................................. 3-18
Startspersysteem .......................... 3-19 
CONTROLES VOOR HET 
STARTEN 
............................................ 4-1
Controlelijst voor gebruik ................. 4-2 
GEBRUIK EN BELANGRIJKE 
RIJ-INFORMATIE 
............................... 5-1
Starten van de motor ....................... 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een 
zuinig brandstofverbruik ............... 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-3
Parkeren .......................................... 5-4 
PERIODIEK ONDERHOUD EN 
KLEINERE REPARATIES 
.................. 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-1
Periodiek smeer- en 
onderhoudsschema ..................... 6-2
Stroomlijn- en framepanelen 
verwijderen en aanbrengen  ......... 6-6
Controleren van de bougies  ............ 6-7
Motorolie en oliefilterelement  .......... 6-8
Koelvloeistof .................................. 6-11
Het luchtfilterelement 
vervangen .................................. 6-12Afstellen van het stationair 
toerental .................................... 6-14
Controleren van de vrije slag 
gaskabel .................................... 6-15
Klepspeling ................................... 6-15
Banden ......................................... 6-16
Gietwielen ..................................... 6-18
Vrije slag van koppelingshendel 
afstellen ..................................... 6-19
Remlichtschakelaar afstellen  ........ 6-19
Controleren van voor- en 
achterremblokken ...................... 6-20
Controleren van 
remvloeistofniveau ..................... 6-20
Verversen van remvloeistof  .......... 6-21
Spanning aandrijfketting  ............... 6-22
Reinigen en smeren van de 
aandrijfketting ............................ 6-23
Controleren en smeren van 
kabels ........................................ 6-24
Controleren en smeren van 
gasgreep en gaskabel  ............... 6-24
Controleren en smeren van rem- en 
schakelpedalen ......................... 6-24
Controleren en smeren van rem- en 
koppelingshendels ..................... 6-25
Controleren en smeren van 
zijstandaard ............................... 6-25
Smeren van de 
achterwielophanging ................. 6-25
Voorvork controleren ..................... 6-26 
Page 14 of 90

 
BESCHRIJVING 
2-3 
1
2
3
4
5
6
7
8
9
 
DAU10430 
Bedieningen en instrumenten
1 2 345 6 7 8 9
 
1. Koppelingshendel (pagina 3-10)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-8)
3. Multifunctioneel display (pagina 3-7)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
5. Toerentellerunit (pagina 3-5)
6. Temperatuurmeter koelvloeistof (pagina 3-6)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-8)
8. Remhendel (pagina 3-10)9. Gasgreep (pagina 6-15) 
Page 19 of 90

 
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 
3-5 
2
34
5
6
7
8
9
 
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
OPMERKING:
 
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. Als het startblokkeersysteem defect
is, dan gaat het controlelampje in een be-
paald patroon knipperen en zal er op het ki-
lometerteller-/rittellerdisplay een code van 2
cijfers worden weergegeven wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid. Vraag in
dat geval een Yamaha dealer het zelfdia-
gnosesysteem te controleren. Als het con-
trolelampje echter vijfmaal langzaam
knippert en dan herhaaldelijk tweemaal
snel, dan zal foutcode 52 op het display ver-
schijnen. Deze fout kan worden veroor-
zaakt door een signaalstoring. Als deze fout 
zich voordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
OPMERKING:
 
Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutelskunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge- 
start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen. 
DAU11911 
Toerentellerunit  
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot het hoogste aantal toeren
per minuut en keert daarna weer terug naar
nul tpm om het elektrische circuit te testen.
LET OP:
 
 DCA10031 
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst. 
Rode zone: 8000 tpm en hoger  
Deze toerenteller is tevens voorzien van 
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
3. Klok
1
2
3 
Page 21 of 90

 
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 
3-7 
2
34
5
6
7
8
9
 
DAU36610 
Multifunctioneel display 
WAARSCHUWING
 
DWA12311 
Zorg dat de machine stilstaat, voordat u
wijzigingen in de instellingen van het
multifunctionele display gaat aanbren- 
gen. 
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: 
 
een digitale snelheidsmeter (die de ac-
tuele rijsnelheid aangeeft) 
 
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont) 
 
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul) 
 
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve) 
 
een brandstofniveaumeter 
 
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING:
 
 
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de toetsen “SE-
LECT” en “RESET” gebruikt. 
 
Alleen voor Groot-Brittannië: Om te
wisselen tussen de kilometer- en mij-
lenweergave van de snelheidsmeter
en de kilometerteller/ritteller drukt u de
toets “SELECT” minstens 1 seconde 
in. 
Kilometerteller- en rittellermodus 
Door indrukken van de toets “SELECT” wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO” en de rittellermodi “TRIP 1”
en “TRIP 2”, in de onderstaande volgorde:
ODO  
→ 
 TRIP 1  
→ 
 TRIP 2  
→ 
 ODO
Als de waarschuwingsindicator brandstofni-
veau knippert (zie pagina 3-3), wisselt de ki-
lometertellerweergave automatisch naar de
brandstofreserve-rittellermodus “TRIP F”
en wordt de afgelegde afstand vanaf datpunt aangegeven. In dat geval wordt door
het indrukken van de toets “SELECT” in de
onderstaande volgorde gewisseld tussen
de diverse weergaven van rittellers en kilo-
meterteller:
TRIP F   
→  
 TRIP 1   
→  
 TRIP 2   
→  
 ODO   
→  
TRIP F
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en dan de toets “RESET” min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na
het tanken 5 km (3 mi) is gereden en ver-
schijnt de vorige weergavemodus weer.
OPMERKING:
 
Het display kan niet worden teruggesteld
naar “TRIP F” nadat de toets “RESET” is in- 
gedrukt.  
Brandstofniveaumeter  
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (Empty) naar-
mate het brandstofniveau daalt. Als er
slechts één segment vlakbij “E” is overge-
bleven, gaan de waarschuwingsindicator
brandstofniveau en het laatste segment van 
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller
3. “SELECT”-toets
4. “RESET”-toets
5. Brandstofniveaumeter
1
2
3
4
5 
Page 22 of 90

 
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 
3-8 
1
2
3
4
5
6
7
8
9
 
de brandstofniveaumeter knipperen. Vul zo
snel mogelijk brandstof bij. 
Zelfdiagnosesysteem 
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, toont het
kilometerteller-/rittellerdisplay een foutcode
van 2 cijfers (bijv. 11, 12, 13).
Noteer zo’n foutcode als die op het kilome-
terteller/rittellerdisplay wordt aangegeven
en vraag een Yamaha dealer de machine
na te zien.
LET OP:
 
 DCA11520 
Wanneer de kilometerteller/ritteller een
foutcode aangeeft, moet de machine zo
spoedig mogelijk worden gecontroleerd 
om motorschade te voorkomen. 
DAU12331 
Antidiefstal-alarmsysteem 
(optie)  
Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie. 
DAU12346 
Stuurschakelaars  
Links 
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Schakelaar alarmverlichting “”
3. Dimlichtschakelaar “/”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
5. Claxonschakelaar “”
1
2
3
4
5 
Page 86 of 90

 
INDEX 
A 
Aandrijfketting, reinigen en smeren ........ 6-23
ABS ......................................................... 3-11
ABS-waarschuwingslampje ...................... 3-4
Accu ........................................................ 6-27
Achterwielophanging, smeren................. 6-25
Afstelling remlichtschakelaar .................. 6-19
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).............. 3-8 
B 
Bagageriembevestiging .......................... 3-18
Banden.................................................... 6-16
Bougies, controleren ................................. 6-7
Brandstof................................................. 3-12
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3 
C 
Claxonschakelaar ..................................... 3-9
Contactslot/stuurslot ................................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ........ 3-3
Controlelampje grootlicht .......................... 3-4
Controlelampje richtingaanwijzers ............ 3-3
Controlelampje startblokkering ................. 3-4
Controlelijst voor gebruik .......................... 4-2 
D 
Dimlichtschakelaar .................................... 3-9 
G 
Gasgreep en gaskabel, controleren en 
smeren.................................................. 6-24
Gereedschapsset ...................................... 6-1
Gloeilamp remlicht/achterlicht, 
vervangen ............................................. 6-30
Gloeilamp richtingaanwijzer, 
vervangen ............................................. 6-31 
I 
Identificatienummers ................................. 9-1Inrijperiode .................................................5-3 
K 
Kabels, controleren en smeren ................6-24
Klepspeling ..............................................6-15
Koelvloeistof ............................................6-11
Koplampgloeilamp, vervangen ................6-29
Koppelingshendel ....................................3-10
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .....6-19 
L 
Let op, matkleur .........................................7-1
Lichtsignaalschakelaar ..............................3-9
Locaties van onderdelen ...........................2-1
Luchtfilterelement, vervangen..................6-12 
M 
Modelinformatiesticker ...............................9-2
Motorolie en oliefilterelement .....................6-8
Multifunctioneel display..............................3-7 
N 
Noodstopschakelaar ..................................3-9 
O 
Ondersteunen van de motorfiets .............6-32
Opbergcompartiment ...............................3-14 
P 
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen............6-31
Parkeren ....................................................5-4
Periodiek smeer- en 
onderhoudsschema .................................6-2
Problemen oplossen ................................6-32 
R 
Rem- en koppelingshendels, controleren en 
smeren ..................................................6-25
Rem- en schakelpedalen, controleren en 
smeren ..................................................6-24
Remhendel ..............................................3-10Rempedaal .............................................. 3-11
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-20
Remvloeistof, verversen .......................... 6-21
Richtingaanwijzerschakelaar ..................... 3-9 
S 
Schakelaar alarmverlichting ...................... 3-9
Schakelen.................................................. 5-2
Schakelpedaal ......................................... 3-10
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-16
Sleutelnummer .......................................... 9-1
Spanning aandrijfketting .......................... 6-22
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling....................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ................................ 3-1
Starten van de motor ................................. 5-1
Startknop ................................................... 3-9
Startspersysteem .................................... 3-19
Stationair toerental .................................. 6-14
Storingzoekschema’s .............................. 6-33
Stroomlijn- en framepanelen, verwijderen 
en aanbrengen ........................................ 6-6
Stuurschakelaars....................................... 3-8
Stuursysteem, controleren ...................... 6-26 
T 
Tankbeluchtingsslang.............................. 3-13
Tankdop .................................................. 3-12
Temperatuurmeter koelvloeistof ................ 3-6
Toerentellerunit ......................................... 3-5 
U 
Uitlaatkatalysator ..................................... 3-13 
V 
Veiligheidsinformatie ................................. 1-1
Verzorging ................................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ...................... 9-1