alarm YAMAHA TENERE 700 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: TENERE 700, Model: YAMAHA TENERE 700 2020Pages: 104, PDF Size: 10.3 MB
Page 18 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
DAU4939H
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU59963
Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld moet
dit lampje gaan branden, kort uitgaan, en
dan blijven branden totdat de motor is ge-
start. Laat als dit niet het geval is de machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.LET OP
DCA21211
Als het waarschuwingslampje gaat
branden terwijl de motor draait, stop dan
de motor en controleer het olieniveau.
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
2. ABS-waarschuwingslampje Ž
3. Waarschuwingslampje motorstoring Ž
4. Waarschuwingslampje oliedruk Ž
5. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur Ž
6.
7. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
8. Vrijstandcontrolelampje Ž
9. Controlelampje grootlicht Ž
10.Controlelampje startblokkering Ž
11.Waarschuwingslampje anti-blokkeervoor-
ziening remsysteem (ABS OFF) Ž
1
2
3
4
57
8
9
10
11
6
ABS
ABS
UBW3D0D0.book Page 3 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 27 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-12
3
Helderheidsregeling
De weergavehelderheid van de multifuncti-
onele meter kan worden ingesteld.
Om de helderheid in te stellen1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Houd de bovenste insteltoets inge-
drukt.
3. Draai de sleutel naar “ON” en blijf de
bovenste insteltoets ingedrukt hou-
den totdat de weergave wisselt naar
de helderheidsregeling.
4. Druk op de onderste insteltoets om
het helderheidsniveau in te stellen.
5. Druk op de bovenste insteltoets om
het geselecteerde helderheidsniveau
te bevestigen en de helderheidsrege-
ling te verlaten.
OPMERKINGEr zijn 6 helderheidsniveaus.
DAU1234M
StuurschakelaarsLinks
1. Weergave helderheidsniveau
1
1. Schakelaar alarmverlichting Ž
2.
3. Dimlichtschakelaar / Ž
4. Richtingaanwijzerschakelaar / Ž
5. Claxonschakelaar Ž
34512
UBW3D0D0.book Page 12 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 28 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
3
Rechts
DAU12362
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op Ž, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAUM4180
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
OPMERKINGAls de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaan beide koplampen voor dimlicht
branden.
Als de schakelaar op grootlicht wordt inge-
steld, gaan beide koplampen voor groot-
licht en beide koplampen voor dimlicht
branden.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12663
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” (run) alvorens
de motor te starten. Zet deze schakelaar
op “ ” (stop) om de motor uit te schakelen
in een noodgeval, zoals wanneer de machi-
ne omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-2 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. “SELECT”-schakelaar
3. Startknop “ ”
231
UBW3D0D0.book Page 13 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 100 of 104
10-1
10
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-26
ABS ....................................................... 3-15
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accu ...................................................... 6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-30
Achterlicht/remlichtunit ......................... 6-35
Achterwielophanging, smeren .............. 6-29BBagagebandhouders ............................ 3-25
Banden ................................................. 6-18
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-17
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-4CClaxonschakelaar ................................. 3-13
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-5DDe motorfiets ondersteunen ................. 6-36
De motor starten ..................................... 5-2
Diagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar................................ 3-13FFilterbus ................................................ 6-11GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-27
Gelijkstroom aansluitpunten ................. 3-26Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen........................................... 6-35
IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-1KKabels, controleren en smeren ............ 6-27
Kentekenverlichting .............................. 6-36
Klepspeling ........................................... 6-18
Koelvloeistof ......................................... 6-15
Koplamphoogte, aanpassen ................ 3-21
Koppelingshendel................................. 3-14
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen .............................................. 6-21LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-13
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen ........................ 6-16MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-12
Motor raakt oververhit .......................... 6-39
Multifunctionele meter ............................ 3-5NNoodstopschakelaar ............................ 3-13OOnderhoud ............................................. 7-1
Onderhoud en smering, periodiek.......... 6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Overloopslang brandstoftank ............... 3-19PParkeren ................................................. 5-4Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................6-37
RRegistratie van gegevens, voertuig .........9-2
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................6-28
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ...........................................6-28
Remhendel ............................................3-15
Remlichtschakelaars .............................6-22
Rempedaal ............................................3-15
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-23
Remvloeistof, verversen........................6-24
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-13SSchakelaar alarmverlichting ..................3-13
Schakelen ...............................................5-3
Schakelpedaal ......................................3-14
Schokdemperunit, afstellen ..................3-23
SELECT-schakelaar ..............................3-14
Serienummer motorblok .........................9-1
Spanning aandrijfketting .......................6-25
Specificaties............................................8-1
Stallen .....................................................7-3
Startblokkeersysteem .............................3-1
Startknop ..............................................3-13
Startspersysteem ..................................3-28
Storingzoekschema ..............................6-38
Stroomlijnpanelen, verwijderen en
aanbrengen.........................................6-10
Stuurschakelaars ..................................3-12
Stuursysteem, controleren ....................6-31TTankdop ................................................3-16
UBW3D0D0.book Page 1 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM