YAMAHA TENERE 700 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: TENERE 700, Model: YAMAHA TENERE 700 2022Pages: 106, PDF Size: 6.48 MB
Page 31 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-14
3
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12664
Noo dstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” (run) alvorens
de motor te starten. Zet deze schakelaar
op “ ” (stop) om de motor uit te schakelen
in een noodgeval, zoals wanneer de machi-
ne omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-2 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wo rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAUM4090
“SELECT”-schakelaar
Deze schakelaar heeft dezelfde functies als
de onderste insteltoets van de multifunctio-
nele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-6
voor meer informatie.
UBEHD1D0.book Page 14 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 32 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
DAU12823
Koppelin gshen delTrek om de aandrijflijn te ontkoppelen van
de motor, bijvoorbeeld om te schakelen, de
koppelingshendel in. Laat de hendel los om
de koppeling te laten aangrijpen, zodat ver-
mogen wordt overgebracht op het achter-
wiel.OPMERKINGVoor soepel schakelen moet de hendel snel
worden ingetrokken en langzaam worden
losgelaten. (Zie pagina 5-3.)
DAU12876
Schakelpe daalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het scha-
kelpedaal omhoog om te schakelen naar
een hogere versnelling. Beweeg het scha-
kelpedaal omlaag om te schakelen naar
een lagere versnelling. (Zie pagina 5-3.)
DAU26827
Remhen delDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, drukt u de remhendel
iets van de gasgreep af en draait u het stel-
wiel. Zorg dat het nummer van de instelling
op het stelwiel is uitgelijnd met het merkte-
ken op de remhendel.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
1
1. Remhendel
2. Afstand tussen remhendel en gasgreep
3. Stelwiel afstelpositie remhendel
4. Referentiemerkteken
1
4
3
2
UBEHD1D0.book Page 15 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 33 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-16
3
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAUM4100
ABSDe anti-blokkeervoorziening remsysteem
(ABS) regelt de voor- en achterremmen on-
afhankelijk van elkaar.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uit gerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remweg en.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.Be dienin g van de remmen
Bedien de remhendel en het rempedaal net
zoals u bij conventionele remmen zou
doen. Als wielslip wordt gedetecteerd,
wordt het ABS ingeschakeld. Er kan dan
een pulsatie voelbaar zijn in de remhendel
of het rempedaal. Ga door met het be-
krachtigen van de remmen en laat het ABS
zijn werk doen. Ga niet ’pompend’ rem-
men, hierdoor zal de remeffectiviteit afne-
men.
Het ABS voert een zelfcontrole uit
wanneer u na het starten van de motor
wegrijdt. Tijdens de controle kan een
klikgeluid uit de hydraulische eenheid
komen, en als de remhendel of het
rempedaal wordt bediend kan een tril-
ling voelbaar zijn. Dit is geen storing.
Bij een storing in het ABS werkt het
remsysteem als een conventioneel
remsysteem.
LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en de rotor van
d e wielsensor niet bescha digd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Rempedaal
1
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor21
UBEHD1D0.book Page 16 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 34 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-17
3
OPMERKINGVoor rijden in het terrein kan het ABS wor-
den uitgeschakeld. (Zie pagina 3-9.)
WAARSCHUWING
DWAM1050
Rij d op verhar de we gen altij d met het
ABS in geschakel d. Rij den op open bare
weg en met het ABS uit geschakel d is
mo gelijk ver boden en kan uw verzeke-
rin g on gel dig maken. Schakel het ABS
alleen uit als u op onverhar de oppervlak-
ken rij dt.
DAUM1795
Tank dopOm de tank dop te verwij deren
1. Open het slotplaatje van de tankdop.
2. Steek de sleutel in en draai deze 1/4 slag rechtsom. Het slot wordt ont-
grendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
Om de tank dop aan te b rengen
1. Druk de tankdop in positie met de sleutel ingestoken.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot. Bovendien
kan de sleutel niet worden uitgenomen als
de tankdop niet correct aangebracht en
vergrendeld is.3. Sluit het slotplaatje van de tankdop.
WAARSCHUWING
DWA11142
Controleer voor u gaat rij den of de tank-
d op correct is aan geb racht. Door bran d-
stoflekka ge ontstaat bran dgevaar.
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor12
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1
2
UBEHD1D0.book Page 17 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 35 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-18
3
DAU13222
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om bran d en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzine damp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU86072
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van 90 of hoger. Als de
motor gaat kloppen (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of met een ho-
ger octaangetal.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
2
1
Aan bevolen bran dstof:
Loodvrije benzine (E10 acceptabel)
Octaan getal (RON):
90
Inhou d b ran dstoftank:
16 L (4.2 US gal, 3.5 Imp. gal)
Bran dstofreserve:
4.3 L (1.14 US gal, 0.95 Imp.gal)
E5
E10
UBEHD1D0.book Page 18 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 36 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-19
3
OPMERKING Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer of het vulpistool van de
brandstofpomp dezelfde markering
heeft.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
DAU80201
Tankoverloopslan gVoordat u de machine gaat gebruiken:
Controleer de aansluiting van de over-
loopslang van de brandstoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank is ge-
plaatst zoals aangegeven.OPMERKINGZie pagina 6-11 voor informatie over de fil-
terbus.
DAU13435
UitlaatkatalysatorHet uitlaatsysteem bevat een of meer uit-
laatkatalysatoren om schadelijke uitlaate-
missies te verminderen.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft g ed raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen: Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair d raaien. Lang
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
1. Ontluchtingsslang filterbus
1
UBEHD1D0.book Page 19 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 37 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-20
3
DAUM4110
Za delsDuoza del
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai de sleutel dan linksom.
2. Til de achterzijde van het duozadel op en trek het zadel naar achteren.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van het duozadel in de zadelbevesti-
ging zoals getoond en druk dan de
achterzijde van het duozadel omlaag
om het zadel te vergrendelen. 2. Neem de sleutel uit.
Bestuur dersza del
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel en verwijder dan de zeskantsleutel die aan de ach-
terzijde van het bestuurderszadel is
bevestigd. 2. Verwijder de bouten met de zeskant-
sleutel.
3. Til de achterzijde van het bestuurders- zadel omhoog en trek het zadel naar
achteren.
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
3. Duozadel
2
13
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
12
1. Zeskantsleutel
1. Bout
1
1
UBEHD1D0.book Page 20 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 38 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-21
3
Aanbrengen van het bestuurderszadel1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals afgebeeld en plaats
het zadel in de oorspronkelijke positie.
2. Breng de bouten aan met de zeskant- sleutel.
3. Steek de zeskantsleutel weer in de
houder op het bestuurderszadel.
4. Installeer het duozadel.OPMERKINGControleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU90940
De koplamplicht bund els afstel-
lenDe koplamphoogte kan worden afgesteld
om de koplamplichtbundels hoger of lager
te richten. Het aanpassen van de koplamp-
hoogte kan nodig zijn om het zicht te verbe-
teren en om te voorkomen dat tegenliggers
worden verblind wanneer het voertuig
zwaarder of minder zwaar beladen is dan
gebruikelijk. Houd u bij het afstellen van de
koplampen aan de plaatselijke wet- en re-
gelgeving.
Ga voor het afstellen van de koplampen
naar een Yamaha dealer.
DAU45205
De voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10181
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.Deze voorvork is voorzien van stelschroe-
ven voor uitgaande demping en stelschroe-
ven voor ingaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Uit gaan de dempin g
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de richting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal klikken in de richting (b).
1. Uitsteeksel
2. Sleuf1 2
UBEHD1D0.book Page 21 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 39 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-22
3
OPMERKING Wanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
In
gaan de dempin g
1. Verwijder de rubber dop door hem uit
de voorvorkpoot te trekken.
2. Draai de stelschroef in de richting (a) om de ingaande demping te verho-
gen. Draai de stelschroef in de richting
(b) om de ingaande demping te verla-
gen. Draai om de ingaande demping
in te stellen de versteller in de richting
(a) tot deze niet meer verder kan, en tel
vervolgens het aantal klikken in de
richting (b). 3. Breng de rubber dop aan.
OPMERKING
Wanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht): 31 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
17 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)
1
(b) (a)
1. Rubber dop1
1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstellin
g in gaan de dempin g:
Minimum (zacht): 22 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
11 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)1 (a)
(b)
UBEHD1D0.book Page 22 Monday, September 20, 2021 3:07 PM
Page 40 of 106
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-23
3
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
DAU14796
Voorvork ontluchtenAls u de machine in zeer zware omstandig-
heden gebruikt zullen de temperatuur en
druk van de lucht in de voorvork stijgen,
waardoor de vering stugger wordt. Ont-
lucht als dit gebeurt beide vorkpoten.
WAARSCHUWING
DWA10201
Ontlucht altij d bei de vorkpoten, want
an ders kan d at slecht we ggedra g en
vermin der de rijsta biliteit tot gevol g he b-
b en.1. Breng de machine indien mogelijk
omhoog zodat het voorwiel van de
grond is. (Zie pagina 6-36.)OPMERKINGOefen tijdens het ontluchten van de voor-
vork geen druk of gewicht op de voorkant
van de machine uit.2. Verwijder de ontluchtingsschroevenen laat alle lucht uit beide vorkpoten
ontsnappen. 3. Bevestig de ontluchtingsschroeven
weer.
4. Laat het voorwiel tot op de grond zak-
ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
1. Ontluchtingsschroef
1
UBEHD1D0.book Page 23 Monday, September 20, 2021 3:07 PM