ABS YAMAHA TRACER 900 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2019, Model line: TRACER 900, Model: YAMAHA TRACER 900 2019Pages: 110, PDF Size: 7.64 MB
Page 6 of 110
Inhoudsop gaveVeili ghei dsinformatie ....................... 1-1
Beschrijvin g...................................... 2-1
Aanzicht linkerzijde ......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ...................... 2-2
Bedieningen en instrumenten......... 2-3
Functies van instrumenten en
b ed ienin gselementen ...................... 3-1
Startblokkeersysteem..................... 3-1
Contactslot/stuurslot ...................... 3-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ............... 3-3
Multifunctionele meter .................... 3-5
D-mode (rijmodus) ........................ 3-17
Stuurschakelaars .......................... 3-17
Koppelingshendel......................... 3-19
Schakelpedaal .............................. 3-19
Remhendel ................................... 3-20
Rempedaal ................................... 3-20
ABS .............................................. 3-20
Tractieregeling .............................. 3-21
Tankdop ....................................... 3-23
Brandstof ...................................... 3-24
Tankoverloopslang ....................... 3-26
Uitlaatkatalysator.......................... 3-26
Zadels ........................................... 3-27
De hoogte van het bestuurderszadel afstellen ........ 3-28
Helmbevestiging........................... 3-30
Opbergcompartiment ................... 3-31 Kuipruit ......................................... 3-31
Aanpassen van de
koplamphoogte.......................... 3-31
Stand van het stuur ...................... 3-32
De voorvork afstellen .................... 3-32
Afstellen van de schokdemperunit ....................... 3-33
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ............................... 3-35
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires................................ 3-36
Zijstandaard .................................. 3-36
Startspersysteem .......................... 3-37
Voor uw veili ghei d – controles
voor het rij den ................................... 4-1
Ge bruik en belan grijke
rij-informatie ..................................... 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-4
Parkeren .......................................... 5-4
Perio diek on derhou d en
afstellin g............................................ 6-1
Gereedschapsset ............................ 6-2
Periodieke onderhoudsschema’s ... 6-3 Periodiek onderhoudsschema voor
het uitstootcontrolesysteem........ 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema .................... 6-5
Het framepaneel verwijderen en
aanbrengen ................................. 6-9
Controleren van de bougies ......... 6-10
Filterbus ........................................ 6-11
Motorolie....................................... 6-11
Waarom Yamalube ....................... 6-14
Koelvloeistof ................................. 6-14
Luchtfilterelement ......................... 6-15
Stationair toerental controleren .... 6-16
De vrije slag van de gasgreep controleren ................................ 6-16
Klepspeling ................................... 6-16
Banden ......................................... 6-17
Gietwielen ..................................... 6-19
Vrije slag van de koppelingshendel afstellen........ 6-19
Vrije slag van remhendel controleren ................................ 6-20
Remlichtschakelaars .................... 6-21
Control
eren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-21
Controleren van
remvloeistofniveau .................... 6-22
De remvloeistof verversen ............ 6-23
Spanning aandrijfketting............... 6-23
Aandrijfketting reinigen en smeren ...................................... 6-25
UB5CD1D0.book Page 1 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 18 of 110
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichtin g of de richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan dit de
accu ontla den.
DAU4939G
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje ga at knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11259
Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is. Vul zo snel mo-
gelijk motorolie bij om schade aan de motor
te voorkomen.
Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. Als er een
probleem wordt gedetecteerd in het circuit
van het waarschuwingslampje olieniveau,
knippert het waarschuwingslampje olieni-
veau herhaaldelijk. Als dit zich voordoet,
vraag dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
dit lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden terwijl
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers “ ”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
3. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Controlelampje tractieregeling “ ”
7. Controlelampje grootlicht “ ”
8. Vrijstandcontrolelampje “ ”
9. Controlelampje startblokkering “ ”
GEARN
25
A.TEMP °C
Lo
C.TEMP°C
0:00
TIME TRIP
3456
789
1
2
ABS
UB5CD1D0.book Page 3 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 19 of 110
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
het olieniveau correct is (zie pagina 6-11),
laat de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.
DAU73172
Waarschuwin gslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.
DAU69892
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed. (Zie pagina 3-20.)
OPMERKINGAls het lampje helemaal niet gaat branden
of blijft branden bij een snelheid boven 10
km/h (6 mi/h), vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAU73272
Controlelampje tractiere gelin g“”
Tijdens normaal gebruik is dit controle-
lampje uit. Als de tractieregeling wordt ge-
activeerd, gaat dit controlelampje een paar
seconden knipperen en vervolgens weer
uit.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden.
Als de tractieregeling tijdens het rijden
wordt uitgeschakeld, of als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in de tractiere-
geling, gaan dit controlelampje en het
waarschuwingslampje motorstoring bran-
den. (Zie pagina 3-21 voor uitleg over de
werking van de tractieregeling.)
ABS
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
1
2
UB5CD1D0.book Page 4 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 35 of 110
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-20
3
DAU26826
Remhen delDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, trekt u de remhendel iets
van de gasgreep af en draait u het stelwiel.
Zorg dat het nummer van de instelling op
het stelwiel is uitge lijnd met het merkteken
op de remhendel.
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU63040
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
1. Remhendel
2. Afstand
3. Stelwiel afstelpositie remhendel
4. Referentiemerkteken
2
3
4
1
1. Rempedaal
1
UB5CD1D0.book Page 20 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 36 of 110
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-21
3
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en de rotor van
d e wielsensor niet bescha digd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
DAU76317
Tractiere gelin gDe tractieregeling (TCS) draagt bij aan het
behouden van grip bij het optrekken op
gladde oppervlakken, zoals onverharde of
natte wegen. Wanneer sensoren detecte-
ren dat het achterwiel begint te slippen (on-
gecontroleerde slip), grijpt de
tractieregeling in door het motorvermogen
te reguleren totdat de grip is hersteld.
WAARSCHUWING
DWA15433
De tractiere gelin g vormt geen vervan-
g in g voor verstan dig rij ged ra g dat is
aan gepast aan de omstan dig he den. De
tractiere gelin g b ie dt geen beschermin g
te gen gripverlies door te snel in gaan van
b ochten, snel optrekken bij schuin over-
hang en of d oor remmen, en kan we gglij-
d en van het voorwiel niet voorkomen.
Rij d altij d voorzichti g op oppervlakken
d ie mo gelijk gla d kunnen zijn en vermijd
b ijzon der gla dde oppervlakken.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor1
2
1
2
UB5CD1D0.book Page 21 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 57 of 110
Gebruik en belan grijke rij-informatie5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAUM3632
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
In dat geval gaat ook het waarschu-
wingslampje motorstoring branden,
maar dit is geen storing. Schakel de
machinevoeding uit en vervolgens
weer in om het waarschuwingslampje
uit te zetten. Wanneer u dit niet, doet
zal de motor niet aanslaan, ook al pro-
beert de startmotor de motor op gang
te brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU83921
Starten van d e motorZet onder normale omstandigheden de
versnellingsbak in de vrijstand alvorens de
motor te starten. Om de motor te starten
met een versnelling in geschakeld, moet de
zijstandaard zijn opgeklapt en moet de
koppelingshendel zijn ingeknepen.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar “ON” en zet de noodstopschakelaar op “ ”.
2. Controleer of de volgende lampjes een circuitcontrole doorlopen. Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje motor-
storing
ABS-waarschuwingslampje
Controlelampje tractieregeling
Controlelampje startblokkeringOPMERKING Het ABS-waarschuwingslampje moet
uitgaan wanneer een rijsnelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt be-
reikt.
Het vrijstandcontrolelampje dient te
branden wanneer de versnellingsbak
in de vrijstand staat.
UB5CD1D0.book Page 1 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 81 of 110
Periodiek on derhoud en afstelling
6-21
6
DAU36505
Remlichtschakelaars Het remlicht moet gaan branden net voor-
dat de remwerking intreedt. Het remlicht
wordt geactiveerd door schakelaars die zijn
verbonden met de remhendel en het rem-
pedaal. Aangezien de remlichtschakelaars
onderdelen zijn van het Yamaha ABS (Anti-
lock Brake System), mogen ze alleen wor-
den onderhouden door een Yamaha dea-
ler.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remblokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU36891
Rem blokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicator, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij- tage-indicator de remschijf bijna raakt,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU46292
Rem
blokken achterrem
Elk achterremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat een slijtage-indicatorgroef
bijna zichtbaar is, vraag dan een Yamaha-
dealer de remblokken als set te vervangen.
1. Slijtage-indicator remblok
1
1
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
1
UB5CD1D0.book Page 21 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 82 of 110
Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uit
gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht: Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendringen in het rem-
systeem, waar door de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen d e
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekkag e tot gevolg.
Vul bij
met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoe gin g van een an der
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij dens het b ij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnend ringen.
Water zal het kookpunt van d e rem-
vloeistof aanzienlijk verla gen zo dat
d amp belvormin g kan optred en en
vuil de hy draulisch bed ien de klep-
pen van de ABS eenhei d kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen bescha dig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en /of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
1. Merkstreep minimumniveau
1
1. Merkstreep minimumniveauAan bevolen remvloeistof:
DOT 4
1
UB5CD1D0.book Page 22 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 92 of 110
Periodiek on derhou d en afstelling
6-32
6
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
Om toegang te krijgen tot zekeringenkastje
2 en zekeringenkastje 3 verwijdert u paneel
A. (Zie pagina 6-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Zekering ABS-motor
6. Reservezekering
1
2
345
6
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekeringenkastje 3
3
2
1
1
2
1. Zekering parkeerlichten
2. Koplampzekering
3. Zekering 12V-aansluiting (aansluiting voor gelijkstroom, optie)
4. Zekering 12V-aansluiting (aansluitcontact voor gelijkstroom)
5. Zekering signaleringssysteem
6. Mistlichtzekering (optie)
7. Zekering ABS-regeleenheid
8. Zekering zadelverwarming (optie)
9. Zekering ontstekingssysteem
10.Reservezekering
1234
1098765
UB5CD1D0.book Page 32 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM
Page 93 of 110
Periodiek on derhoud en afstelling
6-33
6
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAUN2261
Voertui gverlichtin gDit model is uitgerust met LED-lampen
voor de koplampen, parkeerlichten en het
remlicht/achterlicht. Als een lamp niet gaat
branden, controleer dan de zekeringen en
laat vervolgens een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voo r geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering: 50.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
20.0 A
Voo r geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 1):
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Voor geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 2):
Mistlichtzekering: 2.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering zadelverwarming:
7.5 A
Voor geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 3):
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering 12V-aansluiting: 2.0 A
Zekering 12V-aansluiting: 2.0 A
1. Koplamp
2. Parkeerlicht
21
21
UB5CD1D0.book Page 33 Tuesday, August 7, 2018 8:54 AM