display YAMAHA TRACER 900 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: TRACER 900, Model: YAMAHA TRACER 900 2021Pages: 116, PDF Size: 4.29 MB
Page 17 of 116
Speciale kenmerken
3-2
3
U kunt de rijsnelheid ook handmatig verho-
gen met de gasgreep. Nadat u gas hebt ge-
geven, kunt u een nieuwe kruissnelheid
instellen door op de “SET–”-zijde van de in-
stelschakelaar te drukken. Als u geen nieu-
we kruissnelheid instelt en gas terugneemt,
remt de machine af tot de eerder ingestelde
kruissnelheid.OPMERKINGDe huidige snelheidsinstelling voor de
cruise control kan worden afgelezen van de
voertuiginformatiedisplays. (Zie pagina
4-10.)Cruise control uitschakelen
Voer een van de volgende handelingen uit
om de ingestelde kruissnelheid te annule-
ren. Het controlelampje “ ” gaat uit. Draai de gasgreep voorbij de gesloten
stand in de deceleratierichting.
Bekrachtig de voor- of achterrem.
Knijp de koppelingshendel in.
Schakelen
Druk op de aan-uitschakelaar om de cruise
control uit te zetten. Het
controlelampje “ ” en het
controlelampje “ ” gaan uit.
OPMERKINGDe rijsnelheid gaat dalen zodra cruise con-
trol wordt uitgeschakeld, als tenminste niet
aan de gasgreep wordt gedraaid.De hervattin gsfunctie geb ruiken
Druk op de “RES+”-zijde van de instelscha-
kelaar voor cruise control om de cruise
control opnieuw te activeren. De rijsnelheid keert dan terug naar de eerder ingestelde
kruissnelheid. Het controlelampje “ ”
gaat aan.
WAARSCHUWING
DWA16351
Het is g
evaarlijk de hervattin gsfunctie te
g eb ruiken wanneer d e eerder in gestel de
kruissnelhei d te hoo g is voor d e huidig e
omstan dig he den.OPMERKINGWanneer u op de aan-uitschakelaar drukt
terwijl de cruise control in werking is, wordt
de cruise control volledig uitgeschakeld en
wordt de eerder ingestelde kruissnelheid
gewist. U kunt de hervattingsfunctie pas
weer gebruiken nadat u een nieuwe kruis-
snelheid hebt ingesteld.Automatische uitschakeling van cruisecontrolDe cruise control voor dit model wordt
elektronisch geregeld en is gekoppeld aan
de andere regelsystemen. De cruise control
wordt onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:
De cruise control kan de ingestelde
kruissnelheid niet aanhouden.
1. Deceleratierichting
1 1 1
UB5UD0D0.book Page 2 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 25 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-4
4
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66061
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU91670
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als de sleutel in de stand
“ON” staat. De ingeschakelde alarmverlich-
ting blijft knipperen als u het contactslot
naar de stand “OFF” of “LOCK” draait. Om
de alarmverlichting uit te schakelen, draait
u het contactslot weer naar de stand “ON”
en bedient u opnieuw de schakelaar van de
alarmverlichting.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU73952
Cruise-controlschakelaars
Zie pagina 3-1 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU91363
Schakelaars MODE
Gebruik de schakelaars MODE om te wis-
selen tussen “D-MODE” en “TCS-MODE”
aan de linkerzijde van het hoofddisplay.
Er zijn drie modusregelingen:
Schakelaar MODE omhoo g - druk op
deze schakelaar om de geselecteerde mo-
dusinstelling omhoog aan te passen.
Schakelaar “MODE” - druk op deze scha-
kelaar om links-rechts te wisselen tussen
“D-MODE” en “TCS-MODE”.
Schakelaar MODE omlaag - dr uk op deze
schakelaar om de geselecteerde modusin-
stelling omlaag aan te passen.OPMERKING Als in “D-MODE 1” op de schakelaar
MODE omhoog wordt gedrukt, wordt
gewisseld naar “D-MODE 4”. Als in
UB5UD0D0.book Page 4 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 26 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-5
4
“D-MODE 4” op de schakelaar MODE
omlaag wordt gedrukt, wordt niet ge-
wisseld naar “D-MODE 1”.
De “TCS-MODE” kan alleen worden
uitgeschakeld vanaf het hoofddisplay.
Selecteer “TCS-MODE” met de scha-
kelaar “MODE” en houd vervolgens
de schakelaar MODE omhoog inge-
drukt totdat “OFF” wordt weergege-
ven.
Gebruik de schakelaar MODE omlaag
om de tractieregeling weer in te scha-
kelen.
Als “TCS-MODE” op “OFF” wordt ge-
zet, worden TCS, SCS en LIF ook uit-
geschakeld.
Zie pagina 4-13 voor meer informatie
over de weergave MODE.
Zie pagina 3-4 voor meer informatie
over “TCS-MODE”.
Zie pagina 3-3 voor meer informatie
over “D-MODE”.
DAU92670
Wielschakelaar “ ”
Als de wielschakelaar wordt bediend, ver-
schijnt een cursor rond het eerder geselec-
teerde item op het hoofddisplay of het
subdisplay.
Via de wielschakelaar wordt het volgende
bediend:
Voertuiginformatiedisplays
Instellingen MENU
Handvatverwarmingsfunctie (indien
aanwezig)
Zadelverwarmingsfunctie (indien aan-
wezig)
Bedien de wielschakelaar als volgt:
Omhoo gdraaien - draai het wiel omhoog
om naar boven te schuiven of een instel-
lingswaarde te verhogen.
Omlaa gdraaien - draai het wiel omlaag om
naar beneden te schuiven of een instel-
lingswaarde te verlagen.
Naar binnen duwen - druk de wielschake-
laar in de richting van het stuur in om door
de cursor aangegeven items te selecteren
en instellingswijzigingen te bevestigen.
Houd de schakelaar ingedrukt om geselec-
teerde items terug te stellen.
OPMERKING Als de wielschakelaar enige tijd niet
wordt bediend, verdwijnt de cursor.
Zie pagina 4-9 voor meer informatie
over het hoofddisplay, het subdisplay
en de bijbehorende functies.
Zie pagina 4-16 voor meer informatie
over het scherm MENU en het wijzi-
gen van instellingen.
DAU4939P
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. ABS-waarschuwingslampje “ ”
3. Waarschuwingslampje oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwingslampje hulpsysteem “ ”
5. Vrijstandcontrolelampje “ ”
6. Storingsindicatielampje “ ”
7. Controlelampje linker richtingaanwijzer “ ”
ABS
12
34
56
7
UB5UD0D0.book Page 5 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 30 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-9
4
DAU92731
Waarschuwin gslampje
hulpsystemen “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is de
machine nakijken door een Yamaha dealer.
DAU92804
Weer gavenDeze machine is uitgerust met twee dis-
plays: een hoofddisplay en een subdisplay.
Op de displays zijn de volgende items te
vinden:1. Snelheidsmeter
2. Toerenteller
3. Indicator snelschakelen “QS” (indien aanwe-
zig)
4. Aanduiding ingeschakelde versnelling
5. Voertuiginformatiedisplays
6. Instellingen MENU-pictogram “ ”
7. Indicator handvatverwarming (indien aanwe- zig)
8. Indicator zadelverwarming (indien aanwezig)
9. Pictogram remregelsysteem “BC”
10.Klok
11.Weergave MODE
4
7
6
1011
9
35
8
12
1. Rondetimer
2. Waarschuwingslampje oliedruk Ž
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur Ž
4. Waarschuwing hulpsysteem Ž
5. klok indien geactiveerd)
1. Voertuiginformatiedisplays
LAP
02
LATEST
00:12.3 4
00:01.23
1
4 3
2
5
1
UB5UD0D0.book Page 9 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 31 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-10
4
OPMERKING Dit model is voorzien van TFT-LCD’s
(thin film transistor liquid crystal dis-
play) voor een goede contrastwerking
en leesbaarheid onder uiteenlopende
omstandigheden. Door de aard van
deze technologie is het normaal dat
een klein aantal pixels inactief is.
U kunt de weergave-eenheden wisse-
len tussen kilometers/mijlen en Celsi-
us/Fahrenheit. Zie “Unit” op pagina
4-19.
WAARSCHUWING
DWA18210
Zet de machine stil alvorens instellin gen
te wijzi gen. Het aan bren gen van wijzi-
g in gen tij dens het rij den kan u aflei den
en ver groot het risico op een on geval.Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental
aan op basis van meting van de draaisnel-
heid van de krukas in omwentelingen per
minuut (tpm).
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in d e rode zone wijst.
Ro de zone: 10600 tpm en hog erVoertuiginformatie displays De zes voertuiginformatiedisplays kunnen
afzonderlijk worden ingesteld voor weerga-
ve van de volgende items:
ODO: kilometerteller
F-TRIP: brandstofreserve-ritteller (al-
leen hoofddisplay (bovenste))
TRIP1: ritteller
TRIP2: ritteller
F.AVE: gemiddelde brandstofverbruik
F.CRNT: huidige brandstofverbruik
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
Brandstofniveaumeter
FUEL CON: hoeveelheid verbruikte
brandstof
TRIP TIME: rijtijd
: snelheidsinstelling cruise control
De voertuiginformatiedisplays worden als
volgt bediend:
Draai de wielschakelaar om de cursor op
een informatiedisplay te plaatsen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
geselecteerde weergave grijs te markeren.
Draai de wielschakelaar om een ander dis-
play-item te kiezen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
nieuwe display-item te bevestigen.1. Voertuiginformatiedisplays
1. Voertuiginformatiedisplays
11
UB5UD0D0.book Page 10 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 32 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-11
4
OPMERKING In de modus LAP TIME worden de
twee voertuiginformatiedisplays op
het hoofddisplay vervangen door ron-
de-informatie.
De items TRIP1, TRIP2, F-TRIP,
F.AVE, FUEL CON en TRIP TIME kun-
nen afzonderlijk worden teruggesteld.Kilometerteller:De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.OPMERKINGDe kilometert eller wordt vergrendeld bij
999999 en kan niet worden teruggesteld.Brandstofreserve-ritteller:Wanneer het reservepeil in de brandstof-
tank wordt bereikt, wordt automatisch F-
TRIP weergegeven en wordt de afgelegde
afstand vanaf dat punt geregistreerd. Na het tanken en een bepaalde afstand te
hebben gereden, zal F-TRIP weer automa-
tisch verdwijnen.
Rittellers:
TRIP1 en TRIP2 tonen de afgelegde af-
stand sinds de tellers voor het laatst wer-
den teruggesteld naar nul.OPMERKINGTRIP1 en TRIP2 worden teruggesteld naar
0 nadat 9999.9 is bereikt en gaan vervol-
gens opnieuw tellen.Gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op
OPMERKINGNadat u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik hebt teruggesteld, wordt
chine is afgelegd.Huidig brandstofverbruik:De weergave van het huidige brandstofver-
OPMERKING
weergegeven.Luchttemperatuur:De luchttemperatuur wordt getoond van …9
°C (16 °F) tot 50 °C (122 °F) in stappen van
1 °C (1 °F). De weergegeven temperatuur
kan afwijken van de werkelijke omgevings-
temperatuur.
UB5UD0D0.book Page 11 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 33 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-12
4
OPMERKING Als de gedetecteerde temperatuur la-
ger is, wordt “--” weergegeven.
Als de gedetecteerde temperatuur ho-
ger is, wordt “--” weergegeven.Koelvloeistoftemperatuur:De koelvloeistoftemperatuur wordt ge-
toond van 40 °C (104 °F) tot 124 °C (255 °F)
in stappen van 1 °C (1 °F).OPMERKINGAls de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 °C (104 °F), geeft de weerga-
ve koelvloeistoftemperatuur “Lo” weer
Als de koelvloeistoftemperatuur hoger
is dan 124 °C (255 °F), geeft de weer-
gave koelvloeistoftemperatuur “Hi”
weerBrandstofniveaumeter:
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de brandstoftank aanwe-
zig is. De displaysegmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen van “F”
(vol) naar “E” (leeg) naarmate het brand-
stofniveau verder daalt. Als het laatste seg-
ment begint te knipperen, dient u zo snel
mogelijk te tanken.
Ritteller brandstofverbruik:Geeft aan hoeveel brandstof is verbruikt
sinds de ritteller voor het laatst werd terug-
gesteld.OPMERKINGHet huidige verbruik dient alleen gebruikt te
worden als algemene referentie. Gebruik
dit getal niet om de afstand te schatten die
met de huidige brandstoftank kan worden
afgelegd.Rittijd:Geeft de draaitijd van de motor aan. Snelheidsinstelling cruise control:
Geeft de geselecteerde snelheidsinstelling
voor de cruise control aan. Zie voor aan-
passing van deze snelheidsinstelling pagi-
na 3-1 voor uitleg over de werking van de
cruise control.
Om items op informatiedisplays terug testellen (indien mogelijk):1. Draai de wielschakelaar om een van
de zes voertuiginformatiedisplays te
markeren.
2. Druk de wielschakelaar naar binnen
om het informatiedisplay te selecte-
ren.
3. Draai de wielschakelaar om het ge-
wenste display-item te selecteren.
4. Houd de wielschakelaar ingedrukt tot- dat het display-item wordt terugge-
steld.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Geeft weer welke versnelling is ingescha-
keld. Dit model heeft 6 versnellingen en een
vrijstand. De vrijstand wordt aangegeven
UB5UD0D0.book Page 12 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 35 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-14
4
Gebruik om de handvatverwarming te acti-
veren de wielschakelaar om de handvatver-
warmingsweergave te markeren met de
cursor.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
handvatverwarmingsfunctie te selecteren.
Draai na de selectie de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om het temperatuurniveau
in te stellen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
temperatuurniveau te bevestigen en de
handvatverwarmingsfunctie af te sluiten.LET OP
DCA17932
Draa g han dschoenen wanneer u d e
han dvatverwarmin g g eb ruikt.
Gebruik de han dvatverwarmin g niet
b ij warm weer.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of bescha digd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hen del.In dicator za delverwarmin g (in dien aan-
wezi g)
De zadelverwarming kan worden gebruikt
wanneer de motor draait. Er zijn 10 tempe-
ratuurniveaus. Indien geactiveerd geeft de
indicator het temperatuurniveau van 1
(laagste) tot 10 (hoogste) aan. Gebruik om de zadelverwarming te active-
ren de wielschakelaar om de handvatver-
warmingsweergave te markeren met de
cursor.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
zadelverwarmingsfunctie te selecteren.
Draai na de selectie de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om het temperatuurniveau
in te stellen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
temperatuurniveau te bevestigen en de za-
delverwarmingsfunctie af te sluiten.
LET OP
DCA25721
Zor g d at u beschermen de kle din g
d raa gt die uw heupen en benen be-
d ekt wanneer u d e zadelverwar-
min g g eb ruikt.
Gebruik de zad elverwarmin g niet
b ij warm weer.
Als het za del versleten of bescha-
d igd is, geb ruik de za delverwar-
min g d an niet meer en vervan g het
za del.De functie van de wielschakelaar kan in de
handvat-/zadelverwarmingsmodus worden
vergrendeld door de wielschakelaar lang ingedrukt te houden terwijl de indicator
handvatverwarming of de indicator zadel-
verwarming door de cursor is gemarkeerd.
In deze modus kunnen de temperatuurni-
veaus direct worden bijgesteld door de
wielschakelaar omhoog of omlaag te draai-
en.
Druk in deze modus de wielschakelaar naar
binnen om te wisselen tussen de functies
voor de handvatverwarming en zadelver-
warming.
Houd de wielschakelaar ingedrukt om deze
modus af te sluiten en de normale werking
van de wielschakelaar te herstellen.
OPMERKINGDe huidige instellingen voor de handvatver-
warming/zadelverwarming worden opge-
slagen wanneer de machine wordt
uitgeschakeld.Ron
detimer
Deze stopwatchfunctie kan worden geacti-
veerd via het instellingenmenu. (Zie pagina
4-17.)
Na activering worden de twee voertuigin-
formatiedisplays op het hoofddisplay ver-
vangen door:
UB5UD0D0.book Page 14 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 36 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-15
4
Druk om de timer te starten de dimlicht-
schakelaar/lichtsignaalschakelaar omlaag
naar “PASS”.
Telkens als op de dimlichtschakelaar/licht-
signaalschakelaar wordt gedrukt, wordt het
aantal ronden met 1 verhoogd en wordt de
huidige rondetijd teruggesteld.
Druk om de rondetimer te pauzeren de
wielschakelaar naar binnen.
Druk om de pauze op te heffen de dimlicht-
schakelaar/lichtsignaalschakelaar omlaag
naar “PASS”. De werking van de timer
wordt hervat zonder dat een nieuwe ronde
wordt geteld.
Om de rondetijdmodus af te sluiten, scha-
kelt u deze uit in het instellingen MENU. (Zie
pagina 4-17.)
OPMERKING De rondetimer kan alleen worden ge-
start als de motor draait.
Als op de dimlichtschakelaar/lichtsig-
naalschakelaar wordt gedrukt, knip-
pert de koplamp.
Telkens als de rondetimer is gepau-
zeerd, kan de werking worden hervat
door op de dimlichtschakelaar/licht-
signaalschakelaar te drukken.Picto gram remre gelsysteem “BC”
Dit pictogram wordt vervangen door de
waarschuwing hulpsysteem en de waar-
schuwing koelvloeistoftemperatuur als
deze worden geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het BC-sy-
steem “BC” op pagina 3-6.
Waarschuwin g foutmod us “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en waarschuwingslampje “ ” dui-
den op een ECU-fout.
Alleen “Err” duidt op een ABS ECU-fout.
OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor
het onmogelijk kan zijn om de TCS-instel-
lingen te wijzigen. Daarnaast werkt het
ABS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om de
machine na te kijken.Waarschuwin g hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in een niet-
motorgerelateerd systeem.
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloei-
stoftemperatuur oploopt tot 116 °C (241 °F)
of hoger. Stop de machine en schakel de
motor uit. Laat de motor afkoelen.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
1. Rondeteller
2. Huidige rondetijd
3. Tijd laatste/vorige ronde
LAP
02
LATEST
00:12.3 4
00:3 0.23
2
1
3
UB5UD0D0.book Page 15 Friday, December 18, 2020 9:03 AM
Page 37 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-16
4
Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit pictogram verschijnt als de motorolie-
druk laag is. Als de machine voor het eerst
wordt ingeschakeld, moet nog oliedruk
worden opgebouwd. Daarom wordt dit pic-
togram weergegeven totdat de motor is ge-
start.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingspictogram oliedruk doorlo-
pend knipperen.LET OP
DCA26410
Laat de motor niet draaien als de olie-
d ruk laa g is.
DAU92811
Instellin gen MENUHet scherm MENU bevat de volgende in-
stellingenmodules. Selecteer een module
om gerelateerde instellingen te wijzigen. Toe
gan g en geb ruik van het instellin gen
MENU
Het instellingen MENU wordt als volgt ge-
bruikt:
Draai de wielschakelaar omhoog of omlaag
om items te markeren of waarden te verho-
gen of verlagen en druk de wielschakelaar
kort naar binnen om de selectie te bevesti-
gen.
Houd de wielschakelaar ingedrukt totdat
het scherm terugkeert naar de hoofdweer-
gave om het MENU op enig moment te ver-
laten.
OPMERKING Sommige schermen van het instellin-
genmenu bevatten een naar boven
wijzend driehoeksymbool. Selecteer
het driehoeksymbool om aangebrach-
te wijzigingen op te slaan en het huidi-
ge scherm af te sluiten.
Mo dule Beschrijvin g
“Exit” MENU afsluiten en terug-
keren naar het hoofd-
scherm
“Display Set-
ting” Rondetijdmodus in- of uit-
schakelen en toerenteller-
kleur aanpassen
“Manual TCS
Setting” TCS/SCS/LIF-instellingen
voor “TCS-MODE M” aan-
passen
“Vehicle Set-
ting” BC/QS-instellingen aan-
passen
“Shift Indica-
tor” Schakelindicator in- of uit-
schakelen en instellingen
van de toerenteller aan-
passen
“Maintenance” Onderhoudsintervallen be-
kijken en terugstellen
Display S
etting
Exit
Manual TCS S ettingVehicle S ettingShift Indicator
km/h
MENU
Brandstofverbruik en
maateenheden instellen
Helderheid van het scherm
aanpassen
Klok aanpassen
Alle instellingen terugzet-
ten naar fabrieksinstellin-
gen
UB5UD0D0.book Page 16 Friday, December 18, 2020 9:03 AM