stop start YAMAHA VMAX 2001 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: VMAX, Model: YAMAHA VMAX 2001Pages: 110, PDF Size: 11.91 MB
Page 19 of 110
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00124
Richtingaanwijzerschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar naar rechts om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar links om afslaan naar links
aan te geven. Na loslaten keert de schake-
laar terug naar de middenstand.
Dit model is voorzien van een automatisch
uitschakelsysteem; de richtingaanwijzers
gaan vanzelf uit nadat de machine zowel
ca. 150 m als gedurende ca. 15 seconden
heeft gereden. De richtingaanwijzers kun-
nen echter ook met de hand worden uitge-
schakeld, door de schakelaar in te drukken
nadat deze in de middenstand is terugge-
keerd.OPMERKING:@ Het automatisch uitschakelsysteem werkt
alleen tijdens het rijden, zodat de richtin-
gaanwijzers niet automatisch uitschakelen
terwijl u stilstaat op een kruising. @
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
4. Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
D_3lr.book Page 4 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 20 of 110
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:@ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. @
DAU01653
Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
Onder normale omstandigheden hoort
deze schakelaar in de stand “ON” te staan.
Wanneer tijdens het rijden het controle-
lampje brandstofniveau gaat branden, zet
de schakelaar dan op “RES”, vul zo snel
mogelijk brandstof bij en zet de schakelaar
dan weer terug op “ON”.OPMERKING:@ Direct bij overschakelen naar “RES” is nog
ca. 3 L brandstof in de tank aanwezig. @
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de lin-
kerstuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de koppeling te ontkoppelen. Laat de
hendel los om de koppeling te laten aangrij-
pen. Voor een soepele werking van de kop-
peling moet de hendel snel ingetrokken
worden en langzaam worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
4. Schakelaar brandstofreserve “FUEL”
1. Koppelingshendel
D_3lr.book Page 5 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 32 of 110
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
CD-01D
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “ ” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de zijstandaardscha-
kelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de koppelingsschake-
laar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEEJA NEE
D_3lr.book Page 17 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 38 of 110
5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
@ l
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
l
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
l
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
@
DAU01627
Starten van een koude motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:l
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
l
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
@ l
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-16.
l
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
@1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
DC000035
LET OP:@ Als het controlelampje voor brandstofni-
veau gaat branden, controleer dan het
brandstofniveau en vul zo nodig zo
spoedig mogelijk bij. @2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:@ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. @3. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-8
voor de bediening van de choke.)
4. Start de motor door de startknop in te
drukken.
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 79 of 110
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
11. Koppel de positieve accukabel aan en
sluit de startmotorkabel aan op het
startmotorrelais en zet beide aanslui-
tingen vast.
DW000118
WAARSCHUWING
@ Haal de positieve accukabel en de start-
motorkabel door het gat in de bobine-
steun, zoals in de afbeelding. Een
verkeerde ligging van deze kabels kan
kortsluiting veroorzaken, waardoor de
motor en de verlichting uitvalt en moge-
lijk een ongeval het gevolg is. @12. Koppel de negatieve accukabel aan
op de accu en zet de aansluiting vast.
13. Breng het rijderzadel aan.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt opgeborgen, moet het soortelijk
gewicht van de elektrolyt minstens
eens per maand worden gecontro-
leerd; laad de accu dan steeds volle-
dig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen en kijk of de ontluchtingsslang
de juiste ligging heeft, in goede condi-
tie verkeert en niet verstopt of afge-
kneld is.
DC000099
LET OP:@ Als de ontluchtingsslang zodanig ligt
dat het frame wordt blootgesteld aan
elektrolyt of aan accugassen, kan het
frame structureel of aan de oppervlakte
worden beschadigd. @
1. Positieve accukabel (rood)
2. Startmotorkabel (zwart)
D_3lr.book Page 36 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 89 of 110
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-46
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
@ l
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
l
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
@OPMERKING:@ Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen. @ Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.Er is geen
lekkage.
D_3lr.book Page 46 Monday, December 4, 2000 11:20 AM
Page 106 of 110
10-INDEXAAccu ...................................................... 6-33
Afstellingen voor voor- en achtervering,
afstemmen van .................................... 3-15
Antidiefstal-alarm .....................................3-3BBanden .................................................. 6-21
Bougies, controleren ................................6-7
Brandstof .................................................3-8
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-4CCarburateurs, afstellen ........................... 6-20
Cardanolie ............................................. 6-13
Chokehendel............................................ 3-8
Claxonschakelaar ....................................3-4
Contactslot ................................................ 3-1
Controlelampje brandstofniveau...............3-2
Controlelampje grootlicht .........................3-2
Controlelampje richtingaanwijzers ............3-1
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ..........................3-1
Controlelampje vrijstand...........................3-1
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ...................................3-4GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ................................................ 6-29
Gaskabel, afstellen van vrije slag ........... 6-21
Gereedschapsset.....................................6-1
HHelmbevestiging .................................... 3-10IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijden van de motor ................................ 5-4KKabels, controleren en smeren .............. 6-28
Klepspeling, afstellen............................. 6-21
Koelvloeistof .......................................... 6-14
Controleren ...................................... 6-14
Verversen ........................................ 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-38
Koppelingshendel .................................... 3-5LLichtschakelaar ....................................... 3-4
Lichtsignaalschakelaar ............................ 3-4
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................... 6-19MMiddenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ........................ 6-30
Modelinformatiesticker ............................. 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon.................... 6-9NNoodstopschakelaar ................................ 3-4
Nummer voor sleutelidentificatie .............. 9-1PParkeren.................................................. 5-5
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ................................ 6-3
RRemblokken, controleren .......................6-26
Rem- en koppelingshendel,
controleren en smeren .........................6-30
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren .........................6-29
Remhendel ..............................................3-6
Remhendel, afstellen van vrije slag ........6-25
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-26
Rempedaal ..............................................3-6
Rempedaalstand, afstellen .....................6-25
Remvloeistofniveau, controleren ............6-27
Remvloeistof, verversen.........................6-28
Richtingaanwijzerschakelaar..................... 3-4
Richtingaanwijzer of remlicht/
achterlicht gloeilampen, vervangen ......6-39
Rijderzadel ...............................................3-9SSchakelaar brandstofreserve ...................3-5
Schakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal .........................................3-6
Schakelpunten (alleen voor Zwitserland)..5-4
Schokdemperunits, afstellen ..................3-12
Snelheidsmeterunit.................................... 3-2
Specificaties.............................................8-1
Stalling .....................................................7-4
Starten van een koude motor ...................5-1
Starten van een warme motor ..................5-3
Startknop .................................................3-5
Startspersysteem ...................................3-16
Stationair toerental, afstellen ..................6-20
Storingzoeken ........................................6-44
D_3lr.book Page 1 Monday, December 4, 2000 11:20 AM