display YAMAHA WR 250R 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: WR 250R, Model: YAMAHA WR 250R 2016Pages: 98, PDF Size: 2.64 MB
Page 6 of 98

InhoudsopgaveVeiligheidsinformatie........................ 1-1
Beschrijving ...................................... 2-1
Aanzicht linkerzijde .......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ....................... 2-2
Bedieningen en instrumenten .......... 2-3
Werking van de
bedieningselementen en
instrumenten ..................................... 3-1
Contactslot/stuurslot ........................ 3-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ................ 3-2
Multifunctioneel display ................... 3-3
Stuurschakelaars ............................. 3-8
Koppelingshendel ......... ................... 3-9
Schakelpedaal ............ ................... 3-10
Remhendel .................................... 3-10
Rempedaal .................................... 3-10
Tankdop......................................... 3-11
Brandstof ....................................... 3-11
Uitlaatkatalysator ........................... 3-13
Zadel.............................................. 3-13
Helmbevestiging ............................ 3-14
Voorvork afstellen .......................... 3-14
Voorvork ontluchten....................... 3-16
Schokdemperunit afstellen ............ 3-16
EXUP-systeem ..... ....................... .. 3-18
Zijstandaard ................................... 3-18
Startspersysteem...................... ..... 3-19Voor uw veiligheid –
controles voor het rijden
................. 4-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie ...................................... 5-1
Starten van de motor....................... 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ......................... 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-3
Parkeren.......................................... 5-4
Periodiek onderhoud en
afstelling ............................................ 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-2
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem ......... 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema ..................... 6-4
Panelen verwijderen en
aanbrengen.................................. 6-8
Bougie controleren ... ..................... 6-11
Motorolie en oliefilterelement ........ 6-12
Koelvloeistof .................................. 6-14
Reinigen van het
luchtfilterelement en de
aftapslang .................................. 6-17
Stationair toerental afstellen.......... 6-18
De vrije slag van de gasgreep controleren ................................. 6-19
Klepspeling.................................... 6-19 Banden .......................................... 6-20
Spaakwielen .................................. 6-22
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen ...................................... 6-22
Vrije slag van remhendel
afstellen ...................................... 6-23
Schakelpedaal controleren ............ 6-24
Remlichtschakelaars...................... 6-24
Controleren van voor- en achterremblokken ....................... 6-25
Controleren van
remvloeistofniveau ..................... 6-25
Remvloeistof verversen ................. 6-26
Spanning aandrijfketting ................ 6-27
Aandrijfketting reinigen en smeren ....................................... 6-28
Kabels controleren en smeren ....... 6-28
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel ................ 6-29
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren ............... 6-29
Rempedaal controleren en smeren ....................................... 6-30
Zijstandaard controleren en smeren ....................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten smeren ....................................... 6-30
Voorvork controleren ..................... 6-31
Stuursysteem controle ren .............. 6-31
Controleren van wiellagers ............ 6-32
Accu ............................................... 6-32BN3-9-D0.book 1 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 15 of 98

Beschrijving
2-3
123
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU10431
Bedieningen en instrumenten
12 346 7
5
8
1. Koppelingshendel (pagina 3-9)
2. Schakelaargroep linker stuurzijde (pagina 3-8)
3. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
4. Multifunctioneel display (pagina 3-3)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-25)
6. Schakelaargroep rechte rstuurzijde (pagina 3-8)
7. Remhendel (pagina 3-10)
8. Gasgreep (pagina 6-19)
BN3-9-D0.book 3 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 18 of 98

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-3
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU11447
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-43 nadere instructies ver-meld.
DAU11535
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer er een probleem wordt
aangegeven in het elektrisch circuit dat de
motor controleert. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem te
controleren. (Zie pagina 3-8 voor uitleg over
de werking van het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU4527A
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12313
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op eenongeval.1. “RESET”-toets
2. “SELECT 1”-toets
3. “SELECT 2”-toets
4. Klok/stopwatch
5. Snelheidsmeter
6. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofreserve
123
4
5
6
BN3-9-D0.book 3 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 19 of 98

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-4
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKING
Het multifunctioneel display kan in de
basismodus of in de meetmodus gezet
worden.
Ritteller A wordt automatisch terugge-
steld op nul bij het wisselen van de ba-
sismodus naar de meetmodus ofomgekeerd.
Basismodus:
een snelheidsmeter
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een klok
een voorziening voor zelfdiagnose
Meetmodus:
een snelheidsmeter
een ritteller voor afstandscompensatie
een stopwatch
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT 1”,
“SELECT 2” en “RESET”-toetsen ge-
bruikt.
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, verschijnen alle segmenten op
het multifunctionele display en verdwij-
nen dan weer om het elektrisch circuit
te testen.
Voor Verenigd Koninkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave van de snelheidsmeter en
kilometerteller/ritteller houdt u de “SE-
LECT 2”-toets ingedrukt totdat de een-heid verandert.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan. Basismodus
Kilometerteller- en rittellermodus
De kilometerteller toont de totale afstand die
door de machine is afgelegd.
De rittellers (A en B) tonen de afgelegde af-
stand sinds ze voor het laatst werden terug-
gesteld, en de brandsto
freserve-ritteller “F”
toont de afgelegde afstand sinds het waar-
schuwingslampje brandstofniveau is gaan
branden.OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 99999.
De rittellers worden teruggesteld naar
0.0 en blijven tellen nadat 999.9 is be-reikt.
Druk tijdens normaal bedrijf op de “SELECT
2”-toets om de weergave te wisselen tussen
de kilometertellermodus en de rittellermodi
A en B in de onderstaande volgorde:
kilometerteller ritteller A ritteller B
kilometerteller
1. Lampje stopwatch “ ”
2. Lampje ritteller A “ ”/ritteller voor afstandscompensatie “ ”
3. Lampje ritteller B “ ”
1
3
2
BN3-9-D0.book 4 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 22 of 98

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-7
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
pen.
Automatisch starten1. Houd de toets “SELECT 1” minstens twee seconden lang ingedrukt om au-
tomatisch starten in te stellen.OPMERKINGWanneer de stopwatch op automatisch
starten ingesteld is, dan gaan lampje “ ”
van de stopwatch en lampje “ ” van de rit-
teller voor afstandsc ompensatie knipperen
en bewegen de cijfers op het display vanlinks naar rechts.
2. Zodra het voertuig in beweging komt, begint de stopwatch te lopen.
3. Druk gelijktijdig op de toetsen “SE-
LECT 1” en “SELECT 2” om de stop-
watch stop te zetten.
4. Om de stopwatch te laten doorlopen, drukt u opnieuw gelijktijdig op de toet-
sen “SELECT 1” en “SELECT 2”.
OPMERKINGDe stopwatch loopt door als u het voertuig
stopt. Herhaal de stappen 3 en 4 om de
stopwatch stop te zetten of te laten doorlo-pen.
Meetmodus (om de ri
tteller voor af-
standscompensatie te kalibreren)
De ritteller voor afstandscompensatie is be-
doeld om nauwkeuriger rittellerwaarden te
verkrijgen tijdens enduroritten. Door de tel-
ler te kalibreren volgens de afstanden die
op de enduroroutekaart gespecificeerd zijn,
kunt u zich als berijder beter vertrouwd ma-
ken met de route. Daarnaast kan kalibratie
van de teller nodig zijn wanneer u banden,
velgen, kettingwielen etc. gebruikt van an-
dere maten dan de originele. Voor meer in-
formatie over het gebruik van deze ritteller
kunt u terecht bij uw plaatselijke
Yamaha-dealer.
Kalibreer de ritteller voor afstandscompen-
satie als volgt.
Om de weergegeven waarde te verhogen,
drukt u op de toets “SELECT 1”. Om de
weergegeven waarde te verlagen, drukt u
op de toets “SELECT 2”. Door deze toetsen
ingedrukt te houden, verhoogt of verlaagt u de waarde doorlopend, totdat u de toets los-
laat.
OPMERKINGKalibratie van de ritteller voor afstandscom-
pensatie is ook moge
lijk wanneer de stop-watch loopt.
De ritteller voor afstandscompensatie
of de ritteller voor afstandscompensa-
tie samen met de stopwatch terugstel-
len op nulOPMERKINGU kunt alleen de ritteller voor afstandscom-
pensatie of de ritteller voor afstandscom-
pensatie samen met de stopwatchterugstellen op nul.
Ritteller voor afstandscompensatie terug-stellen op nul1. Controleer of de stopwatch loopt.
2. Stel de ritteller voor afstandscompen- satie terug op nul door de toets “RE-
SET” minstens twee seconden lang
ingedrukt te houden.
De ritteller voor afstandscompensatie sa-men met de stopwatch terugstellen op nul1. Zet de stopwatch stop.
2. Stel de ritteller voor afstandscompen-
BN3-9-D0.book 7 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 23 of 98

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-8
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
satie en de stopwatch terug op nul
door de toets “RESET” minstens twee
seconden lang ingedrukt te houden.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
DAU1234H
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. Weergave foutcode
1
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Startknop “ ”
1
2
31
2
BN3-9-D0.book 8 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 39 of 98

5-1
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
Gebruik en belangrijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU47152
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. Het display
geeft in dat geval foutcode 30 weer,
maar dit betreft geen storing. Draai de
sleutel naar “OFF” en vervolgens naar
“ON” om de foutcode te wissen. Als u
dat niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Het display
geeft in dat geval foutcode 70 weer,
maar dit betreft geen storing. Druk op
de startschakelaar om de foutcode te
wissen en de motor opnieuw te star-ten.
DAU45128
Starten van de motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-19 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
moeten enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Waarschuwingslampje brandstof-
niveau
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
LET OP
DCA15485
Als een waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid, of wanneer een waar-
schuwingslampje niet dooft, zie dan pa-
gina 3-2 voor een cont role van het circuit
BN3-9-D0.book 1 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 95 of 98

10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
91011
12
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ......... 6-28
Accu......................................................... 6-32
Achterbrugscharnierpunten, smeren ....... 6-30
Achterlicht/remlichtunit ............................ 6-36BBanden .................................................... 6-20
Bougie, controleren ................................. 6-11
Brandstof ................................................. 3-11
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3CClaxonschakelaar ...................................... 3-9
Contactslot/stuurslot .................................. 3-1
Controlelampje grootlicht ........................... 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers ............. 3-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................... 3-2DDimlichtschakelaar .................................... 3-9EEXUP-systeem ........................................ 3-18GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .................................................. 6-29
Gereedschapsset ...................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen.............................................. 6-37
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen.............................................. 6-36HHelmbevestiging ...................................... 3-14IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren ............... 6-28
Klepspeling.............................................. 6-19
Koelvloeistof ............................................ 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 6-34
Koppelingshendel...................................... 3-9
Koppelingshendel, vrije slag afstellen ..... 6-22LLuchtfilterelement en aftapslang, reinigen ................................................. 6-17MMatkleur, let op.......................................... 7-1
Modelinformatiesticker .............................. 9-2
Motorolie en oliefilterelement .................. 6-12
Multifunctioneel display ............................. 3-3NNoodstopschakelaar ................................. 3-9OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ............. 6-37PPanelen, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-35
Parkeren.................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 6-40RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren .......................... 6-29
Remhendel .............................................. 3-10
Remhendel, vrije slag afstellen ............... 6-23
Remlichtschakelaars ............................... 6-24
Rempedaal .............................................. 3-10
Rempedaal, controleren en smeren ........ 6-30 Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-25
Remvloeistof, verversen ..........................6-26
Richtingaanwijzerschakelaar .....................3-9
SSchakelen ..................................................5-2
Schakelpedaal ......................................... 3-10
Schakelpedaal, controleren ..................... 6-24
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-16
Serienummer motorblok ............................9-1
Smering en onderhoud, periodiek..............6-4
Spanning aandrijfke
tting ..........................6-27
Specificaties...............................................8-1
Stalling .......................................................7-3
Starten van de motor .................................5-1
Startknop ...................................................3-9
Startspersysteem ..................................... 3-19
Stationair toerental................................... 6-18
Storingzoekschema’s............................... 6-42
Stuurschakelaars .......................................3-8
Stuursysteem, controleren .......................6-31TTankdop ...................................................3-11UUitlaatkatalysator ..................................... 3-13VVeiligheidsinformatie..................................1-1
Verzorging .................................................7-1
Voertuigidentificatienummer ......................9-1
Voor- en achterremblokken controleren.............................................6-25
Voorvork, afstellen ................................... 3-14
Voorvork, controleren ..............................6-31
Voorvork, ontluchten ................................ 3-16
Vrije slag van gasgreep, controleren .......6-19
BN3-9-D0.book 1 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分