MPG YAMAHA WR 250X 2008 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: WR 250X, Model: YAMAHA WR 250X 2008Pages: 96, PDF Size: 2.15 MB
Page 7 of 96

INHOUDSOPGAVE
Koplampgloeilamp vervangen ....... 6-33
Achterlicht/remlichtunit .................. 6-34
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen .................................. 6-35
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen .................................. 6-35
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp ................. 6-36
Ondersteunen van de motorfiets ... 6-36
Voorwiel ......................................... 6-37
Achterwiel ...................................... 6-38
Problemen oplossen ...................... 6-39
Storingzoekschema’s .................... 6-40
VERZORGING EN STALLING VAN DE
MOTORFIETS
..................................... 7-1
Matkleur, let op ................................ 7-1
Verzorging ....................................... 7-1
Stalling ............................................. 7-3
SPECIFICATIES
................................. 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE
............... 9-1
Identificatienummers ....................... 9-1
Page 74 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
1
2
3
4
5
6
7
8
9
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als een zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha-dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU45210
Koplampgloeilamp vervangen
De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het koplamppaneel samen
met de koplampunit door de bouten te
verwijderen en het geheel omhoog te
trekken zoals afgebeeld.
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
7.5 A
1. Bout
1
1
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
1
2
1
Page 75 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
2
3
4
5
67
8
9
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit niet
is afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
LET OP:
DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluitdan de koplampstekker aan.
6. Monteer het koplamppaneel (samen
met de koplampunit) door het geheel
in de oorspronkelijke positie te plaat-
sen en dan de bouten aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een
Yamaha-dealer de koplamplichtbun-
del af te stellen.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit
Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
Page 92 of 96

INDEX
A
Aandrijfketting, reinigen en smeren ........ 6-27
Accu ........................................................ 6-31
Achterlicht/remlichtunit ............................ 6-34
Achterwielophanging, smeren................. 6-29
B
Banden.................................................... 6-19
Bougie, controleren ................................... 6-9
Brandstof................................................. 3-11
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3
C
Claxonschakelaar ..................................... 3-8
Contactslot/stuurslot ................................. 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ........ 3-2
Controlelampje grootlicht .......................... 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers ............ 3-2
Controlelijst voor gebruik .......................... 4-2
D
Dimlichtschakelaar .................................... 3-8
E
EXUP-systeem........................................ 3-17
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en
smeren.................................................. 6-28
Gereedschapsset ...................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ............................................. 6-35
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ............................................. 6-35
H
Helmbevestiging ..................................... 3-13
I
Identificatienummers ................................. 9-1Inrijperiode .................................................5-3
K
Kabels, controleren en smeren ................6-27
Klepspeling ..............................................6-19
Koelvloeistof ............................................6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ................6-33
Koppelingshendel ......................................3-9
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .....6-22
L
Locaties van onderdelen ...........................2-1
Luchtfilterelement en aftapslang,
reinigen..................................................6-16
M
Matkleur, let op ..........................................7-1
Modelinformatiesticker ...............................9-2
Motorolie en oliefilterelement ...................6-10
Multifunctioneel display..............................3-3
N
Noodstopschakelaar ..................................3-8
O
Ondersteunen van de motorfiets .............6-36
P
Panelen, verwijderen en aanbrengen ........6-7
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen............6-36
Parkeren ....................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................................6-2
Problemen oplossen ................................6-39
R
Rem- en koppelingshendels, controleren en
smeren ..................................................6-28
Rem- en schakelpedalen, controleren en
smeren ..................................................6-28
Remhendel ................................................3-9Remhendel, afstellen van vrije slag......... 6-22
Remlichtschakelaar, afstellen.................. 6-23
Rempedaal .............................................. 3-10
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-24
Remvloeistof, verversen .......................... 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar ..................... 3-8
S
Schakelen.................................................. 5-2
Schakelpedaal ........................................... 3-9
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-15
Sleutelnummer .......................................... 9-1
Spanning aandrijfketting .......................... 6-25
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling....................................................... 7-3
Starten van de motor ................................. 5-1
Startknop ................................................... 3-8
Startspersysteem .................................... 3-18
Stationair toerental .................................. 6-18
Storingzoekschema’s .............................. 6-40
Stuurschakelaars....................................... 3-8
Stuursysteem, controleren ...................... 6-30
T
Tankdop .................................................. 3-10
U
Uitlaatkatalysator ..................................... 3-12
V
Veiligheidsinformatie ................................. 1-1
Verzorging ................................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ...................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren ............................................ 6-23
Voorvork, afstellen................................... 3-13
Voorvork, controleren .............................. 6-30
Voorvork, ontluchten ............................... 3-14