YAMAHA XJ6-N 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: XJ6-N, Model: YAMAHA XJ6-N 2014Pages: 104, PDF Size: 2.82 MB
Page 71 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
van de motor en an dere essentiële
on der delen van d e machine en kan
resulteren in overslaan of breken
van de kettin g. Hou d om d it te voor-
komen de kettin gspannin g b innen
d e gespecificeer de waar den.
[DCA10572]
OPMERKINGGebruik de uitlijnmerktekens op de aan-
drijfkettingspanners om beide kettingspan-
ners in dezelfde stan d te zetten, zodat het
wiel goed is uitgelijnd.
3. Draai de wielasmoer vast en zet daar- na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
DAU23026
Aan drijfkettin g reini gen en sme-
renDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aan drijfkettin g moet wor den ge-
smeer d na dat de motorfiets is g ewassen
of ermee in d e regen of in vochti ge ge-
b ie den is gered en.1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reini g d e aan drijfkettin g niet met
stoomreini gers, ho ged rukreini gers
of on geschikte oplosmi ddelen om
scha de aan d e O-ringen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Bren g g een motorolie
of an dere smeermi ddelen aan op de
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
3
1
2
(a)(b)
1. Kettingspanner
2. Uitlijnmerktekens
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
90 Nm (9.0 m·kgf, 65 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
1
2
UB61D0D0.book Page 27 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 72 of 104
![YAMAHA XJ6-N 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
aandrijfkettin g, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-rin gen kun-
nen bescha dig en.
[DCA11112] DAU23098
Ka
bels controleren en smerenDe werking v YAMAHA XJ6-N 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
aandrijfkettin g, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-rin gen kun-
nen bescha dig en.
[DCA11112] DAU23098
Ka
bels controleren en smerenDe werking v](/img/51/52585/w960_52585-71.png)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
aandrijfkettin g, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-rin gen kun-
nen bescha dig en.
[DCA11112] DAU23098
Ka
bels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Scha de aan d e buiten behuizin g van ka-
b els kan lei den tot interne roestvormin g
en storin g veroorzaken met de bewe-
g in g van kab els. Vervan g b escha digde
kab els zo snel mo gelijk om onveili ge
omstan dig he den te voorkomen.
[DWA10712] DAU49921
Controleren en smeren van
gas-
g reep en gaska belDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
Aan bevolen smeermi ddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
UB61D0D0.book Page 28 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 73 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU44275
Rem- en schakelpedalen contro-
leren en smerenDe werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelpe daal
DAU23144
Rem- en koppelin gshend els con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
UB61D0D0.book Page 29 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 74 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
DAU23203
Zijstandaar d controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstan daar d niet soepel omhoo g
en omlaag beweeg t, vraa g dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functioneren de
zijstan daar d kan het we gdek raken en u
aflei den, waar door u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Aan
bevolen smeermi ddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel: Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
UB61D0D0.book Page 30 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 75 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als scha de wor dt gevon den of d e voor-
vork niet soepel b eweegt, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23284
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-40 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! On dersteun
d e machine zor gvul dig om omval-
len en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
UB61D0D0.book Page 31 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 76 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50291
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-17.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is g iftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kle din g en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhe den na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep d irect
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buur
t van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie b ij acculaden
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)1 2
3
UB61D0D0.book Page 32 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 77 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Aci d)-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u de accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst de neg atieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervol gens eerst de
positieve ka bel en d aarna de ne ga-
tieve ka bel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu steed s opgelad en. Stallen
van een ontlad en accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU47173
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekeringhouder en de kastjes met
zekeringen voor afzonderlijke circuits be-
vinden zich onder het zadel. (Zie pagina
3-17.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.XJ6N1. Kap van startmotorrelais
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
4. Zekeringenkastje
2
4
3
1
UB61D0D0.book Page 33 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 78 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
XJ6NXJ6NAXJ6NA
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.1. Zekering achterlichtcircuit
2. Reservezekering
3. Koplampzekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
7. Zekering brandstofinjectiesysteem
8. Zekering radiatorkoelvinmotor
1 2
3
4
5
6
7
8
1. Kap van startmotorrelais
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
4. Zekeringenkastje
2
4
3
1
1. Zekering achterlichtcircuit
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
4. Zekering ABS-motor
5. Reservezekering
6. Koplampzekering
7. Zekering ontstekingssysteem
8. Zekering signaleringssysteem
9. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
10.Zekering brandstofinjectiesysteem
11.Zekering radiatorkoelvinmotor
1
5 56
7
8
9
10
11
234
UB61D0D0.book Page 34 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 79 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU46813
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het g las van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan d e doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het gloeilamp glas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e
koplamplens.
Ge bruik geen koplampg loeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
Voo r geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering ABS-motor: XJ6NA 30.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
XJ6NA 7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
XJ6NA 20.0 A
UB61D0D0.book Page 35 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM
Page 80 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
1. Verwijder de zijkappen van de kop-lampunit door de bouten aan beide zij-
den los te maken. 2. Verwijder de bouten van de multifunc-
tionele meter en til de meter vervol-
gens omhoog om de uitsteeksels op
de meter los te haken uit de openin-
gen in de metersteun. 3. Verwijder de koplampunit door de
bouten los te halen.
4. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap.
5. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Zijpaneel koplampunit
2. Bout
1
1
22
1. Multifunctionele meter
2. Bout
1. Uitsteeksel
2. Sleuf1 2
12
1. Koplampunit
2. Bout
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker1
2
2
2 1
UB61D0D0.book Page 36 Wednesday, July 9, 2014 3:56 PM