YAMAHA XJ6F 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: XJ6F, Model: YAMAHA XJ6F 2011Pages: 104, PDF Size: 2.79 MB
Page 71 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders,
de remklauwen en de remslangen vervan-
gen volgens de intervalperioden of wan-
neer ze lek of beschadigd zijn. Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
DAU22762
Spannin g aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22795
Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is.1. Spanning aandrijfketting
Spannin g aan drijfkettin g:
45.0–55.0 mm (1.77–2.17 in)
1
U1CWD4D0.book Page 27 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 72 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU53951
Om de spannin g van de aan drijfkettin g
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt. 1. Haal de motorfiets van de middenbok
en klap de zijstandaard omlaag.
2. Draai de borgmoer aan beide kanten van de achterbrug los en draai daarna
de asmoer los.
3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Draai de stelmoer op beide uiteinden van de achterbrug in de richting (a) om
de aandrijfketting strakker te stellen.
Stel de ketting losser door de stel-
moer op beide uiteinden van de ach-
terbrug in de richting (b) te draaien en
dan het achterwiel naar voren te druk-
ken. LET OP: Een onjuiste ket-
tin gspannin g leid t tot over belastin g
van de motor en an dere essentiële
on der delen van d e machine en kan
resulteren in overslaan of breken
van de kettin g. Hou d om dit te voor-
komen de kettin gspannin g b innen
d e gespecificeer de waar den.
[DCA10572]
OPMERKINGGebruik de uitlijnmerktekens op de aan-
drijfkettingspanners om beide kettingspan-
ners in dezelfde stand te zetten, zodat het
wiel goed is uitgelijnd.
5. Haal de motorfiets van de middenbok
en klap de zijstandaard omlaag.
6. Draai de wielasmoer vast en zet daar- na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
7. Zorg ervoor dat de kettingspanners in dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
3
1
2
(a)(b)
1. Kettingspanner
2. UitlijnmerktekensAanhaalmomenten:Wielasmoer:90 Nm (9.0 m·kgf, 65 ft·lbf)
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
1
2
U1CWD4D0.book Page 28 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 73 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU23026
Aandrijfkettin g reini gen en sme-
renDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aan drijfkettin g moet wor den ge-
smeer d na dat de motorfiets is g ewassen
of ermee in d e regen of in vochtig e ge-
b ie den is gered en.1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reini g d e aan drijfkettin g niet met
stoomreini gers, ho ged rukreini gers
of on geschikte oplosmi ddelen om
scha de aan de O-rin gen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Breng g een motorolie
of an dere smeermi ddelen aan op de aan
drijfkettin g, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-rin gen kun-
nen beschad ig en.
[DCA11112] DAU23098
Ka
bels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Scha de aan de buiten behuizin g van ka-
b els kan lei den tot interne roestvormin g
en storin g veroorzaken met de bewe-
g in g van kab els. Vervan g b eschad igde
ka bels zo snel mo gelijk om onveili ge
omstan dig he den te voorkomen.
[DWA10712]
Aan bevolen smeermi ddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U1CWD4D0.book Page 29 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 74 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
DAU49921
Controleren en smeren van gas-
g reep en gaskab elDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU44275
Rem- en schakelped alen contro-
leren en smerenDe werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelpe daal
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U1CWD4D0.book Page 30 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 75 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
DAU23144
Rem- en koppelingshend els con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
DAU23215
Mi dden bok en zijstan daar d con-
troleren en smerenDe werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlak-
ken moeten indien nodig worden
gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10742
Als de mi dden bok of d e zijstan daar d niet
soepel omhoo g en omlaa g beweeg t,
vraag d an een Yamaha d ealer deze te
controleren of te repareren. Een slecht
functioneren de mi ddenbok of zijstan-
d aar d kan het we gdek raken en u aflei-
d en, waar door u de controle over de
machine kunt verliezen.
Aan bevolen smeermi ddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel: Lithiumvet
U1CWD4D0.book Page 31 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 76 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAUM1653
Achterbru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aan
bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U1CWD4D0.book Page 32 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 77 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
LET OP
DCA10591
Als schade wor dt gevon den of d e voor-
vork niet soepel b eweegt, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU45512
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhouds schema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U1CWD4D0.book Page 33 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 78 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
DAU50291
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-17.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is g iftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kle din g en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhe den na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buur
t van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie bij accula den
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale accula der (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu b eschadigd .Om de accu op te ber gen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u d e accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst de ne gatieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst d e sleutel naar
“OFF” en sluit vervol gens eerst de
positieve ka bel en daarna de neg a-
tieve kab el aan.
[DCA16841]
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)12
3
U1CWD4D0.book Page 34 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 79 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
4. Controleer na installatie of de accuka-bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu steed s opgela den. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU47173
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekeringhouder en de kastjes met
zekeringen voor afzonderlijke circuits be-
vinden zich onder het zadel. (Zie pagina
3-17.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.XJ6F XJ6F1. Kap van startmotorrelais
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
4. Zekeringenkastje
2
4
3
1
1. Zekering achterlichtcircuit
2. Reservezekering
3. Koplampzekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
7. Zekering brandstofinjectiesysteem
8. Zekering radiatorkoelvinmotor
1 2
3
4
5
6
7
8
U1CWD4D0.book Page 35 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 80 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
XJ6FAXJ6FA
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan. WAARSCHUWING! Ge
bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Kap van startmotorrelais
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
4. Zekeringenkastje
2
4
3
1
1. Zekering achterlichtcircuit
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
4. Zekering ABS-motor
5. Reservezekering
6. Koplampzekering
7. Zekering ontstekingssysteem
8. Zekering signaleringssysteem
9. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
10.Zekering brandstofinjectiesysteem
11.Zekering radiatorkoelvinmotor
1
5 56
7
8
9
10
11
234
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering ABS-motor: XJ6FA 30.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
XJ6FA 7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
XJ6FA 20.0 A
U1CWD4D0.book Page 36 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM