YAMAHA XJ6F 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: XJ6F, Model: YAMAHA XJ6F 2016Pages: 102, PDF Size: 2.73 MB
Page 11 of 102
Veiligheidsinformatie
1-5
1
Controleer of de brandstofkraan (in-
dien aanwezig) in de “OFF”-stand
staat en er geen brandstoflekkage is.
Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UBS1D0D0.book Page 5 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 12 of 102
Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
123456
789
1. Luchtfilterelement (pagina 6-17)
2. Stationair stelschroef (pagina 6-18)
3. Zadelslot (pagina 3-18)
4. Zekeringen (pagina 6-36)
5. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
6. Opbergcompartiment (pagina 3-20)
7. Schakelpedaal (pagina 3-12)
8. Oliefilterpatroon (pagina 6-11)
9. Olieaftapplug (pagina 6-11)
UBS1D0D0.book Page 1 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 13 of 102
Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
6
789 5
123 41011
1. Helmbevestiging (pagina 3-19)
2. Accu (pagina 6-34)
3. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-26)
4. Olievuldop (pagina 6-11)
5. Radiatorvuldop (pagina 6-13)
6. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-13)
7. Aftapplug koelvloeistof (pagina 6-14)
8. Motoroliepeilstok (pagina 6-11)
9. Rempedaal (pagina 3-13)
10.Remlichtschakelaar (pagina 6-24)
11.Stelring voor veervoorspanni
ng schokdemperunit (pagina 3-21)
UBS1D0D0.book Page 2 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 14 of 102
Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedienin gen en instrumenten
12 3 56784
1. Koppelingshendel (pagina 3-12)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-10)
3. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
4. Multifunctionele meter (pagina 3-6)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-26)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-10)
7. Gasgreep (pagina 6-19)
8. Remhendel (pagina 3-13)
UBS1D0D0.book Page 3 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 15 of 102
Werking van d e bed iening selementen en instrumenten
3-1
3
DAU10978
Startblokkeersysteem
Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel (met een rood bo-
vendeel)
twee standaardsleutels (met een
zwart bovendeel) die opnieuw kunnen
worden gecodeerd
een transponder (die is geïntegreerd in
de codeersleutel)
een startblokkeereenheid
een ECU
een controlelampje van de startblok-
kering (Zie pagina 3-6.)
De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Het wijzigen van de codes is een
ingewikkelde procedure. Breng het voer-
tuig daarom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te laten coderen. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te rij-
den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-
den gebruikt voor het opnieuw coderen van
de standaardsleutels. Gebruik altijd een
standaardsleutel om met het voertuig te rij-
den.
LET OP
DCA11822
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT
CONTACT OP MET UW DEALER
ALS U HEM VERLOREN HEBT! Als
de co deersleutel verloren is, kun-
nen de stan daar dsleutels niet op-
nieuw geco deer d wor den. U kunt
het voertui g d an no g stee ds starten
met de stan daar dsleutels, maar als
ze opnieuw g ecodeer d moeten
wor den ( d.w.z. als er een nieuwe
stan daar dsleutel is gemaakt of als
alle sleutels verloren zijn), d ient het
g ehele start blokkeersysteem ver-
van gen te wor den. Daarom wor dt u
sterk aan gera den een van d e stan-
d aar dsleutels te g eb ruiken en d e
co deersleutel op een veili ge plek te
b ewaren.
Dompel de sleutels nooit in water.
Stel de sle u
tels nooit bloot aan ex-
treem ho ge temperaturen.
Leg d e sleutels nooit vlak bij ma gne-
tische voorwerpen (zoals bijvoor-
b eel d speakers enz.).
Plaats nooit voorwerpen die elektri-
sche si gnalen uitzend en vlakbij de
sleutels.
Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
U ma g d e sleutels nooit slijpen of de
vorm ervan wijzi gen.
U ma g het plastic g ed eelte van d e
sleutels nooit demonteren.
Han g nooit twee sleutels van een
start blokkeersysteem aan dezelf de
sleutelrin g.
Bewaar de stan daar dsleutels en
ook de sleutels van an dere start-
b lokkeersystemen altij d op een an-
d ere plek dan
d e co dee
rsleutel van
het voertui g.
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
UBS1D0D0.book Page 1 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 16 of 102
Werking van d e bed iening selementen en instrumenten
3-2
3
Hou d sleutels van an dere start blok-
keersystemen altij d uit de buurt van
het contactslot, want an ders kun-
nen ze si gnaalstorin g veroorzaken.DAU10474
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
OPMERKING
Gebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU38531ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING
De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU10662OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
P
ON
OFF
LOCK
UBS1D0D0.book Page 2 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 17 of 102
Werking van d e bed iening selementen en instrumenten
3-3
3
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit d e sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl d e machine rijdt. Hier-
d oor wor den de elektrische systemen
uit geschakel d, wat mo gelijk kan lei den
tot verlies van de controle of een on ge-
val.
DAU10687LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Om het stuur te ontgrendelen
1. Steek de sleutel in.
2. Druk de sleutel in de “LOCK”-stand in en draai deze dan naar “OFF”.
DAU34342 (Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en het parkeerlicht
branden. De alarmverlichting en richting-
aanwijzers kunnen worden ingeschakeld,
maar alle andere elektrische systemen zijn
uit. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA11021
Ge bruik de parkeerstan d niet g ed urend e
lan gere tij d, an ders kan d e accu ontla-
d en raken.
1. Drukken.
2. Draaien.
12
1. Drukken.
2. Draaien.
12
UBS1D0D0.book Page 3 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 18 of 102
Werking van d e bed iening selementen en instrumenten
3-4
3
DAU49398
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11022Controlelampje
richtin gaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11256Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is. Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 6-11), laat
de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.
OPMERKING
Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of
bij plotseling afremmen of optrekken,
er is dan echter geen sprake van een
storing.
Dit model is uitgerust met een zelfdi-
agnosesysteem voor het circuit van
het waarschuwingslampje olieniveau.
Als er een probleem wordt gedetec-
teerd in het circuit van het waarschu-
wingslampje olieniveau, knippert het
waarschuwingslampje olieniveau her-
haaldelijk. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.
DAU72930Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Verminder als dit
gebeurt onmiddellijk de belasting van de
motor. Als de melding “HI” knippert in de
weergave koelvloeistoftemperatuur, stop
de machine dan, stop vervolgens de motor
en laat de motor afkoelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
1. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
2. Controlelampje startblokkering
3. Vrijstandcontrolelampje “ ”
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
7. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
8. ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor mo- dellen met ABS)
ABS
1 2 345
76
8
ABS
UBS1D0D0.book Page 4 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 19 of 102
Werking van d e bed iening selementen en instrumenten
3-5
3
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-45 nadere instructies ver-
meld.
DAU59110Waarschuwin gslampje
motorstorin g“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer er een probleem wordt
aangegeven in het elektrisch circuit dat de
motor controleert. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem te controleren. (Zie pagina 3-9 voor uitleg over
de werking van het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
OPMERKING
Het waarschuwingslampje motorstoring
gaat branden als de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU51781ABS-waarschuwin gslampje “ ” (voor
mo dellen met ABS)
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren. (Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of hog er wordt g ered en, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKING
Als de startknop wordt ingedrukt terwijl de
motor draait gaat het ABS-waarschu-
wingslampje branden, maar dit duidt niet
op een storing.
ABS
UBS1D0D0.book Page 5 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 20 of 102
Werking van d e bed iening selementen en instrumenten
3-6
3
DAU38626Controlelampje start blokkerin g
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-9 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesy-
steem.)DAU4676A
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in de instellin gen van d e
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
kilometerteller
twee rittellers
ritteller brandstofreserve
klok
brandstofniveaumeter
weergave koelvloeistoftemperatuur
zelfdiagnosesysteem
OPMERKING
De sleutel moet op “ON” staan om de
“SELECT”- en “RESET”-toets te kun-
nen gebruiken.
1. Brandstofniveaumeter
2. Weergave koelvloeistoftemperatuur
3. Snelheidsmeter
4. Toerenteller
5. Kilometerteller/rittelle r/ritteller brandstofre-
serve
6. “SELECT”-toets
7. “RESET”-toets
8. Klok
ABS
1
8234
765
UBS1D0D0.book Page 6 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM