stop start YAMAHA XJ900S 2001 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XJ900S, Model: YAMAHA XJ900S 2001Pages: 100, PDF Size: 10.82 MB
Page 17 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU01590
 (Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle ove-
rige elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:_ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03034
Controlelampjes en 
waarschuwingslampjes  
DAU03299
Controlelampjes richtingaanwijzers
“”/“”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt. 
DAU03680
Controlelampje “ ” voor brandstofni-
veau 
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
5 L. Vul in dat geval zo snel mogelijk brand-
stof bij.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “ ” en
draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel in.
3. Druk op de startknop. Als het waar-
schuwingslampje niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. 
1. Linker richtingaanwijzer “ ”
2. Controlelampje “ ” voor brandstofniveau
3. Controlelampje “ ” voor vrijstand
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau
6. Rechter richtingaanwijzer “ ”
D_4km.book  Page 2  Monday, September 11, 2000  7:29 PM 
Page 18 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU00061
Controlelampje “ ” voor vrijstand 
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ” 
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU03201
Waarschuwingslampje “ ” voor olie-
niveau 
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “ ” en
draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel in.
3. Druk op de startknop. Als het controle-
lampje niet gaat branden als de start-
knop wordt ingedrukt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch circuit te
testen.OPMERKING:_ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. _ 
DAU00094
Snelheidsmeterunit De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de tota-
le afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen. 
1. Linker richtingaanwijzer “ ”
2. Controlelampje “ ” voor brandstofniveau
3. Controlelampje “ ” voor vrijstand
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau
6. Rechter richtingaanwijzer “ ”
1. Ritteller
2. Kilometerteller
3. Terugsteltoets ritteller
D_4km.book  Page 3  Monday, September 11, 2000  7:29 PM 
Page 22 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00138
Noodstopschakelaar 
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar 
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
DAU00143
Startknop “ ” 
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-15 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
1. Koppelingshendel
D_4km.book  Page 7  Monday, September 11, 2000  7:29 PM 
Page 25 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU00186
LET OP:_ l
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
l
Alleen voor Duitsland: Als vervan-
ging nodig is, moet een tankdop
worden gebruikt met hetzelfde spe-
ciale ontwerp als de oorspronkelij-
ke dop. 
_
DAU00191
OPMERKING:_ Als de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
met een hoger octaangetal. _
DAU00196
Tankbeluchtingsslang (alleen 
voor Duitsland) Alvorens de motorfiets te gebruiken:l
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.
l
Controleer de tankbeluchtingsslang
op scheuren of beschadiging en ver-
vang zo nodig.
l
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang niet verstopt is en
reinig die zo nodig.
DAU02976
Chokehendel Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting 
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting 
b om de
choke uit te zetten. Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met een 
octaangetal (RON) van minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
24 L
Reservehoeveelheid:
5 L
1. Tankbeluchtingsslang
1. Chokehendel
D_4km.book  Page 10  Monday, September 11, 2000  7:29 PM 
Page 32 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
CD-01D
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “ ” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is 
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de 
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is 
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de 
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is 
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde. 
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEEJA NEE
D_4km.book  Page 17  Monday, September 11, 2000  7:29 PM 
Page 38 of 100

5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
_ l
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
l
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
l
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest. 
_
DAU01627*
Starten van een koude motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:l
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
l
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
_ l
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-17. 
l
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat. 
_1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
DC000035
LET OP:_ Als het controlelampje voor brandstofni-
veau gaat branden, controleer dan het
brandstofniveau en vul zo nodig zo
spoedig mogelijk bij. _2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:_ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. _3. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-10
voor de bediening van de choke.)
4. Start de motor door de startknop in te
drukken.
D_4km.book  Page 1  Monday, September 11, 2000  7:29 PM 
Page 96 of 100

INDEXAAccu ...................................................... 6-27
Antidiefstal-alarm .....................................3-5BBanden .................................................. 6-17
Bougies, controleren ................................6-7
Brandstof .................................................3-9
Brandstofniveaumeter ..............................3-5
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-4CCarburateurs, afstellen ........................... 6-15
Cardanolie ............................................. 6-11
Chokehendel.......................................... 3-10
Claxonschakelaar ....................................3-6
Contactslot/stuurslot-unit..........................3-1
Controlelampje brandstofniveau...............3-2
Controlelampje grootlicht .........................3-3
Controlelampje richtingaanwijzers ............3-2
Controlelampjes en 
waarschuwingslampjes ..........................3-2
Controlelampje vrijstand...........................3-3
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ...................................3-6GGasgreep en gaskabel, controleren en 
smeren ................................................ 6-23
Gaskabel, afstellen van vrije slag ........... 6-16
Gereedschapsset.....................................6-1
HHelmbevestiging .................................... 3-11IIdentificatienummers ............................... 9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijden van de motor ............................... 5-4KKabels, controleren en smeren .............. 6-23
Klepspeling, afstellen............................. 6-17
Klok ......................................................... 3-5
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-30
Koppelingshendel .................................... 3-7
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .... 6-20LLichtschakelaar ....................................... 3-7
Lichtsignaalschakelaar ............................ 3-6
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................... 6-13MMiddenbok en zijstandaard, 
controleren en smeren ........................ 6-25
Modelinformatiesticker ............................. 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon.................... 6-8NNoodstopschakelaar ................................ 3-7OOpbergcompartiment ............................. 3-12
PParkeren ..................................................5-5
Periodiek smeer- en 
onderhoudsschema ...............................6-2RRemblokken, controleren .......................6-21
Rem- en koppelingshendel, 
controleren en smeren .........................6-24
Rem- en schakelpedalen, 
controleren en smeren .........................6-24
Remhendel ..............................................3-8
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-21
Rempedaal ..............................................3-8
Remvloeistofniveau, controleren ............6-22
Remvloeistof, verversen.........................6-23
Richtingaanwijzerschakelaar ....................3-6SSchakelaar voor alarmverlichting .............3-6
Schakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal .........................................3-8
Schakelpunten (alleen voor Zwitserland)..5-4
Schokdemperunit, afstellen ....................3-13
Snelheidsmeterunit ..................................3-3
Specificaties.............................................8-1
Stalling .....................................................7-4
Starten van een koude motor ...................5-1
Starten van een warme motor ..................5-3
Startknop .................................................3-7
Startspersysteem ...................................3-15
D_4km.book  Page 1  Monday, September 11, 2000  7:29 PM