YAMAHA XJR 1300 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XJR 1300, Model: YAMAHA XJR 1300 2000Pages: 95, PDF Size: 2.97 MB
Page 61 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-17
6
DAU01756
Instellen van de
remlichtschakelaarHet achterste remlicht wordt ingeschakeld
door het rempedaal; de schakelaar ervan is
juist ingesteld als het remlicht gaat branden
vlak vóór de rem aangrijpt. Stel de remlicht-
schakelaar als volgt bij.
1. Verwijder het paneel A. (Zie blz. 6-5
voor het verwijderen en weer aan-
brengen van het paneel.)
2. Houd het schakelaarhuis vast zodat
het niet meedraait wanneer u de in-
stelmoer verdraait.3. Draai de instelmoer in de richting
a
om het remlicht eerder te laten oplich-
ten.
4. Draai de instelmoer in de richting
b
om het remlicht later te laten oplichten.
DAU00715
Kontrole van de remvoeringen
voor en achterOp de remblokken vindt u een slijtage-
grens-indikator. Dankzij dit merkteken kunt
u de remvoeringen kontroleren zonder dat
u de remmen hoeft te demonteren. Trek de
voorremhendel in of trap het achterrempe-
daal in en kijk of de remblokken tot voorbij
de slijtagegrens zijn versleten. Als de rem-
blokken BIJNA tot aan de slijtagegrens-indi-
kator zijn versleten, laat u Yamaha dealer
dan nieuwe remvoeringen plaatsen.
1. Behuizing schakelaar
2. Stelmoer
1. Slijtagegrens-indikato (´ 2)Voor
Achter
Page 62 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-18
6
DAU01800*
Kontrole van het remvloeistofpeilOnvoldoende remvloeistof kan als gevolg
hebben dat er lucht in het rem/koppelingsys-
teem terecht komt, waardoor de remmen/
koppeling kunnen weigeren. Controleer voor
het rijden eerst of het remvloeistofpeil boven
het minimumpeil is en vul nodig remvloeistof
bij. Een gering remvloeistofpeil kan wijzen
op versleten remblokken en/of vloeistoflek-
kage. Als u merkt dat het remvloeistofpeil
aan de lage kant is, controleer dan altijd
even de remblokken op slijtage en het rem-
en koppelingssysteem op lekkage.OPMERKING:De achterste hoofdremcilinder bevindt zich
achter paneel A.Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
l
Als u het remvloeistofpeil controleert,
zorg dan dat de bovenkant van de
hoofdcilinder horizontaal ligt, door het
stuur te verdraaien.
l
Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof. Gebruik van andere
remvloeistof kan leiden tot aantasting
van de rubber dichtingen, met als ge-
volg lekkage en slecht functioneren
van de remmen/koppeling.
l
Vul altijd dezelfde remvloeistof bij.
Mengen van verschillende types rem-
vloeistof kan onverwachte chemische
reacties teweeg brengen, met als ge-
volg slecht functioneren van de rem-
men of koppeling.
l
Let goed op er geen water in de hoofd-
cilinder terecht komt. Als er water in de
remvloeistof terecht komt, wordt het
kookpunt van de remvloeistof ver-
laagd, met als mogelijk gevolg gas-
stremming (verstopt raken van de
leidingen door gasbellen).
l
Remvloeistof kan lakwerk en plastic
onderdelen aantasten. Zorg dat u
geen remvloeistof morst. Mocht u toch
wat remvloeistof gemorst hebben,
spoel dit dan zo snel mogelijk weg,
met water.
l
Als het remvloeistofpeil voortdurend
terugloopt, raadpleeg dan een
Yamaha dealer.
1. Minimum-merktekenVoor
1. Minimum-merktekenAanbevolen remvloeistof: DOT 4Achter
1. Minimum-merktekenKoppeling
Page 63 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-19
6
DAU00742
Verversen van de remvloeistofHet verversen van de remvloeistof mag al-
leen maar uitgevoerd worden door erkende
Yamaha onderhoudsmonteurs. Laat de on-
derstaande onderdelen door een Yamaha
dealer vervangen als deze beschadigd zijn
of lekken; tijdens de periodieke onder-
houdsbeurten.l
oliekeringen (om de twee jaar)
l
remleidingen (om de vier jaar)
DAU00745
Kontrole van de kettingspanningOPMERKING:@ Draai het wiel enkele malen rond en laat het
staan in de stand waarin de ketting het
strakst gespannen is. Kontroleer de ket-
tingsspanning met het wiel in deze stand.
Als de kettingspanning net juist is, stelt u
deze bij. @Zet de motorfiets op de middenstandaard
voor het kontroleren van de kettingspan-
ning. Kontroleer de uitslag van de ketting
zoals in de afbeelding aangegeven. De juis-
te speling is 20 ~ 30 mm. Als de speling
meer dan 30 mm is, stel deze dan bij.
DAU01251
Afstellen van de kettingspanning1. Draai de asmoer los.
2. Draai de borgmoeren aan beide zijden
los. Om de kettingspanning te verho-
gen, draait u de kettingspanbouten
naar
a. Om de kettingspanning te
verlagen, draait u de kettingspanbou-
ten naar
b en duwt u het achterwiel
naar voren. Draai de beide kettings-
panbouten even ver in of uit zodat het
achterwiel in lijn blijft. Aan beide zijden
van de zwaaiarm zult u een merkteken
aantreffen. Gebruik deze voor het juist
uitlijnen van het achterwiel.
a. Kettingspeling
1. Borgmoer
2. Afstelbout
3. Asmoer
4. Merktekens
Page 64 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-20
6
DC000096
LET OP:@ Als de ketting te strak staat zullen de
motor en andere belangrijke onderdelen
te zwaar belast worden. Zorg dat de ket-
tingspanning binnen de voorgeschre-
ven limieten blijft. @3. Nadat u de kettingspanning heeft af-
gesteld, draait u de borgmoeren weer
aan. Vervolgens draait u de asmoer
aan met het voorgeschreven aantrek-
koppel.
DAU03006
Smering van de kettingEen ketting bestaat uit een groot aantal
schakels die allen, t.o.v. elkaar, bewegen.
Als de ketting niet goed wordt onderhou-
den, zal deze bijzonder snel versleten zijn.
Zorg dus altijd voor een goed onderhoud,
met name als u veel op stoffige wegen rijdt.
De ketting op deze motorfiets is een zoge-
naamde O-ring ketting, met oliekeerringen
van speciale materialen. Het wassen van
de ketting met stoom, onder hoge druk of
met sterke oplosmiddelen kan de ketting
beschadigen, dus vermijd deze middelen.
Gebruik uitsluitend petroleum voor het reini-
gen van de ketting. Droog de ketting en
smeer deze dan grondig met SAE 30 ~
50W motorolie. Gebruik geen andere
smeermiddelen voor de ketting. De kans
bestaat dat zich hierin oplosmiddelen be-
vinden die de O-ringen kunnen aantasten.
DC000097
LET OP:@ Vergeet na het wassen van de motorfiets
of na een rit in de regen niet om de ket-
ting te oliën. @
DAU02962
Inspektie en smering van de
kabels
DW000112
WAARSCHUWING
@ Beschadiging van de buitenkabels kan
leiden tot roestvorming in de kabels en
kan een soepele beweging in de weg
staan. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onnodig risico te
vermijden. @Smeer de binnenkabel en de uiteinden van
de kabel. Als een kabel niet soepel be-
weegt, laat deze dan vervangen door uw
Yamaha dealer. Aantrekkoppel:
Asmoer:
150 Nm (15,0 m·kg)Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Page 65 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-21
6
DAU00773
Smering van de gaskabel en van
de gashendelAls u de gaskabel smeert, dient u tevens de
gashendel te smeren. Voor het smeren van
de gaskabel moet de gashendel verwijderd
worden. Houd, nadat u de schroeven heeft
verwijderd, de kabel vertikaal omhoog en
laat enkele druppels smeermiddel in de bui-
tenkabel lopen. Smeer nu het metalen op-
pervlak waarover de gashendel loopt met
universeel-vet.
DAU02984
Smeren van het rempedaal en
versnellingspedaalSmeer de bewegende delen.
DAU02985
Smeren van de voorremhendel
en koppelingshendelSmeer de bewegende delen.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Page 66 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-22
6
DAU02965
Smeren van de middenstandaard
en zijstandaardSmeer de bewegende delen en de raak-
vlakken. Kontroleer of de middenstandaard
en de zijstandaard soepel bewegen.
DW000114
WAARSCHUWING
@ Als de middenstandaard en de zijstan-
daard niet soepel bewegen, raadpleeg
dan uw Yamaha dealer. @
DAU02939
Inspektie van de voorvorkVisuele kontrole
DW000115
WAARSCHUWING
@ Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt. @Kontroleer de binnenpoot op krassen en
eventuele andere beschadigingen en
kontroleer de voorvork op olielekkage.
Bedieningskontrole
1. Plaats de motorfiets op een horizon-
taal oppervlak.
2. Houd de motorfiets rechtop en trek de
voorremhendel in.
3. Druk het stuur enkele malen krachtig
omlaag en kontroleer of de voorvork
soepel genoeg omhoog komt.
DC000098
LET OP:@ Als u beschadigingen aan de voorvork
bemerkt of als deze niet soepel beweegt,
raadpleeg dan uw Yamaha dealer. @
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Page 67 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-23
6
DAU00794
Inspektie van de stuurinrichtingInspekteer de stuurinrichting regelmatig.
Versleten of beschadigde stuurlagers kun-
nen zeer gevaarlijk zijn. Plaats een blok of
standaard onder het motorblok zodat het
voorwiel los van de grond komt. Pak de on-
derkant van de voorvork aan beide zijden
vast en probeer deze naar achteren te du-
wen en naar voren te trekken. Als u speling
voelt, laat uw Yamaha dealer de stuurin-
richting dan nakijken en bijstellen. Het in-
spekteren verloopt makkelijker als het
voorwiel verwijderd is.
DW000115
WAARSCHUWING
@ Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt. @
DAU01144
WiellagersAls er speling zit in de voor- of achterwiel-
naaf of als het voor- of achterwiel niet soe-
pel loopt, vraag uw Yamaha dealer dan om
de wiellagers te kontroleren.
DAU01271
AccuDeze motorfiets is uitgerust met een accu
van het zogenaamde “gesloten type”. U
hoeft het elektroliet-nivo dus niet te kontro-
leren en u hoeft ook geen gedistilleerd wa-
ter bij te vullen.l
Als de accu ontladen is, raadpleeg
dan uw Yamaha dealer.
l
Als de motorfiets is voorzien van optio-
nele elektrische accessoires, zal de
accu sneller leegraken, dus zorg in dit
geval voor regelmatig opladen.
Page 68 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-24
6
DW000116
WAARSCHUWING
@ Accu-elektrolyet is een gevaarlijke en
giftige verbinding die zwavelzuur bevat
en brandwonden kan veroorzaken. Zorg
dat de elektrolyet nooit in aanraking
komt met uw huid, ogen of kleding.
REMEDIES BIJ AANRAKING:l
EXTERN: Spoel uw huid af met veel
stromend koud water.
l
INTERN: Drink grote hoeveelheden
melk of water. Gebruik vervolgens
een laxeermiddel, geklopt ei of
plantaardige olie. Bel onmiddellijk
een arts.
l
OGEN: Spoel 15 minuten lang met
stromend water en raadpleeg zo
snel mogelijk een arts.
Accu’s genereren explosieve gassen.
Houd de accu uit de buurt van open
vuur, vonken, sigaretten, enz. Als u de
accu binnen oplaadt of gebruikt, zorg
dan voor voldoende ventilatie. Draag al-
tijd een veiligheidsbril als u met accu’s
werkt.
ZORG DAT KINDEREN NIET BIJ DE
ACCU KUNNEN KOMEN.
@
Opslag van de accu
Als de motorfiets een maand of langer niet
wordt gebruikt, verwijder de accu dan, laad
deze volledig op en bewaar de accu dan in
een koele donkere ruimte.
DC000102
LET OP:@ l
Zorg dat de accu volledig is opgela-
dan voordat u deze opbergt. Als de
accu in outladen toestand wordt
bewaard, kan er onherstelbare
schade aan ontstaan.
l
Gebruik een acculader voor een ge-
heel gesloten (MF-type) accu. Ge-
bruik van een conventionele
acculader kan schade aan de accu
veroorzaken. Als uw lader niet van
het afgedichte type is, dient u con-
tact op te nemen met uw Yamaha-
dealer.
l
Let bij het installeren van de accu
goed op dat alle aansluitigen naar
behoren zijn gemaakt.
@
Page 69 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-25
6
DAU01470
Vervangen van zekeringenDe zekeringhouder bevindt zich onder het
zadel. (Zie blz. 3-11 voor het verwijderen en
weer aanbrengen van het zadel.)
Als er een zekering is doorgebrand, draai
de kontaktslot-schakelaar dan naar “OFF”
en schakel het betreffende circuit uit. Ver-
vang de zekering door een met voorge-
schreven amperage. Schakel de
elektrische circuits weer in en kontroleer of
alles naar behoren funktioneert. Als de ze-
kering onmiddellijk weer doorbrandt, raad-
pleeg dan uw Yamaha dealer.
DC000103
LET OP:@ Gebruik nooit zekeringen met een hoger
amperage dan wordt aanbevolen. Dit
kan leiden tot ernstige beschadiging van
het elektrische systeem en mogelijk
zelfs tot brand. @
DAU00832
Vervangen van de gloeilamp van
de koplampDeze motorfiets is uitgerust met een kop-
lamp met een halogeen. Als de gloeilamp
doorbrandt, vervang deze dan volgens de
onderstaande procedure.
1. Verwijder de schroeven die de gehele
koplamp op zijn plaats houden.
1. Hoofdzekering
2. Signaalsysteemzekering
3. Koplampzekering
4. Ontstekingszekering
5. Reserve-zekering (´ 3)
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30 A
Ontstekingszekering: 7,5 A
Signaalsysteemzekering: 15 A
Koplampzekering: 15 A
1. Schroef (´ 2)
Page 70 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-26
6
2. Koppel de bedradingsbundel van de
koplamp los en verwijder de fittingkap.3. Haak de fitting, die de gloeilamp ver-
grendelt, los en verwijder de doorge-
brande gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
@ Houd brandbare stoffen uit de buurt van
de gloeilamp als deze warm is en zorg er
tevens voor dat u zichzelf niet brandt.
Raak de gloeilamp niet aan zolang deze
nog warm is. @4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting en breng deze op zijn plaats aan.
DC000105
LET OP:@ Raak het glas van de gloeilamp niet aan
met uw vingers. Zorg dat er geen olie op
terecht komt. De doorzichtigheid van het
glas, de levensduur van de gloeilamp en
de hoeveelheid licht die deze afgeeft zul-
len hierdoor negatief beïnvloed worden.
Als er toch olie op de gloeilamp terecht-
komt, maak de gloeilamp dan grondig
schoon met een doek en wat alkohol of
thinner. @5. Monteer de fittingkap weer en koppel
de bedradingsbundel weer vast. Als
de koplamp afgesteld moet worden,
raadpleeg dan uw Yamaha dealer.
1. Koplamp
2. Fittingkap
1. Fitting
1. Niet aanraken