ABS YAMAHA XSR 900 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: XSR 900, Model: YAMAHA XSR 900 2016Pages: 104, PDF Size: 7.68 MB
Page 6 of 104
InhoudsopgaveVeiligheidsinformatie........................ 1-1
Beschrijving ...................................... 2-1
Aanzicht linkerzijde .......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ....................... 2-2
Bedieningen en instrumenten .......... 2-3
Functies van instrumenten en
bedieningselementen ....................... 3-1
Startblokkeersysteem ...................... 3-1
Contactslot/stuurslot ........................ 3-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ................ 3-3
Multifunctionele meter ..................... 3-6
D-mode (rijmodus) ...... ................... 3-12
Stuurschakelaars ........................... 3-13
Koppelingshendel ....... ................... 3-14
Schakelpedaal ............ ................... 3-15
Remhendel .................................... 3-15
Rempedaal .................................... 3-15
ABS ............................................... 3-16
Tractieregeling ............................... 3-17
Tankdop......................................... 3-18
Brandstof ....................................... 3-19
Tankbeluchtingsslang en
overloopslang .......... ................... 3-20
Uitlaatkatalysator ........................... 3-20
Zadel.............................................. 3-21
Opbergcompartiment ..................... 3-22
De voorvork afstellen ..................... 3-22
Schokdemperunit afstellen ............ 3-23 Bagageriembevestiging
................. 3-25
Zijstandaard ............. ..................... 3-25
Startspersysteem .......................... 3-26
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires ................................ 3-28
Voor uw veiligheid – controles
voor het rijden ................................... 4-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie ...................................... 5-1
De motor starten ............................. 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ......................... 5-4
Inrijperiode ...................................... 5-4
Parkeren.......................................... 5-5
Periodiek onderhoud en
afstelling ............................................ 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-2
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem ......... 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema ..................... 6-4
Controleren van de bougies ............ 6-8
Filterbus .......................................... 6-9
Motorolie en oliefilterpatroon ........... 6-9
Koelvloeistof .................................. 6-12
Luchtfilterelement .......................... 6-15
Stationair toerental controleren ..... 6-15 De vrije slag van de gasgreep
controleren ................................. 6-15
Klepspeling .................................... 6-16
Banden ......................................... 6-16
Gietwielen ...................................... 6-18
Vrije slag van de koppelingshendel afstellen ......... 6-19
Vrije slag van remhendel
controleren ................................. 6-19
Remlichtschakelaars...................... 6-20
Controleren van voor- en
achterremblokken ....................... 6-20
Controleren van remvloeistofniveau ..................... 6-21
Remvloeistof verversen ................. 6-22
Spanning aandrijfketting ................ 6-23
Aandrijfketting reinigen en smeren ....................................... 6-24
Kabels controleren en smeren ....... 6-25
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ................ 6-25
Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen ..................... 6-25
Rem- en koppelingshendels controleren en smeren ............... 6-26
Zijstandaard controleren en smeren ....................................... 6-27
Achterbrugscharnierpunten
smeren ....................................... 6-27
Voorvork controleren ..................... 6-27
Stuursysteem controle ren .............. 6-28B90-F8199-D0_1.book 1 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 18 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit deaccu ontladen.
DAU49398
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11256
Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 6-9), laat de
machine dan controleren door een Yamaha
dealer.OPMERKING
Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of bij
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. ABS-waarschuwingslampje “ ”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
5. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
6. Controlelampje linker richtingaanwijzers “”
7. Vrijstandcontrolelampje “ ”
8. Controlelampje grootlicht “ ”
9. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
10.Controlelampje startblokkering “ ”
2
13
4
5
6
7
8
9
10
ABS
B90-F8199-D0_1.book 3 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 19 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
plotseling afremmen of optrekken, er is
dan echter geen sprake van een sto-
ring.
Dit model is uitgerust met een zelfdiag-
nosesysteem voor het circuit van het
waarschuwingslampje olieniveau. Als
er een probleem wordt gedetecteerd in
het circuit van het waarschu-
wingslampje olieniveau, knippert het
waarschuwingslampje olieniveau her-
haaldelijk. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer de machinete controleren.
DAU11447
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-39 nadere instructies ver-meld.
DAU73171
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de mo-
tor of een ander rege lsysteem van de ma-
chine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69890
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-16 voor uitleg over de werking
van het ABS-systeem.)WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
ABS
B90-F8199-D0_1.book 4 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 31 of 104
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-16
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU63040
ABSHet Yamaha ABS (anti- blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pulsatie worden ge-
voeld in de remhendel of het rempedaal. Ga
in dat geval door met remmen en laat het
ABS-systeem het werk doen. Ga niet “pom-
pend” remmen, dit vermindert de remeffec-
tiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonderABS-systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel op
“ON” is gezet en het voertuig rijdt met
een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meernaar behoren werken.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
1
2
12
B90-F8199-D0_1.book 16 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 48 of 104
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
dan pagina 3-3 voor een controle van het
circuit van het betreffende waarschu-wings- of controlelampje. Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van hetwaarschuwingslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de schakelaar naar “ ” te schuiven.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar /noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere start-
poging moet zo kort mogelijk duren om
de accu te sparen. Laat de startmotor
nooit langer dan 10 seconden achter-
een draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-getrokken.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
N
2 3 4
5 6
1
2
B90-F8199-D0_1.book 2 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 73 of 104
Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens het bij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnendringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verlagen zodat
dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan ver-stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders, de
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de intervalperioden of wanneer ze
lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
B90-F8199-D0_1.book 22 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 82 of 104
Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
3. Plaats het paneel en de rubber afdek- king in de oorspronkelijke positie.
4. Plaats de moeren en de bout.
De hoofdzekering, de zekering van het
brandstofinspuitsysteem en zekeringen-
kastje 2 bevinden zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-21.)
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u de
kap van het startmotorrelais door deze om-hoog te trekken.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering parkeerlichten
4. Hulpzekering 1
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
7
1 2 3 4 5 6
1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje 2
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2
1 3
4
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Zekering ABS-motor
6. Reservezekering
15
1515
1
2
34
5
6
B90-F8199-D0_1.book 31 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 83 of 104
Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreff ende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch systeem te controleren.
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering
brandstofinjectiesysteem
1
2 3
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:50.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Hulpzekering 1: 2.0 A
B90-F8199-D0_1.book 32 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 92 of 104
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de kuip-
ruit. Test het product op een klein,
niet-zichtbaar gedeelte van de kuip-
ruit om zeker te zijn dat geen sporen achterblijven op de kuipruit. Als de
kuipruit krasjes vertoont, breng dan
na wassen een hoogwaardige po-
lish voor gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbar e plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in com-
binatie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water en een mild reinigingsmiddel nadat de motor is afgekoeld.
LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het
zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging 1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel
B90-F8199-D0_1.book 2 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分
Page 97 of 104
Specificaties
8-3
1
2
3
4
5
6
789
10
11
12
Achterste richtingaanwijzer: 10.0 W 2
Parkeerlicht:
5.0 W 1
Kentekenverlichting: 5.0 W 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje koelvloeistoftempera-
tuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Controlelampje tractieregeling: LEDZekering:Hoofdzekering:
50.0 A
Hulpzekering 1: 2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
B90-F8199-D0_1.book 3 ページ 2015年12月17日 木曜日 午前9時30分