stop start YAMAHA XSR 900 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: XSR 900, Model: YAMAHA XSR 900 2018Pages: 102, PDF Size: 7.53 MB
Page 20 of 102

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealercontroleren.
DAU78591
Controlelampje tractieregeling “TCS”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden. (Zie
pagina 3-17.)OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamahadealer om de machine te controleren.
DAUM3621
Controlelampje startblokkering “ ”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersyst eem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je kan worden gecontroleerd door de sleutel naar “ON” te draaien. Het controlelampje
moet enkele seconden oplichten en dan uit-
gaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon knip-
pert, laat de machine dan nazien door een
Yamaha dealer. (Als er een probleem wordt
gedetecteerd in het startblokkeersysteem,
gaat het controlelampje startblokkering in
een patroon knipperen.)
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering knip-
pert in het patroon 5 keer langzaam gevolgd
door 2 keer snel, betreft dit mogelijk een
storing in het transpondersignaal. Als deze
fout zich voordoet, probeer dan het volgen-de.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels, breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
B90-9-D2.book 5 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 28 of 102

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU1234M
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU12352
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld op
“ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar geeneffect.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU73391
Schakelaar tractieregeling “TCS”
Druk met de gasgr
eep gesloten deze scha-
kelaar omlaag om te wisselen van TCS “1”
naar “2”. Druk de schakelaar omhoog om te
wisselen van TCS “2” naar “1”.
Houd terwijl de machine stilstaat deze scha-
kelaar twee seconden omhoog gedrukt om
het systeem uit te schakelen. Druk omlaag
om het systeem in te schakelen.OPMERKING
De huidige TCS-instelling wordt weer-
gegeven in de TCS-weergave (pagina
3-8).
Zie pagina 3-17 voor uitleg over de
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Schakelaar tractieregeling “TCS”
2341 5
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
123
B90-9-D2.book 13 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 29 of 102

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-14
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
werking en instellingen van de tractie-regeling.
DAU54212
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te star ten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine omslaat of als de
gaskabel blijft hangen.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alar mverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-
den.
DAU73321
Rijmodusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA18440
Wijzig de rijmodus niet tijdens het rijden.
Druk met de gasgreep gesloten op deze
schakelaar om de rijm odus (pagina 3-12) te
wisselen in de onderstaande volgorde:
A B STD AOPMERKING
De huidige rijmodus wordt weergege-
ven in de rijmodusweergave (pagina
3-8).
De huidige rijmodus wordt opgeslagen
wanneer de machine wordt uitgescha-keld.
DAU12822
KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-26.)1. Koppelingshendel
1
B90-9-D2.book 14 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 42 of 102

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-27
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakel aar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Dr uk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Y amaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een v
ersnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af? De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Y amaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Dr uk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Y amaha dealer
.
Het s ysteem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
B90-9-D2.book 27 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 47 of 102

5-1
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
Gebruik en belangrijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAUM3631
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
gaat ook het waarschuwingslampje
motorstoring branden, maar dit is geen
storing. Draai de sleutel naar “OFF” en
dan naar “ON” om het waarschu-
wingslampje uit te zetten. Als u dat niet
doet zal de motor niet starten, ondanks
dat de motor wordt aangezwengeld als
u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-knop om de motor opnieuw te starten.
DAU73430
De motor startenDoor het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-26 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de startschakelaar/nood-
stopschakelaar op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieniveau
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
LET OP
DCA17671
Als de bovengenoemde waarschu-
wings- of controlelampjes niet gaan
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid, of als een waarschu-
wings- of controlelampje niet uitgaat, zie
B90-9-D2.book 1 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 48 of 102

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
dan pagina 3-3 voor een controle van het
circuit van het betreffende waarschu-wings- of controlelampje. Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van hetwaarschuwingslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de schakelaar naar “ ” te schuiven.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar /noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere start-
poging moet zo kort mogelijk duren om
de accu te sparen. Laat de startmotor
nooit langer dan 10 seconden achter-
een draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-getrokken.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
N
2 3 4
5 6
1
2
B90-9-D2.book 2 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 88 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop ni et terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn . Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht to t de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tij delijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
B90-9-D2.book 38 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 98 of 102

10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
910
11
12
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren .........6-24
ABS ..........................................................3-16
ABS-waarschuwingslampje .......................3-4
Accu .........................................................6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren........6-26BBagageriembevestiging ...........................3-25
Banden.....................................................6-15
Bougies, controleren ..................................6-9
Brandstof..................................................3-19
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ......5-3CClaxonschakelaar ....................................3-13
Contactslot/stuurslot ..................................3-2
Controlelampje grootlicht ...........................3-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes............................3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ...........3-3
Controlelampje startblokkering ..................3-5
Controlelampje tractieregeling ...................3-5DDe motor starten ........................................5-1
Diagnosestekker ........................................9-2
Dimlichtschakelaar ...................................3-13
D-mode (rijmodus ) ...................................3-12FFilterbus ...................................................6-10GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren...................................................6-24
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires............................................3-28
Gereedschapsset .......................................6-2 Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ............................................. 6-34
IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................. 5-3KKabels, controleren en smeren................ 6-24
Kentekenverlichting ................................. 6-35
Klepspeling .............................................. 6-15
Koelvloeistof ............................................ 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 6-32
Koppelingshendel .................................... 3-14LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-13
Luchtfilterelement .................................... 6-14MMatkleur, let op .......................................... 7-1
Modelinformatiesticker............................... 9-2
Motorolie .................................................. 6-10
Multifunctionele meter ............................... 3-6OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ......... 6-4
Ondersteunen van de motorfiets ............. 6-35
Opbergcompartiment ............................... 3-22
Overloopslang brandstoftank en tankbeluchtingsslang............................. 3-20PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-33
Parkeren .................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen .......................... 2-1
Problemen oplossen ................................ 6-36RRegistratie van gegevens , voertuig ........... 9-2 Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren .......................... 6-25
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ............................................. 6-25
Remhendel .............................................. 3-15
Remlicht/achterlicht ................................. 6-34
Remlichtschakelaars ............................... 6-19
Rempedaal .............................................. 3-15
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-20
Remvloeistof, verversen.......................... 6-22
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-13
SSchakelaar alarmverlichting .................... 3-14
Schakelaar tracti eregeling....................... 3-13
Schakelen ................................................. 5-2
Schakelpedaal......................................... 3-15
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-24
Serienummer motorblok ............................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ............. 6-5
Spanning aandrijfketting.......................... 6-22
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling ...................................................... 7-3
Startblokkeersysteem................................ 3-1
Startspersysteem .................................... 3-26
Stationair toerental, controleren .............. 6-14
Stop/Run/Start-schakelaar ...................... 3-14
Storingzoekschema’s .............................. 6-37
Stuurschakelaars .................................... 3-13
Stuursysteem, controleren ...................... 6-27TTankdop .................................................. 3-18
Tractieregeling ........................................ 3-17UUitlaatkatalysator..................................... 3-21
B90-9-D2.book 1 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分