stop start YAMAHA XSR 900 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: XSR 900, Model: YAMAHA XSR 900 2020Pages: 100, PDF Size: 7.77 MB
Page 19 of 100
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 6-10), laat
de machine dan controleren door eenYamaha dealer.
DAU11449
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen. (Zie pagina 6-38.)
Bij machines met een of meer radiatorkoel-
vinnen schakelt de radiatorkoelvin automa-
tisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat dit
lampje enkele seconden branden en gaat
het vervolgens weer uit. Als het lampje niet
gaat branden of blijft branden, vraag dan uw
Yamaha dealer om de machine te controle-ren. LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.
DAU73172
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de mo-
tor of een ander rege lsysteem van de ma-
chine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine tecontroleren.
DAU69895
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat als u een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) hebt bereikt of als het waarschu- wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen blokkeren bij een
noodstop.
Laat de machine zo snel mogelijk
controleren door een Yamaha dea-ler.
DAU78591
Controlelampje tractieregeling “TCS”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden. (Zie
pagina 3-16.)OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamahadealer om de machine te controleren.
DAUM3622
Controlelampje startblokkering “ ”
Als de machine wordt uitgeschakeld gaat
het controlelampje na 30 seconden continu
knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
ABS
BAE-9-D1.book 4 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分
Page 28 of 100
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Rechts
DAU12352
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld op
“ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar geeneffect.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU73391
Schakelaar tractieregeling “TCS”
Druk met de gasgreep gesloten deze scha-
kelaar omlaag om te wisselen van TCS “1”
naar “2”. Druk de schakelaar omhoog om te
wisselen van TCS “2” naar “1”.
Houd terwijl de machine stilstaat deze scha-
kelaar twee seconden omhoog gedrukt om
het systeem uit te schakelen. Druk omlaag
om het systeem in te schakelen.OPMERKING
De huidige TCS-instelling wordt weer-
gegeven in de TCS-weergave (pagina
3-8).
Zie pagina 3-16 voor uitleg over de werking en instellingen van de tractie-
regeling.
DAU54212
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-2 voor star
tinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine omslaat of als de
gaskabel blijft hangen.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmver lichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
123
BAE-9-D1.book 13 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分
Page 42 of 100
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-27
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
BAE-9-D1.book 27 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分
Page 47 of 100
Gebruik en belangrijke rij-informatie5-2
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
DAU86590
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe wan-
neer:
de versnellingsbak in de vrijstand staat
of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de zijstandaard is opge-
klapt en de koppelingshendel is inge-
trokken.
Om de motor te starten
1. Draai het contactslot naar ON en zet de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 3-3.)OPMERKING
Start de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring of het waar-
schuwingslampje olieniveau blijft
branden.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h (6mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet werkt zoals hierboven be-
schreven, vraag dan uw Yamaha dealerom de machine te controleren.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
4. Start de motor door de startknop in te drukken.
5. Laat de startknop los als de motor start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de knop
drukt om de accuspanning weer te la-
ten opbouwen.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAUM3632
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
In dat geval gaat ook het waarschu-
wingslampje motorstoring branden,
maar dit is geen storing. Schakel de
machinevoeding uit en vervolgens
weer in om het waarschuwingslampje
uit te zetten. Wanneer u dit niet, doet
zal de motor niet aanslaan, ook al pro-
beert de startmotor de motor op gang
te brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-knop om de motor opnieuw te starten.
BAE-9-D1.book 2 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分
Page 87 of 100
Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koel vloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk ka n ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-om en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
BAE-9-D1.book 38 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分
Page 97 of 100
10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
91011
12
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ......... 6-24
ABS ......................................................... 3-15
ABS-waarschuwingslampje ....................... 3-4
Accu......................................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten, smeren ....... 6-27BBagagebandhouders ............................... 3-25
Banden .................................................... 6-16
Bougies, controleren.................................. 6-9
Brandstof ................................................. 3-18
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3CClaxonschakelaar .................................... 3-13
Contactslot/stuurslot .................................. 3-2
Controlelampje grootlicht ........................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................... 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........... 3-3
Controlelampje startblokkering .................. 3-4
Controlelampje tractieregeling ................... 3-4DDe motor starten ........................................ 5-2
Diagnosestekker ........................................ 9-2
Dimlichtschakelaar .................................. 3-13
D-mode (rijmodus) ................................... 3-12FFilterbus ................................................... 6-10GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .................................................. 6-25
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires ........................................... 3-25
Gereedschapsset ...................................... 6-2 Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ............................................. 6-35
IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................ 5-1KKabels, controleren en smeren ............... 6-25
Kentekenverlichting ................................. 6-35
Klepspeling.............................................. 6-15
Koelvloeistof ............................................ 6-13
Koplampgloeilamp vervangen ................. 6-32
Koppelingshendel.................................... 3-14LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-13
Luchtfilterelement .................................... 6-14MMatkleur, let op.......................................... 7-1
Modelinformatiesticker .............................. 9-2
Motorolie ................................................. 6-10
Motor raakt oververhit ............................. 6-38
Multifunctionele meter ............................... 3-5OOnderhoud ................................................ 7-1
Onderhoud en smering, periodiek ............. 6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ............. 6-36
Opbergcompartiment .............................. 3-21
Overloopslang brandstoftank .................. 3-20PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-34
Parkeren.................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 6-36
RRegistratie van gegevens , voertuig ...........9-2
Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren...........................6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren en
smeren...................................................6-25
Remhendel ..............................................3-15
Remlicht/achterlicht ................................. 6-34
Remlichtschakelaars................................ 6-20
Rempedaal ..............................................3-15
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-21
Remvloeistof, verversen ..........................6-22
Richtingaanwijzerschakelaar ................... 3-13SSchakelaar alarmverlichting ..................... 3-13
Schakelaar tracti eregeling .......................3-13
Schakelen ..................................................5-3
Schakelpedaal ......................................... 3-14
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-23
Serienummer motorblok ............................9-1
Spanning aandrijfke tting ..........................6-23
Specificaties...............................................8-1
Stallen ........................................................7-3
Startblokkeersysteem ................................3-1
Startspersysteem ..................................... 3-26
Stationair toerental, controleren............... 6-15
Stop/Run/Start-schakelaar.......................3-13
Storingzoekschema ................................. 6-37
Stuurschakelaars ..................................... 3-12
Stuursysteem, controleren .......................6-28TTankdop ...................................................3-18
Tractieregeling ......................................... 3-16
BAE-9-D1.book 1 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分