ABS YAMAHA XT660Z 2013 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2013, Model line: XT660Z, Model: YAMAHA XT660Z 2013Pages: 100, PDF Size: 7.23 MB
Page 7 of 100
VEILIGHEIDSINFORMATIE ................1-1
BESCHRIJVING ..................................2-1Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN ..............................3-1 Startblokkeersysteem .......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes .................3-4
Multifunctioneel display ....................3-6
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).............................................3-9
Stuurschakelaars ..............................3-9
Lichtsignaalschakelaar ..................3-10
Dimlichtschakelaar..........................3-10
Claxonschakelaar ..........................3-10
Richtingaanwijzerschakelaar .........3-10
Schakelaar alarmverlichting ...........3-10
Noodstopschakelaar ......................3-10
Startknop .......................................3-10
Koppelingshendel ...........................3-11
Schakelpedaal ................................3-11
Remhendel ......................................3-11
Rempedaal......................................3-12
ABS (voor modellen met ABS) .......3-12
Tankdop ..........................................3-13
Brandstof ........................................3-14 Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ..............................3-15
Uitlaatkatalysatoren ........................3-16
Zadel ...............................................3-16
Voorvork afstellen ...........................3-17
Schokdemperunit afstellen .............3-18
Zijstandaard ....................................3-19
Startspersysteem ............................3-20
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES
VOOR HET RIJDEN ............................4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE ................................5-1 Starten van de motor........................5-1
Schakelen .........................................5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ..........................5-3
Inrijperiode ........................................5-3
Parkeren............................................5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ..................................6-1 Boordgereedschapsset.....................6-1
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem ..........6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema.......................6-4
Panelen verwijderen en aanbrengen ...................................6-8
Bougie controleren ...........................6-9 Motorolie en oliefilterelement .........6-11
Koelvloeistof ...................................6-14
Vervangen van het luchtfilterelement
en reinigen van de aftapslang .....6-15
Stationair toerental controleren ......6-16
Controleren van de vrije slag gaskabel ......................................6-17
Klepspeling .....................................6-17
Banden ...........................................6-17
Spaakwielen....................................6-19
Vrije slag van koppelingshendel afstellen .......................................6-20
Controleren van voor- en achterremblokken........................6-21
Controleren van remvloeistofniveau ......................6-21
Spanning aandrijfketting .................6-23
Aandrijfketting reinigen en smeren .........................................6-24
Kabels controleren en smeren ........6-25
Controleren en smeren van rem- en koppelingshendels .................6-25
Rempedaal controleren en smeren .........................................6-26
Zijstandaard controleren en smeren .........................................6-26
Smeren van de achterwielophanging ...................6-27
Achterbrugscharnierpunten smeren .........................................6-27
Voorvork controleren ......................6-27
INHOUDSOPGAVE
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 7
2BD-F819D-D0.indd 731/07/12 10:19
Page 22 of 100
DAU47040
Controle- en
waarschuwingslampjes
Voor XT660Z
1. Controlelampje startblokkering
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-ratuur “ ”
Voor XT660ZA
1. ABS-waarschuwingslampje “ ”
2. Controlelampje startblokkering
3. Vrijstandcontrolelampje “ ”
4. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
5. Controlelampje grootlicht “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-ratuur “ ”
DAUB1510
Controlelampje richtingaanwijzers
“”
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje richtingaanwijzers kan worden
gecontroleerd door de sleutel naar “ON”
te draaien. Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
DAUB1520
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
Het elektrisch circuit van het vrijstandcon-
trolelampje kan worden gecontroleerd
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
DAUB1530
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje grootlicht kan worden gecontro-
leerd door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
ABS
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 22
2BD-F819D-D0.indd 2231/07/12 10:20
Page 23 of 100
DAU11444
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de motor oververhit raakt. Zet in zo’n
geval de motor onmiddellijk af en geef
deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet
meteen op wanneer u de sleutel naar
“ON” draait of blijft het lampje branden,
laat het elektrisch circuit dan door een
Yamaha dealer controleren.
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in
de radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-40 nadere instructies
vermeld.
DAU11534
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer er een probleem
wordt aangegeven in het elektrisch circuit
dat de motor controleert. Vraag in dat
geval een Yamaha dealer het zelfdiagnos-
esysteem te controleren. (Zie pagina 3-8
voor uitleg over de werking van het zelf-
diagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet
meteen op wanneer u de sleutel naar
“ON” draait of blijft het lampje branden,
laat het elektrisch circuit dan door een
Yamaha dealer controleren.
DAU11545
ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor
modellen met ABS)
Als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, is het
ABS-systeem mogelijk defect. Vraag indat geval zo snel mogelijk een Yamaha
dealer het systeem te controleren. (Zie
pagina 3-12).
DWA10081
Als het ABS-waarschuwingslampje tij-
dens het rijden gaat branden of knippe-
ren, wordt alleen het conventionele
remsysteem gebruikt. Wees dan voor-
zichtig en zorg dat de wielen tijdens
plotseling remmen niet blokkeren. Als
het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, vraag
dan zo snel mogelijk een Yamaha
dealer het remsysteem te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet
meteen op wanneer u de sleutel naar
“ON” draait of blijft het lampje branden,
laat het elektrisch circuit dan door een
Yamaha dealer controleren.
WAARSCHUWING
ABS
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 23
2BD-F819D-D0.indd 2331/07/12 10:20
Page 26 of 100
Klokweergave
1. Klok
2. “SELECT”-toets
3. “RESET”-toets
OPMERKING
De klok toont altijd de tijd, ongeacht de
stand van het contactslot.
De klok op tijd zetten:
1. Houd de toets “SELECT” minstensvier seconden ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knip- peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de minu- tenaanduiding begint te knipperen.
4. Druk op de “RESET”-toets om de minuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat deze dan los om de klok te starten. Brandstofniveaumeter
1. Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat, geeft de
brandstofniveaumeter de hoeveelheid brand-
stof in de brandstoftank aan. Als de contact-
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, verschijnen
alle segmenten van de brandstofniveaumeter
een voor een op het display en verdwijnen
daarna weer om het elektrisch circuit te tes-
ten. De displaysegmenten van de brandstof-
niveaumeter verdwijnen richting “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder daalt.
Wanneer er nog maar één segment naast “E”
(leeg) is overgebleven, moet zo snel mogelijk
brandstof worden bijgevuld.
OPMERKING
Deze brandstofniveaumeter is voorzien
van een zelfdiagnosesysteem. Als er een
defect in het elektrisch circuit wordt waar- genomen, gaan alle segmenten knippe-
ren. Vraag in dat geval een Yamaha dealer
het elektrisch circuit te testen.
Zelfdiagnosesystemen
1. ABS-waarschuwingslampje “ ”
2. Controlelampje startblokkering
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische cir-
cuits.
Als er een of meer elektrische circuits van
de motor defect zijn, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring knipperen. Als
dit zich voordoet, vraag dan een Yamaha
dealer de machine te controleren.
(voor modellen met ABS)
Als een of meer elektrische circuits van
ABS
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 26
2BD-F819D-D0.indd 2631/07/12 10:20
Page 27 of 100
het ABS defect zijn, gaat het ABS ABS-
waarschuwingslampje branden. Als dit
zich voordoet, vraag dan een Yamaha
dealer de machine te controleren.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Wanneer in een van de circuits van het
startblokkeersysteem een storing
optreedt, gaat het controlelampje start-
blokkeersysteem knipperen. Als dit zich
voordoet, vraag dan een Yamaha dealer
de machine te controleren.
TIP
Als het controlelampje eerst vijfmaal lang-
zaam knippert en dan herhaaldelijk twee-
maal snel, betreft het mogelijk een storing
in de transponder. Als deze fout zich voor-
doet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van decodeersleutel.
2. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te star-
ten met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeers-
leutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
DAU12348
Stuurschakelaars
Links
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
5. Schakelaar alarmverlichting “ ”
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 27
2BD-F819D-D0.indd 2731/07/12 10:20
Page 28 of 100
Rechts
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Startknop “ ”
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt
voor het inschakelen van de alarmverlich-
ting (gelijktijdig knipperen van alle rich-
tingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke verkeers-
situatie.
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAU12660
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ”
om de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12711
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor
de motor rond te draaien. Zie pagina 5-1
voor startinstructies voordat u de motor
start.
DAU44710
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje
(alleen voor model met ABS) gaan bran-
den als de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid en de startknop wordt ingedrukt.
Dit wijst echter niet op een storing.
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 28
2BD-F819D-D0.indd 2831/07/12 10:20
Page 30 of 100
DAU12941
Rempedaal
1. Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
DAU26794
ABS (voor modellen met ABS)
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorzie-
ning remsysteem) bestaat uit een dubbel
uitgevoerd elektronisch regelsysteem dat
de voorrem en achterrem onafhankelijk
aanstuurt. Het ABS wordt bewaakt door
een ECU, die in geval van een storing zal
terugvallen op handmatig remmen.
DWA10090
Het ABS-systeem functioneert het
meest effectief over lange remwe-
gen.
Op sommige wegtypen (ruw weg-
dek of grint) kan de remweg langer
zijn dan bij remmen zonder ABS.
Houd daarom steeds voldoende
afstand tot uw voorligger, afge-
stemd op uw rijsnelheid.
OPMERKING
Wanneer ABS is geactiveerd, worden
de remmen op de gebruikelijke wijze
bediend. In de remhendel of het rem-
pedaal kunnen pulsaties worden
gevoeld, maar dat duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met
een testfunctie, waarbij de bestuur-
der de pulsaties kan voelen in het
rempedaal of in de remhendel terwijl
ABS actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem voor
het uitvoeren van deze test contact
op met uw Yamaha dealer.
DCA16120
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoor
het ABS-systeem niet meer goed
werkt.
LET OPWAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 30
2BD-F819D-D0.indd 3031/07/12 10:20