YAMAHA XV1600A 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XV1600A, Model: YAMAHA XV1600A 2001Pages: 104, PDF Size: 20.33 MB
Page 41 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU02941
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) De aanbevolen schakelpunten tijdens ac-
celereren staan vermeld in de tabel hierna.CF-01DOPMERKING:_ Wanneer ineens twee versnellingen tegelijk
wordt teruggeschakeld, moet in gelijke
mate snelheid worden geminderd (bijvoor-
beeld minderen tot 35 km/u bij terugscha-
kelen van de 4e naar de 2e versnelling). _
DAU00424
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:l
Laat de motor goed warmdraaien.
l
Zet de choke zo snel mogelijk uit.
l
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
l
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
l
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1 e®
2 e
2 e®
3 e
3 e®
4 e
4 e®
5 e23
36
50
60
D_5ja.book Page 4 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 42 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
DAU01128
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1.600 km. Lees daarom de volgende infor-
matie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1.600 km niet te zwaar worden
belast. De verschillende onderdelen van de
motor slijten op elkaar in totdat de juiste be-
drijfsspelingen zijn bereikt. Rijd tijdens deze
periode nooit langdurig volgas en vermijd
ook andere manoeuvres die tot oververhit-
ting van de motor kunnen leiden.
DAU01740*
0–1.000 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan 1/3 open gedraaid.
1.000–1.600 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan halverwege open gedraaid.
DCA00026*
LET OP:_ Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd
moet de motorolie en de olie in het huis
van de primaire aandrijfketting worden
ververst en het oliefilterpatroon worden
vervangen. _
1.600 km en verder
De machine kan nu verder normaal worden
gebruikt.
DC000049
LET OP:_ Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren. _
D_5ja.book Page 5 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 43 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-6
5
DAU00457
Parkeren Zet om te parkeren de motor af, neem de
sleutel uit het contactslot en draai dan de
benzinekraan naar “OFF”.
DW000058
WAARSCHUWING
_ l
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
l
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
_
D_5ja.book Page 6 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 44 of 104

D_5ja.book Page 7 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 45 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Boordgereedschapsset ........................................ 6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ............ 6-3
Het stroomlijnpaneel verwijderen en
aanbrengen ....................................................... 6-6
Controleren van de bougies ................................. 6-7
Motorolie en oliefilterpatroon ............................... 6-8
Olie in huis van primaire aandrijfketting ............. 6-12
Reinigen van het luchtfilterelement .................... 6-13
Afstellen van de carburateur .............................. 6-16
Afstellen van het stationair toerental .................. 6-16
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ....... 6-17
Afstellen van de klepspeling .............................. 6-17
Banden .............................................................. 6-17
Spaakwielen ...................................................... 6-20
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel ............................................. 6-21
Afstellen van de vrije slag van de remhendel .... 6-22
De stand van het rempedaal afstellen ............... 6-22
Afstellen van de remlichtschakelaar achterrem . 6-23Controleren van de remblokken voor- en
achter .............................................................. 6-23
Controleren van remvloeistofniveau .................. 6-25
Verversen van de remvloeistof .......................... 6-26
Doorbuiging aandrijfriem ................................... 6-26
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ............................................... 6-28
Controleren en smeren van de rem- en
koppelingshendel ............................................ 6-29
Controleren en smeren van de zijstandaard ..... 6-30
Controleren van de voorvork ............................. 6-30
Controle van stuursysteem ............................... 6-31
Controleren van wiellagers ................................ 6-31
Accu .................................................................. 6-32
Zekeringen vervangen ...................................... 6-33
Koplampgloeilamp vervangen ........................... 6-35
Vervangen van gloeilampen voor
richtingaanwijzer of remlicht/achterlicht .......... 6-37
Storingzoeken ................................................... 6-37
Storingzoekschema .......................................... 6-38
D_5ja.book Page 1 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 46 of 104

6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU00464
Veiligheid is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar. Door periodiek inspecties, afstel-
lingen en smeerbeurten uit te laten voeren,
zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig
en efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste
informatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema zijn slechts
te beschouwen als algemene richtlijn voor
normale rijomstandigheden. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WOR-
DEN VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
DW000060
WAARSCHUWING
_ Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent. _
DAU03394
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het motorrijderzadel. (Zie pagina 3-12
voor instructies over verwijderen en aan-
brengen van het rijderzadel.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.1. Boordgereedschapsset
D_5ja.book Page 1 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 47 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
OPMERKING:_ Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn. _
DW000063
WAARSCHUWING
_ Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
zelf wijzigingen aanbrengt. _
D_5ja.book Page 2 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 48 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
DAU03685
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:_ l
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
l
Herhaal de intervalperioden vanaf 50.000 km, te beginnen bij 10.000 km.
l
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
_
CP-0 3ECP-03DNR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (´
1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
1
*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen op scheuren of
beschadiging.ÖÖÖÖ Ö
2*Brandstoffilter• Controleer de conditie.ÖÖ
3 Bougies• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand bijstellen.ÖÖ
• Vervangen.ÖÖ
4*Kleppen• Klepspeling controleren.
• Afstellen.Na elke 20.000 km
5 Luchtfilterelement• Reinigen.ÖÖ
• Vervangen.ÖÖ
6 Koppeling• Werking controleren.
• Afstellen.ÖÖÖÖÖ
7*Voorrem• Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage. (Zie OPMERKING op
bladzijde 6-5.)ÖÖÖÖÖ Ö
• Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
D_5ja_Periodic.fm Page 3 Monday, December 18, 2000 4:20 PM
Page 49 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
8
*Achterrem• Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage. (Zie OPMERKING op
bladzijde 6-5.)ÖÖÖÖÖ Ö
• Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
9*Remslangen• Controleren op scheuren of beschadiging.ÖÖÖÖ Ö
• Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-5.) Elke 4 jaar
10*Wielen• Controleren op slingering, losse spaken en
beschadigingen.
• Spaken zo nodig vastzetten.ÖÖÖÖ
11*Banden• Controleren op correcte profieldiepte en op schade.
• Zo nodig vervangen.
• Bandspanning controleren.
• Zo nodig corrigeren.ÖÖÖÖ
12*Wiellagers• Lager controleren op losheid of schade.ÖÖÖÖ
13*Swingarm• Controleren op werking en overmatige speling.ÖÖÖÖ
• Smeren met molybdeenvet. Elke 50.000 km
14*Aandrijfriem• Riemspanning controleren.
• Controleren of het achterwiel correct in lijn staat.Elke 4.000 km
15*Balhoofdlagers• Controleren op lagerspeling en stroefheid in
stuurbeweging.ÖÖÖÖÖ
• Smeren met lithiumvet. Elke 20.000 km
16*Framebevestigingen• Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.ÖÖÖÖ Ö
17 Zijstandaard• Werking controleren.
• Smeren.ÖÖÖÖ Ö
18*Zijstandaardschakelaar• Werking controleren.ÖÖÖÖÖ Ö
19*Voorvork• Controleren op werking en olielekkage.ÖÖÖÖ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (´
1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
D_5ja_Periodic.fm Page 4 Monday, December 18, 2000 4:20 PM
Page 50 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU03541
OPMERKING:_l
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
l
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloeistof
worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_ 20
*Achterschokdemperunit• Controleren op werking en schokdemper op olielekkage.ÖÖÖÖ
21*Scharnierpunten
tuimelaararm en
koppelarmen
achterwielophanging• Werking controleren.ÖÖÖÖ
• Smeren met molybdeenvet.ÖÖ
22*Carburateurs• Chokebediening controleren.
• Stationair motortoerental afstellen en carburateurs
synchroniseren.ÖÖÖÖÖ Ö
23 Motorolie• Verversen.ÖÖÖÖÖ Ö
24 Oliefilterpatroon• Vervangen.ÖÖÖ
25*Olie in huis van primaire
aandrijfketting• Olieniveau controleren.ÖÖ
• Verversen.ÖÖÖ
26*Remlichtschakelaars
voor- en achterrem• Werking controleren.ÖÖÖÖÖ Ö
27Bewegende delen en
kabels• Smeren.ÖÖÖÖ Ö
28*Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars• Werking controleren.
• Richthoek koplamplichtbundel afstellen.ÖÖÖÖÖ Ö NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (´
1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
D_5ja_Periodic.fm Page 5 Monday, December 18, 2000 4:20 PM