air filter YAMAHA XV1600A 2001 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XV1600A, Model: YAMAHA XV1600A 2001Pages: 104, PDF Size: 20.33 MB
Page 42 of 104

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
DAU01128
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1.600 km. Lees daarom de volgende infor-
matie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1.600 km niet te zwaar worden
belast. De verschillende onderdelen van de
motor slijten op elkaar in totdat de juiste be-
drijfsspelingen zijn bereikt. Rijd tijdens deze
periode nooit langdurig volgas en vermijd
ook andere manoeuvres die tot oververhit-
ting van de motor kunnen leiden.
DAU01740*
0–1.000 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan 1/3 open gedraaid.
1.000–1.600 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan halverwege open gedraaid.
DCA00026*
LET OP:_ Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd
moet de motorolie en de olie in het huis
van de primaire aandrijfketting worden
ververst en het oliefilterpatroon worden
vervangen. _
1.600 km en verder
De machine kan nu verder normaal worden
gebruikt.
DC000049
LET OP:_ Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren. _
D_5ja.book Page 5 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 45 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Boordgereedschapsset ........................................ 6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ............ 6-3
Het stroomlijnpaneel verwijderen en
aanbrengen ....................................................... 6-6
Controleren van de bougies ................................. 6-7
Motorolie en oliefilterpatroon ............................... 6-8
Olie in huis van primaire aandrijfketting ............. 6-12
Reinigen van het luchtfilterelement .................... 6-13
Afstellen van de carburateur .............................. 6-16
Afstellen van het stationair toerental .................. 6-16
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ....... 6-17
Afstellen van de klepspeling .............................. 6-17
Banden .............................................................. 6-17
Spaakwielen ...................................................... 6-20
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel ............................................. 6-21
Afstellen van de vrije slag van de remhendel .... 6-22
De stand van het rempedaal afstellen ............... 6-22
Afstellen van de remlichtschakelaar achterrem . 6-23Controleren van de remblokken voor- en
achter .............................................................. 6-23
Controleren van remvloeistofniveau .................. 6-25
Verversen van de remvloeistof .......................... 6-26
Doorbuiging aandrijfriem ................................... 6-26
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ............................................... 6-28
Controleren en smeren van de rem- en
koppelingshendel ............................................ 6-29
Controleren en smeren van de zijstandaard ..... 6-30
Controleren van de voorvork ............................. 6-30
Controle van stuursysteem ............................... 6-31
Controleren van wiellagers ................................ 6-31
Accu .................................................................. 6-32
Zekeringen vervangen ...................................... 6-33
Koplampgloeilamp vervangen ........................... 6-35
Vervangen van gloeilampen voor
richtingaanwijzer of remlicht/achterlicht .......... 6-37
Storingzoeken ................................................... 6-37
Storingzoekschema .......................................... 6-38
D_5ja.book Page 1 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 50 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU03541
OPMERKING:_l
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
l
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloeistof
worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_ 20
*Achterschokdemperunit• Controleren op werking en schokdemper op olielekkage.ÖÖÖÖ
21*Scharnierpunten
tuimelaararm en
koppelarmen
achterwielophanging• Werking controleren.ÖÖÖÖ
• Smeren met molybdeenvet.ÖÖ
22*Carburateurs• Chokebediening controleren.
• Stationair motortoerental afstellen en carburateurs
synchroniseren.ÖÖÖÖÖ Ö
23 Motorolie• Verversen.ÖÖÖÖÖ Ö
24 Oliefilterpatroon• Vervangen.ÖÖÖ
25*Olie in huis van primaire
aandrijfketting• Olieniveau controleren.ÖÖ
• Verversen.ÖÖÖ
26*Remlichtschakelaars
voor- en achterrem• Werking controleren.ÖÖÖÖÖ Ö
27Bewegende delen en
kabels• Smeren.ÖÖÖÖ Ö
28*Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars• Werking controleren.
• Richthoek koplamplichtbundel afstellen.ÖÖÖÖÖ Ö NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (´
1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
D_5ja_Periodic.fm Page 5 Monday, December 18, 2000 4:20 PM
Page 53 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
DCA00021
LET OP:_ Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan te
drukken. _
DAU03679
Motorolie en oliefilterpatroon Voor iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.OPMERKING:_ Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de motorfiets iets schuin staat, kan het
olieniveau al foutief worden afgelezen. _2. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-12 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het rij-
derzadel.)3. Start de motor en laat deze warm-
draaien tot de motorolie de normale
temperatuur heeft bereikt van 60 °C,
laat dan nog 10 seconden stationair
draaien en zet dan de motor uit.
OPMERKING:_ Om de juiste motorolietemperatuur te berei-
ken voor een precieze aflezing van het olie-
niveau, moet de motor eerst volledig zijn
afgekoeld en daarna weer een paar minu-
ten lang zijn opgewarmd tot de normale be-
drijfstemperatuur. _4. Wacht een paar minuten om de olie tot
rust te laten komen, verwijder de olie-
vuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren.OPMERKING:_ De motorolie moet tussen de merkstrepen
voor minimum- en maximumniveau staan. _
D_5ja.book Page 8 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 56 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
9. Breng de olieaftappluggen aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
10. Giet niet meer dan 2,5 L van de voor-
geschreven hoeveelheid van de ge-
specificeerde oliesoort bij via de
vulopening, steek de peilstok in en
draai dan de olievuldop vast.
11. Start de motor, draai het gas een paar
keer open en zet dan uit.
12. Verwijder de olievuldop en voeg aan
het oliereservoir dan geleidelijk de res-
terende oliehoeveelheid toe terwijl nu
en dan met de peilstok het olieniveau
wordt gecontroleerd.
DC000072
LET OP:_ l
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie dient im-
mers ook voor smering van de kop-
peling) mogen geen chemische
additieven aan de olie worden toe-
gevoegd of oliën worden gebruikt
met een hogere kwaliteitsaandui-
ding dan “CD”. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
l
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
_
13. Breng de olievuldop aan.
14. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
15. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer zo nodig. Aanhaalmoment:
Aftapplug motorolie:
43 Nm (4,3 m·kg)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van
oliefilterpatroon:
3,7 L
Met vervanging van oliefilterpatroon:
4,1 L
Totale hoeveelheid (droge motor):
5,0 L
D_5ja.book Page 11 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 58 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
4. Verwijder de olievuldop, vul de voor-
geschreven hoeveelheid van de ge-
specificeerde olie voor het huis van de
primaire aandrijfketting bij en breng
dan de olievuldop aan en zet vast.
DCA00024
LET OP:_ Zorg dat er geen verontreinigingen in
het huis van de primaire aandrijfketting
terecht komen. _
5. Start de motor, laat een paar minuten
stationair draaien en controleer daarbij
het huis voor de primaire aandrijfket-
ting op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
DAU03707
Reinigen van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Reinig het luchtfilterelement vaker als u
in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder de bouten van het luchtfilter-
huis.
1. Inspectiegat olieniveau in huis van primaire
aandrijkettingAanbevolen olie voor huis van primaire
aandrijfketting:
Zie pagina 8-2.
Oliehoeveelheid:
0,4 L
1. Bout (´ 4)
2. Luchtfilterhuis
D_5ja.book Page 13 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 93 of 104

SPECIFICATIES
8-2
8
Olie in huis van primaire
aandrijfketting
Type SAE 80 API GL-4 Hypoïde
versnellingsbak-olie
Aantal 0,4 L
LuchtfilterDroogtype element
Benzine
Type Gewone loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank 20 L
Reservehoeveelheid 3,5 L
Carburateur
Bandenmerk MIKUNI
Model ´ aantal BSR40 ´ 1
Bougies
Bandenmerk/model NGK / DPR7EA-9 of
DENSO / X22EPR-U9
Elektrodenafstand 0,8–0,9 mm
Type koppelingVloeistof, meervoudige platen
Overbrenging
Primair reduktie-systeem Recht tandwiel
Primaire reduktie-verhouding 1,532
Secundair reduktie-systeem As-gaandrijving
Secundaire reduktie-
verhouding 2,320Type overbrenging Konstante aangrijping,
5 versnellingen
Bediening Pedaal voor de linkervoet
Overbreng-verhoudingen
1e 2,438
2e 1,579
3e 1,160
4e 0,906
5e 0,750
Chassis
Type frame Dubbele wiegkonstruktie
Casterhoek 32°
Spoorbreedte 142 mm
Banden
Voor
Type Met binnenband
Bandenmaat 130/90-16 67H
Bandenmerk/model Dunlop / D404FL
Bridgestone / G703F
Achter
Type Met binnenband
Bandenmaat 150/80B-16 71H
Bandenmerk/model Dunlop / D404
Bridgestone / G702
D_5ja.book Page 2 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM
Page 100 of 104

INDEXAAccu ...................................................... 6-32
Antidiefstal-alarm .....................................3-4BBanden .................................................. 6-17
Bougies, controleren ................................6-7
Brake pedal position, adjusting .............. 6-22
Brandstof .................................................3-9
Brandstofkraan ...................................... 3-11
Brandstofniveaumeter ..............................3-4
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-4CCarburateur, afstellen............................. 6-16
Chokeknop ............................................ 3-12
Claxonschakelaar ....................................3-6
Contactslot/stuurslot-unit..........................3-1
Controlelampje brandstofniveau...............3-2
Controlelampje grootlicht .........................3-2
Controlelampje richtingaanwijzers ............3-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ..........................3-2
Controlelampje vrijstand...........................3-2
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ...................................3-6
Doorbuiging aandrijfriem ........................ 6-26
Afstellen ........................................... 6-27
Controleren....................................... 6-26
GGaskabel, afstellen van vrije slag........... 6-17
Gereedschapsset .................................... 6-1HHelmbevestiging .................................... 3-13IIdentificatienummers ............................... 9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijperiode............................................... 5-5KKlepspeling, afstellen............................. 6-17
Klok ......................................................... 3-5
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-35
Koppelingshendel .................................... 3-7
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .... 6-21LLichtschakelaar ....................................... 3-6
Lichtsignaalschakelaar ............................ 3-6
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................... 6-13MModelinformatiesticker ............................. 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon.................... 6-8
Motorrijderzadel..................................... 3-12NNoodstopschakelaar ................................ 3-6
OOlie in huis van primaire
aandrijfketting ......................................6-12PPaneel, verwijderen en aanbrengen .........6-6
Parkeren ..................................................5-6
Periodiek smeer-
en onderhoudsschema ..........................6-3RRemblokken, controleren .......................6-23
Rem- en koppelingshendel,
controleren en smeren .........................6-29
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren .........................6-28
Remhendel ..............................................3-8
Remhendel, afstellen van vrije slag ........6-22
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-23
Rempedaal ..............................................3-8
Remvloeistofniveau, controleren ............6-25
Remvloeistof, verversen.........................6-26
Richtingaanwijzer of remlicht/
achterlicht gloeilampen, vervangen ......6-37
Richtingaanwijzerschakelaar ....................3-6SSchakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal .........................................3-7
Schakelpunten (alleen voor
Zwitserland) ...........................................5-4
Schokdemperunit, afstellen ....................3-14
D_5ja.book Page 1 Wednesday, September 13, 2000 6:11 PM