YAMAHA XVS1300A 2010 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2010, Model line: XVS1300A, Model: YAMAHA XVS1300A 2010Pages: 88, PDF Size: 2.69 MB
Page 61 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
DAU22731
Remvloeistof verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Laat bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinders, de remklauwen en de
remslangen vervangen volgens de interval-
perioden of wanneer ze lek of beschadigd
zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
DAU23040
Doorbuiging aandrijfriem De doorbuiging van de aandrijfriem moet
worden gecontroleerd en afgesteld volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer-en onderhoudsschema.
DAU38410
Spanning van aandrijfriem controleren
1. Zet de machine op de zijstandaard.
2. Noteer de huidige positie van de aan-
drijfriem, gebruik daartoe de merkte-
kens bij het inspectiegat.OPMERKIN
G
De merktekens bij het inspectiegat hebben
een onderlinge afstand van 5.0 mm (0.2 in).
3. Noteer de positie van de aandrijfriem
als met een riemspanningsmeter een
kracht van 45 N (4.5 kgf, 10 lbf) op de
riem wordt uitgeoefend.OPMERKINGEen riemspanningsmeter is verkrijgbaar bij
een Yamaha dealer.4. Bereken de riemdoorbuiging door van
de meetwaarde uit stap 3 de meet-
waarde gevonden in stap 2 af te trek-
ken.
5. Als de riemdoorbuiging niet correct is,
laat deze dan door een Yamaha
dealer bijstellen.
1. Aandrijfriem
2. Merktekens
3. Doorbuiging aandrijfriem2
13
1. Riemspanningsmeter
Doorbuiging aandrijfriem:
5.0–7.0 mm (0.20–0.28 in)
U11CD3D0.book Page 21 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 62 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
DAU23101
Kabels controleren en smeren De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenkabel kan de kabel-
werking hinderen en leiden tot roestvor-
ming op de binnenkabel. Vervang een
beschadigde kabel zo snel mogelijk om
onveilige omstandigheden te voorko-
men.
[DWA10721]DAU23112
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU44272
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen Rempedaal
Schakelpedaal
De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden gesmeerd. Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U11CD3D0.book Page 22 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 63 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU23142
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels Remhendel
Koppelingshendel
De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten indien nodig worden ge-
smeerd. Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel:
Lithiumvet
U11CD3D0.book Page 23 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 64 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU23202
Zijstandaard controleren en sme-
ren De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10731
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende zij-
standaard kan het wegdek raken en u af-
leiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1651
Achterbrugscharnierpunten
smeren De achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23251
Smeren van de achterwielophan-
ging De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U11CD3D0.book Page 24 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 65 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
DAU23272
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-
leren.
DAU23283
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-33 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
U11CD3D0.book Page 25 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 66 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU48570
Accu Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uitde buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
LET OP
DCA10620
Probeer nooit om celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
manente schade aan de accu worden
toegebracht.Om bij de accu te komen
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-15.)
2. Haak de accuriem los en verwijder
daarna de accukap.1. Accuriem
2. Accukap
U11CD3D0.book Page 26 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 67 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
3. Haak de afgebeelde kabelbomen los
en trek het boordgereedschapssetvak
samen met de boordgereedschapsset
omhoog en eruit.Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over een
acculader met constante spanning, laat
de accu dan opladen door uw Yamaha
dealer.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
1. Boordgereedschapssetvak
2. Kabelboom
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
3. Accu
2
1
2
3
1
U11CD3D0.book Page 27 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 68 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU48580
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
het kastje met zekeringen voor afzonderlij-
ke circuits bevinden zich onder het bestuur-
derszadel. (Zie pagina 3-15.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Haak de accuriem los en verwijder
daarna de accukap.
3. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinjectiesysteem verwijdert u
het afdekplaatje van het startrelais door het
omhoog te trekken.
1. Accuriem
2. Accukap
1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje
3. Kap van startmotorrelais
1
2
3
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
21 3
U11CD3D0.book Page 28 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 69 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
4. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
5. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
6. Breng de accukap aan, en haak daar-
na de accuriem vast aan de houder.
DAU42892
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Zekering signaleringssysteem
2. Zekering ontstekingssysteem
3. Zekering parkeerlichten
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer-
systeem)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
U11CD3D0.book Page 29 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM
Page 70 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
1. Verwijder de afdekking van de richtin-
gaanwijzersteun door de bouten te
verwijderen.
2. Verwijder de koplampunit door de bou-
ten aan beide zijden los te halen.3. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
4. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.5. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
6. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
7. Monteer de koplampunit door de bou-
ten aan te brengen.
8. Plaats de afdekking van de richtin-
gaanwijzersteun in zijn oorspronkelijke
positie, en breng daarna de bouten
aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Afdekking richtingaanwijzersteun
2. Bout
1
2
2
1. Bout
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1
2
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
1
2
U11CD3D0.book Page 30 Thursday, October 29, 2009 9:29 AM