stop start YAMAHA XVS950CU 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: XVS950CU, Model: YAMAHA XVS950CU 2017Pages: 88, PDF Size: 2.34 MB
Page 19 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
OPMERKINGDit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor het circuit van het waar-
schuwingslampje brandstofniveau. Als er
een probleem wordt gedetecteerd in het
circuit van het waarschuwingslampje
brandstofniveau, knippert het waarschu-
wingslampje brandstofniveau herhaaldelijk.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de mach ine te controleren.
DAU73171
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69891
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat dit
waarschuwingslampje branden als de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid en gaat het uit
zodra met een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-10 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hog er wordt g ered en,
of als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal niet
gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen d at de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAU73120
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
ABS
UBS5D0D0.book Page 4 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 22 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
DAU1234M
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU12352
Lichtsi
gnaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op “ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12662
Noo dstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar
op “ ” om de motor direct uit te schake-
len in een noodgeval, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
3
4 12
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. “SELECT”-schakelaar
3. “RESET”-schakelaar
4. Startknop “ ”
5. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1
5 2
3
4
UBS5D0D0.book Page 7 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 33 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-18
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets
voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
UBS5D0D0.book Page 18 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 37 of 88

Gebruik en belan grijke rij-informatie5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU73450
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor die de motor
laat afslaan als de machine kantelt.
Draai in dat geval de sleutel naar
“OFF” en dan naar “ON” alvorens te
proberen de motor opnieuw te star-
ten. Als u dat niet doet zal de motor
niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de
startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Druk in dat
geval eenvoudigweg op de startknop
om de motor weer te starten.
DAU57700
Starten van d e motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-17 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje startblokkeringLET OP
DCA17671
Als de boven genoem de waarschu-
win gs- of controlelampjes niet g aan
b ran den wanneer d e sleutel naar “ON”
wor dt ged raai d, of als een waarschu-
UBS5D0D0.book Page 1 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 51 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-11
6
2. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.3. Installeer de bougiedop.
4. Monteer de bougiekap door de bou-ten aan te brengen.
DAU36112
Filter busDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU47115
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen.
4. Verwijder de olievuldop en veeg de motoroliepeilstok schoon. Steek de
peilstok terug in de olievulopening
(zonder vast te draaien) en verwijder
dan opnieuw om het olieniveau te
controleren.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
Aanhaalmoment:Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
1
2
UBS5D0D0.book Page 11 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 84 of 88

10-1
10
IndexAABS ....................................................... 3-10
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accu ...................................................... 6-26BBanden ................................................. 6-15
Bestuurderszadel .................................. 3-15
Bougies, controleren............................... 6-9
Brandstof .............................................. 3-11
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-7
Contactslot ............................................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampje richting aanwijzers .......... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-4DDiagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar.................................. 3-7
Doorbuiging aandrijfriem ...................... 6-22FFilterbus ................................................ 6-11GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren................................................ 6-23
Gegevensregistratie, voertuig ................. 9-2
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ........................................... 6-31IIdentificatienummers .............................. 9-1 Inrijperiode.............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren ............ 6-22
Kentekenverlichting .............................. 6-32
Klepspeling ........................................... 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-29
Koppelingshendel................................... 3-8LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-7
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-14MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-11
Multifunctionele meter ............................ 3-5NNoodstopschakelaar .............................. 3-7OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-32PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-9
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-30
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-32RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 6-24
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren .......................................... 6-23
Remhendel ............................................. 3-9
Remlicht/achterlicht ............................. 6-31
Remlichtschakelaars ............................ 6-19 Rempedaal ..............................................3-9
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-20
Remvloeistof, verversen........................6-21
RESET-schakelaar ..................................3-8
Richtingaanwijzerschakelaar...................3-7
SSchakelaar alarmverlichting ....................3-8
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ........................................3-9
Schokdemperunits, afstellen ................3-16
SELECT-schakelaar ................................3-8
Serienummer motorblok .........................9-1
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-5
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-3
Startblokkeersysteem .............................3-1
Starten van de motor ..............................5-1
Startknop ................................................3-7
Startspersysteem ..................................3-17
Storingzoekschema ..............................6-34
Stuurschakelaars ....................................3-7
Stuurslot................................................3-14
Stuursysteem, controleren ....................6-25TTankbeluchtingsslang/overloopslang ...3-13
Tankdop ................................................3-11UUitlaatkatalysator ..................................3-13VVeiligheidsinformatie ...............................1-1
Verzorging ...............................................7-1
Voertuigidentificatienummer ...................9-1
Voor- en achterremblokken
controleren..........................................6-19
UBS5D0D0.book Page 1 Monday, October 17, 2016 11:45 AM