YAMAHA YBR125 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: YBR125, Model: YAMAHA YBR125 2014Pages: 86, PDF Size: 1.78 MB
Page 21 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
3
DAU12942
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU13003
Tank dopOm de tankd op te verwij deren
Steek de sleutel in het slot en draai deze
een kwartslag rechtsom. Het slot wordt
ontgrendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
Om de tankd op aan te bren gen
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot. Bovendien
kan de sleutel niet worden uitgenomen als
de tankdop niet correct aangebracht en
vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11142
Controleer voor u gaat rij den of d e tank-
d op correct is aan geb racht. Door b rand-
stoflekkag e ontstaat bran dgevaar.
1. Rempedaal
1
1. Ontgrendelen.
1
U51DD1D0.book Page 6 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 22 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
3
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzined ampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om bran d en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzine damp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU49742
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1 2
Voorgeschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
13.0 L (3.43 US gal, 2.86 Imp.gal)
Bran dstofreserve:
3.4 L (0.90 US gal, 0.75 Imp.gal)
U51DD1D0.book Page 7 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 23 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
DAU13446
UitlaatkatalysatorenDit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nab ij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhed en uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
LET OP
DCA10702
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare scha de wor den toe ge-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
U51DD1D0.book Page 8 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 24 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
3
DAU43151
KickstarterAls de motor na indrukken van de startknop
niet wil starten, probeer dan m.b.v. de kick-
starter te starten. Klap om de motor te star-
ten het kickstartpedaal uit, beweeg dit met
uw voet iets naar beneden totdat de tand-
wielen aangrijpen en trap het pedaal dan
soepel maar krachtig omlaag. Dit model is
uitgerust met een primaire kickstarter,
waardoor de motor in elke versnelling kan
worden gestart zolang de koppeling ont-
koppeld is en de zijstandaard opgeklapt is.
Het is echter toch beter om de versnellings-
bak in de vrijstand te schakelen voordat
wordt gestart.
DAU14883
Afstellen van de schok dem-
perunits
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting (a). Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
1. Kickstartpedaal
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicatorAfstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
1
Standaard: 2
Maximum (hard): 5
U51DD1D0.book Page 9 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 25 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
DAU15113
Bagag ed ra ger
WAARSCHUWING
DWA10172
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 3 k g (6.6 l b) van de bag a-
g ed ra ger niet.
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 194 k g (428 l b) voor de
machine niet.
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan word en opgetrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo d e
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daaromre
gelmati g en laat het repareren door
e
en Yamaha d ealer als de werkin g niet
naar behoren is.
1. Bagagedrager
1
U51DD1D0.book Page 10 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 26 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
DAU43163
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies. Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.U51DD1D0.book Page 11 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 27 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Draai de sleutel naar aan.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
4. Druk op de startknop of trap het kickstarterpedaal omlaag.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
5. Beweeg de zijstandaard omhoog.
6. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
7. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
8. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
9. Beweeg de zijstandaard omhoog.
10. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
11. Druk op de startknop of trap het kickstarterpedaal omlaag.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets
voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
●
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
●
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
JA NEE JA NEE JA NEE
U51DD1D0.book Page 12 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 28 of 86

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15598
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem he bt g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-7
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-11
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-20, 6-21
Achterrem • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van het rempedaal.
• Stel indien nodig bij. 6-19, 6-20
U51DD1D0.book Page 1 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 29 of 86

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Koppeling • Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij. 6-17
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-14, 6-25
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 6-25
Aan drijfkettin g • Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig. 6-22, 6-24
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-15, 6-17
Schakelpe daal • Controleer of de werking soepel is.
• Corrigeer indien nodig.
6-20
Rempe daal • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt. 6-26
Rem- en koppelin gshen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-25
Mi dden bok, zijstan daar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-26
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
ITEM CONTROLES PAGINA
U51DD1D0.book Page 2 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 30 of 86

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
Instrumenten, verlichting,
si gnalering ssysteem en
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 3-10
ITEM CONTROLES PAGINA
U51DD1D0.book Page 3 Friday, August 30, 2013 9:02 AM