ESP YAMAHA YZF-R1 2001 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2001Pages: 116, PDF Size: 12.75 MB
Page 3 of 116

DAU03338
INLEIDING
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als bezitter van een YZF-R1 profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische ken-
nis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha
haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u alle voordelen
van uw YZF-R1 optimaal kunt benutten. Deze gebruikershandleiding geeft instruc-
ties over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl ook wordt
beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw motorfiets in optimale
conditie te houden. Als er tenslotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem
contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u vele veilige en plezierige ritten toe. En vergeet niet, veilig-
heid voor alles!
D_5jj.book Page 1 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 43 of 116

CONTROLES VOOR HET STARTEN4-2
4
Koppeling• Controleer de werking.
• Smeer de kabel als dat nodig is.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel zo nodig bij.6-22–6-23
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer de gasgreep, de behuizing en de gaskabels als dat nodig is.
• Controleer de vrije slag.
• Vraag zo nodig de Yamaha dealer om af te stellen.6-18, 6-29
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer als dat nodig is.6-29
Aandrijfketting• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel zo nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer als dat nodig is.6-27–6-28
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer als dat nodig is.6-19–6-22
Rem- en schakelpedalen• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-30
Rem- en koppelingshendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-30
Zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-30
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars• Controleer de werking.
• Corrigeer als dat nodig is.— ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
D_5jj.book Page 2 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 65 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
7. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.8. Draai de schroef los van de slangklem
aan de linkerzijde van de motor en trek
dan de slang los om de koelvloeisto-
fradiator leeg te maken.
9. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
10. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:@ Controleer of de ring beschadigd is en ver-
vang hem zo nodig. @
11. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.
12. Giet de voorgeschreven hoeveelheid
van de gespecificeerde koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.
1. Aftapplug koelvloeistof
1. Schroefklem
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
7 Nm (0,7 m·kg)
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Totale hoeveelheid:
2,55 L
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,45 L
D_5jj.book Page 14 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 79 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
OPMERKING:@ Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de
swingarm, om zeker te zijn dat beide stel-
moeren dezelfde positie hebben. @
DC000096
LET OP:@ Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale de-
len van de motorfiets, waardoor de ket-
ting kan slippen of breken. Om dit te
voorkomen moet de spanning van de
aandrijfketting binnen het voorgeschre-
ven bereik blijven. @3. Draai de borgmoeren vast en zet dan
de wielasmoer vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
DAU03006
Smeren van de aandrijfketting De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
DC000097
LET OP:@ De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen is gereden. @1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.
DCA00053
LET OP:@ Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting niet
worden gereinigd met een stoomreini-
ger of hogedrukreiniger of met niet-ge-
schikte ontvetters. @2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor O-ring kettin-
gen.
DCA00052
LET OP:@ Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingen
die de o-ringen kunnen beschadigen. @
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kg)
D_5jj.book Page 28 Friday, September 8, 2000 3:29 PM
Page 101 of 116

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
DCA00013
LET OP:@ l
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
l
Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen, be-
handel deze met een daartoe be-
stemd verzorgingsmiddel.
l
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
@OPMERKING:@ Vraag een Yamaha dealer om advies over
de te gebruiken producten. @
Stalling Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm zo nodig tegen stof
met een luchtdoorlatende stallinghoes.
DCA00014
LET OP:@ l
Als de motorfiets wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
dringen en roestvorming veroorza-
ken.
l
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
@
Lange termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meerde-
re maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Bij motorfietsen met een brandstof-
kraan die een “OFF” stand heeft: draai
de kraanhendel in “OFF”.
3. Leeg de vlotterkamers in de carbura-
teur door de aftappluggen los te
draaien; u voorkomt zo dat neerslag
uit de brandstof achterblijft. Giet de af-
getapte brandstof terug in de brand-
stoftank.
4. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
5. Voer de volgende stappen uit om de
cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
D_5jj.book Page 4 Friday, September 8, 2000 3:29 PM