alarm YAMAHA YZF-R1 2005 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2005, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2005Pages: 102, PDF Size: 5.07 MB
Page 6 of 102

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN 
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en 
waarschuwingslampjes ...............3-3
Multifunctioneel display  ..................3-8
Antidiefstal-alarmsysteem 
(optie) ........................................3-13
Stuurschakelaars ..........................3-13
Koppelingshendel .........................3-14
Schakelpedaal ..............................3-14
Remhendel ...................................3-15
Rempedaal ...................................3-15
Tankdop ........................................3-15
Brandstof ......................................3-16
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ............................3-17
Uitlaatkatalysator ..........................3-17
Zadels ...........................................3-18
Helmbevestiging ...........................3-19
Afstellen van de voorvork  .............3-19
Afstellen van de 
schokdemperunit .......................3-21Bagageriembevestiging ................ 3-23
EXUP-systeem ............................. 3-23
Zijstandaard ................................. 3-24
Startspersysteem ......................... 3-24
CONTROLES VOOR HET 
STARTEN........................................... 4-1
Controlelijst voor gebruik ................ 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE..................................... 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig 
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN 
KLEINERE REPARATIES................. 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek smeer- en 
onderhoudsschema .................... 6-2
Panelen verwijderen en 
aanbrengen ................................. 6-6
Controleren van de bougies  ........... 6-7
Motorolie en oliefilterpatroon  .......... 6-8
Koelvloeistof ................................. 6-12
Het luchtfilterelement 
vervangen ................................. 6-14Afstellen van het stationair 
toerental ................................... 6-16
Controleren van de vrije slag 
gaskabel ................................... 6-16
Klepspeling .................................. 6-17
Banden ........................................ 6-17
Gietwielen .................................... 6-20
Vrije slag van koppelingshendel 
afstellen .................................... 6-20
Remlichtschakelaar afstellen  ....... 6-21
Controleren van voor- en 
achterremblokken ..................... 6-21
Controleren van 
remvloeistofniveau ................... 6-22
Verversen van remvloeistof  ......... 6-23
Spanning aandrijfketting  .............. 6-23
Smeren van de aandrijfketting  ..... 6-24
Controleren en smeren van 
kabels ....................................... 6-25
Controleren en smeren van 
gasgreep en gaskabel  .............. 6-25
Controleren en smeren van rem- 
en koppelingshendels ............... 6-26
Controleren en smeren van 
zijstandaard .............................. 6-26
De achterbrugscharnierpunten 
smeren ..................................... 6-27
Voorvork controleren  ................... 6-27
Controle van stuursysteem  .......... 6-28
Controleren van wiellagers  .......... 6-28
Accu ............................................. 6-28U5VYD1D0.book  Page 1  Tuesday, September 7, 2004  12:50 PM 
Page 17 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt ge-
houden.
WAARSCHUWING
DWA10060
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de machine rijdt;
elektrische systemen worden dan afge-
schakeld en mogelijk zult u zo de macht
over het stuur verliezen of een ongeval
veroorzaken. Zorg altijd dat de machine
stilstaat voordat u de sleutel naar “OFF”of naar “LOCK” draait.
DAU10940
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en het parkeerlicht
branden. De alarmverlichting en richtin-
gaanwijzers kunnen worden ingeschakeld,
maar alle andere elektrische systemen zijn
uit. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “” te kunnen draaien.
LET OP:
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-den raken.
DAU11002
Controle- en 
waarschuwingslampjes 
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers 
“”
2. Vrijstandcontrolelampje “”
3. Controlelampje grootlicht “”
4. Controlelampje rechter richtingaanwijzers 
“”
5. Controlelampje brandstofniveau “”
6. Waarschuwingslampje olieniveau “”
7. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempera-
tuur “”
8. Controlelampje schakelmoment
9. Waarschuwingslampje motorstoring “”
10.Controlelampje startblokkering “”
U5VYD1D0.book  Page 3  Tuesday, September 7, 2004  12:50 PM 
Page 27 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU12330
Antidiefstal-alarmsysteem 
(optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
DAU12343
Stuurschakelaars Links
Rechts
DAU12370
Lichtsignaalschakelaar “PASS” 
Druk deze schakelaar in om met de koplam-
pen een lichtsignaal te geven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “/” 
Zet deze schakelaar op “” voor grootlicht
en op “” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “/” 
Druk deze schakelaar naar “” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “” 
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “/” 
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “”. Zet deze schakelaar op “” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
1. Lichtsignaalschakelaar “PA S S”
2. Dimlichtschakelaar “/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
4. Claxonschakelaar “”
5. Schakelaar alarmverlichting “”
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Startknop “”
U5VYD1D0.book  Page 13  Tuesday, September 7, 2004  12:50 PM 
Page 28 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU12710
Startknop “” 
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU12731
Schakelaar alarmverlichting “” 
Met de sleutel in de stand “ON” of “” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP:
DCA10060
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accuontladen raken.
DAU12820
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-24.)
DAU12870
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 6-
traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
U5VYD1D0.book  Page 14  Tuesday, September 7, 2004  12:50 PM 
Page 99 of 102

INDEX
AAandrijfketting, smeren ......................... 6-24
Accu...................................................... 6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-27
Achterlicht/remlicht unit ........................ 6-34
Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-21
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ......... 3-13BBagageriembevestiging ........................ 3-23
Banden ................................................. 6-17
Bougies, controleren............................... 6-7
Brandstof .............................................. 3-16
Brandstofverbruik, tips voor een 
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-13
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje schakelmoment ............. 3-7
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering ............... 3-7
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ............................... 3-13EEXUP-systeem ..................................... 3-23GGasgreep en gaskabel, controleren en 
smeren ............................................... 6-25
Gereedschapsset ................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting, 
vervangen........................................... 6-35Gloeilamp richtingaanwijzer, 
vervangen ........................................... 6-35
HHelmbevestiging.................................... 3-19IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-25
Klepspeling............................................ 6-17
Koelvloeistof .......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-32
Koppelingshendel.................................. 3-14
Koppelingshendel, vrije slag afstellen ... 6-20LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-13
Locaties van onderdelen ......................... 2-1
Luchtfilterelement, vervangen ............... 6-14MModelinformatiesticker ............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 6-8
Multifunctioneel display ........................... 3-8NNoodstopschakelaar ............................. 3-13OOndersteunen van de motorfiets ........... 6-37PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-6
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-36
Parkeren..................................................5-4
Periodiek smeer- en 
onderhoudsschema .............................. 6-2
Problemen oplossen .............................6-40
RRem- en koppelingshendels, 
controleren en smeren........................ 6-26
Remhendel ........................................... 3-15
Rempedaal ........................................... 3-15
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-22
Remvloeistof, verversen ....................... 6-23
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-13SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-14
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-14
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-21
Sleutelnummer........................................ 9-1
Spanning aandrijfketting ....................... 6-23
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-14
Startspersysteem .................................. 3-24
Stationair toerental................................ 6-16
Storingzoekschema’s............................ 6-41
Stuurschakelaars .................................. 3-13
Stuursysteem, controleren .................... 6-28TTankbeluchtingsslang/overloopslang.... 3-17
Tankdop ................................................ 3-15UUitlaatkatalysator .................................. 3-17VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
U5VYD1D0.book  Page 1  Tuesday, September 7, 2004  12:50 PM