sensor YAMAHA YZF-R1 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2019, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2019Pages: 118, PDF Size: 9.53 MB
Page 16 of 118

3-1
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Speciale kenmerken
DAU85760
YRC (Yamaha Ride Control)Yamaha Ride Control is een systeem dat
gebruikmaakt van vers chillende sensoren
en regeleenheden om een verbeterde rijer-
varing mogelijk te maken. De machine regi-
streert krachten in langsrichting (voor/
achter), dwarsrichting (links/rechts) en verti-
cale richting (omhoog/omlaag) en kan hier-
op reageren. Ook de leunhoek en
G-krachten worden gedetecteerd. Deze in-
formatie wordt meerdere malen per secon-
de verwerkt en indien nodig worden de
gerelateerde fysieke systemen automatisch
bijgesteld. De volgende functies zijn afzon-
derlijke YRC-items die kunnen worden in- of
uitgeschakeld of ingesteld naargelang de
wensen van de bestuurder en de rijomstan-
digheden. Zie pagina 4-10 en 4-15 voor
meer informatie over instellingen.
WAARSCHUWING
DWA18221
Het Yamaha Ride Control (YRC)-sy-
steem vormt geen vervanging voor het
gebruik van de juiste rijtechnieken of de
ervaring van de bestuurder. Het systeem
kan geen controleverlies voorkomen dat
wordt veroorzaakt door fouten van de
bestuurder zoals sneller rijden dan de
weg- en verkeersomstandigheden toe-
staan, inclusief verlies van grip door een te hoge snelheid bij het ingaan van
bochten en hard optrekken bij een
scherpe leunhoek of tijdens het rem-
men. Ook kan het systeem wegslippen
of omhoogkomen van het voorwiel niet
voorkomen. Rijd zoals bij elke motorfiets
binnen uw mogelijkheden, houd reke-
ning met de omgevingsomstandigheden
en pas uw rijgedrag aan deze omstan-
digheden aan. Zorg dat u grondig ver-
trouwd raakt met de manier waarop de
motorfiets reageert bij diverse YRC-in-
stellingen alvorens moeilijkere manoeu-
vres te proberen.
PWR
Het vermogensafgiftemodussysteem be-
staat uit vier verschillende kenvelden voor
regeling van de gasklepopening in relatie tot
de gasgreepbediening. Hierdoor kunt u kie-
zen uit diverse modi naargelang uw voor-
keuren en de rijomgeving.
TCS
De tractieregeling helpt bij het behouden
van grip bij het opt
rekken. Wanneer senso-
ren detecteren dat het achterwiel begint te
slippen (ongecontroleerde slip), grijpt de
tractieregeling in door het motorvermogen
te reguleren totdat de grip is hersteld. Het
controlelampje tractieregeling knippert om
de bestuurder te laten weten dat de tractie-
regeling is ingeschakeld.
De werking van de tractieregeling wordt au-
tomatisch aangepast op basis van de leun-
hoek van de machine. Om een maximale
1. PWR 1
2. PWR 2
3. PWR 3
4. PWR 4
5. Gasklepopening
6. Bediening gasgreep
5
64
3 2
1
BX4-9-D2.book 1 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 18 of 118

Speciale kenmerken
3-3
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
QSS
Het snelschakelsysteem maakt elektro-
nisch ondersteund schakelen zonder kop-
pelingshendel mogelijk. Als de sensor op de
schakelstang de juiste beweging van het
schakelpedaal waarneemt, wordt het mo-
torvermogen kortstondig aangepast om
schakelen mogelijk te maken.
QSS werkt niet als de koppelingshendel
wordt ingetrokken, normaal schakelen is
dus ook mogelijk als QSS is ingeschakeld.
Controleer de QS-indicator voor actuele
statusinformatie en voor informatie over het
gebruik.
Opschakelomstandigheden
Rijsnelheid ten minste 20 km/h (12 mi/h)
Motortoerental ten minste 2200 tpm
Optrekken (gasklep open)
Terugschakelomstandigheden
Rijsnelheid ten minste 20 km/h (12 mi/h)
Motortoerental ten minste 2000 tpm
Motortoerental ver genoeg verwijderd
van de rode zone
Afremmen en gasklep gesloten
OPMERKING
QS en QS kunnen individueel
worden ingesteld.
Schakelen naar of uit de vrijstand moetgebeuren met de koppelingshendel.
LIF
Het anti-liftsysteem vermindert de snelheid
waarmee het voorwiel van de grond komt bij
extreme acceleratie, zoals bij het wegrijden
of optrekken uit de bocht. Als voorwiellift
wordt gedetecteerd, wordt het motorvermo-
gen geregeld om de voorwiellift te vertragen
met behoud van een goede acceleratie.
DAU85770
WoordenlijstABS - Anti-Lock Brake System (anti-blok-
keervoorziening remsysteem)
ABS ECU - Anti-lock Brake System Electro-
nic Control Unit (elektronische regeleenheid
anti-blokkeervoorziening remsysteem)
ECU - Engine Control Unit (motorregeleen-
heid)
IMU - Inertial Measurement Unit (inertiële
meeteenheid)
LCS - Launch Control System (launch-con-
trolsysteem)
LIF - Lift Control Syst em (anti-liftsysteem)
PWR - Power delivery mode (vermogensaf-
giftemodus)
QS - Quick Shift (Snel schakelen)
QSS - Quick Shift Syst em (snelschakelsy-
steem)
SC - Stability Control (stabiliteitsregeling)
SCS - Slide Control System (anti-uitbreek-
regeling)
TCS - Traction Control System (tractierege-
ling)
UBS - Unified Brake System (gekoppeld
remsysteem)
YRC - Yamaha Ride Control (rijregelsy-
steem)
QSS-gebruik Indica-
tor Situatie
Opschakelen
OK Optrekken
Terugschakelen
OK Afremmen
QSS kan niet
worden gebruikt Gestopt
QSS
uitgeschakeld Uitgeschakeld
BX4-9-D2.book 3 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 39 of 118

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-20
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
5. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten.
“Wallpaper”
Met deze module kunt u voor de STREET
MODE en TRACK MODE de achtergrond-
kleuren van de weergave afzonderlijk instel-
len op zwart of wit, voor zowel dag- als
nacht-instellingen. Een fotosensor op het
instrumentenpaneel detecteert de lichtom-
standigheden en wijzigt automatisch de
weergave van dag- naar nachtinstelling. De
fotosensor controleer t ook een subtiele, au-
tomatische heldherheidsaanpassing binnen
de dag- en nachtmodi als aanpassing op
het omgevingslicht. Achtergrond instellen
1. Selecteer “Wallpaper” op het scherm
MENU.
2. Selecteer de modus die u wilt aanpas- sen (selecteer DAY voor de weerga-
ve-instellingen voor overdag of NIGHT
voor de weergave-instellingen bij
nacht). 3. Selecteer de achtergrondkleur (selec-
teer BLACK voor een zwarte achter-
grond of WHITE voor een witte
achtergrond).
4. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten.
5. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om
een andere achtergrondkleur in te stel-
len of selecteer het driehoeksymbool
om deze module af te sluiten.
km/L or L/100km km/Lkm or mile km
Unit
km/h
GPGPS
12:
00
1. Lichtsensor
1
GP GPS
TRACK MODE (day)
STREET MODE (night)
TRACK MODE (night) Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
12 :
00
WHITEBLACK
Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
GP GPS
12 :
00
GP GPS
TRACK MODE (day)
STREET MODE (night)
TRACK MODE (night) Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
12 :
00
BX4-9-D2.book 20 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 46 of 118

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-27
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
6. Druk opnieuw kort op de wielschake- laar om af te sluiten en terug te gaan
naar het scherm MENU.
“All Reset”
Deze module stelt, behalve de kilometertel-
ler en de klok, alles terug naar de stan-
daard- of fabrieksinstelling.
Selecteer YES om alle items terug te stel-
len. Nadat YES is geselecteerd worden alle
items teruggesteld en keert de weergave
automatisch terug naar het scherm MENU.
DAU12822
KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 4-41.)
DAU83690
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het schakel-
pedaal omhoog om te schakelen naar een
hogere versnelling. Beweeg het schakelpe-
daal omlaag om te schakelen naar een la-
gere versnelling. (Zie pagina 6-2.)
De schakelstang is voorzien van een scha-
kelsensor, die deel uitmaakt van het snel-
schakelsysteem. De schakelsensor
detecteert bewegingen omhoog en omlaag
en de kracht waarmee het schakelpedaal
wordt bediend.OPMERKINGOm onbedoelde schakelacties te voorko-
men, is QSS geprogrammeerd om onduide-
Clock
km/h
12 :
00
12 :
58
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
2. Schakelsensor
1
2
BX4-9-D2.book 27 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 48 of 118

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-29
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU12944
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU67041
RemsysteemDit model is voorzien van een geïntegreerd
antiblokkeerremsysteem (ABS) en een vari-
abel gekoppeld remsysteem (UBS).
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pulsatie worden ge-
voeld in de remhendel of het rempedaal. Ga
in dat geval door met remmen en laat het
ABS-systeem het werk doen. Ga niet “pom-
pend” remmen, dit vermindert de remeffec-
tiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonderABS-systeem.
De hydraulische regeleenheid van het ABS
en UBS wordt bewaakt door de ABS-ECU,
die het systeem bij een storing terugzet
naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS voert een zelfdiagnose uit
wanneer de machine wordt gestart en
een snelheid bereikt van 10 km/h (6
mi/h). Tijdens deze test kan de hydrau-
lische regeleenheid een “klikgeluid”
maken en kan een trilling worden ge-
voeld in de remhendel of het rempe-
daal. Dit is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meernaar behoren werken.
1. Rempedaal
1
BX4-9-D2.book 29 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 49 of 118

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-30
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Het variabele UBS stuurt bij bediening van
de remhendel een overeenkomende rem-
druk naar de voorrem en een variabele rem-
druk naar de achterrem. De mate van
bekrachtiging van de achterrem is afhanke- lijk van de rijpositie en leunhoek van de ma-
chine. Als alleen het rempedaal wordt
bediend, wordt er geen remdruk naar de
voorrem gestuurd.
Voor maximale remprestaties dient u gelijk-
tijdig zowel de remhendel in te knijpen als
het rempedaal in te drukken.
Wanneer gelijktijdig zowel de remhendel als
het rempedaal worden bediend, regelt het
UBS de verdeling van de remkracht tussen
de twee wielen.
OPMERKING
Het UBS functioneert pas wanneer de
machine in beweging komt.
Na het tot stilstand komen door middel
van het inknijpen van de remhendel is
het UBS nog steeds actief. Verder in-
knijpen van de remhendel leidt niet tot
een grotere remkracht van de achter-
rem, dus bekrachtig de achterrem als
meer remkracht vereist is (zoals bij
parkeren op een helling).
Het UBS wordt gedeactiveerd nadat
de remhendel wordt losgelaten.
Als de machine in beweging komt,wordt het UBS weer geactiveerd.
DAU13076
TankdopOpenen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdopDuw de brandstoftankdop omlaag terwijl de
sleutel nog in het slot zit. Draai de sleutel 1/4
slag linksom, neem de sleutel uit en sluit dan
het slotplaatje.OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor
2
12
1
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1
2
BX4-9-D2.book 30 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 113 of 118

Gebruikersinformatie
10-2
1
2
3
4
5
6
7
8
91011
12
DAU26521
Modelinformatiesticker
De modelinformatiesticker is onder het duo-
zadel bevestigd aan het frame. (Zie
pagina 4-34.) Noteer de informatie op deze
sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze
informatie is nodig om reserve-onderdelen
te bestellen bij een Yamaha dealer.
DAU69910
DiagnosestekkerDe diagnosestekker bevindt zich op de aan-
gegeven plaats.
DAU85300
Registratie van
voertuiggegevensDe ECU van dit model slaat bepaalde voer-
tuiggegevens op voor ondersteuning bij de
storingsdiagnose en ten behoeve van on-
derzoek, ontwikkeling en statistische analy-
se.
Hoewel de sensors en geregistreerde gege-
vens van model tot model verschillen, zijn
de belangrijkste gegevenspunten:
Informatie over de voertuigstatus en
motorprestaties
Informatie over brandstofinspuiting en
emissie
Deze gegevens worden alleen geüpload
wanneer een speciaal diagnosegereed-
schap van Yamaha op de machine wordt
aangesloten, bijvoorbeeld bij de uitvoering
van controles of onderhoudsprocedures.
Geüploade voertuiggegevens worden op
passende wijze behandeld in overeenstem-
ming met het volgende Privacybeleid.
Privacybeleid
Yamaha deelt deze gegevens niet met an-
dere partijen, met uitzondering van de on-
derstaande gevallen. Daarnaast kan
1. Modelinformatiesticker
1
1. Diagnosestekker
1
https://www.yamaha-motor.eu/nl/
privacy/privacy-policy.aspx
BX4-9-D2.book 2 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分