display YAMAHA YZF-R125 2011 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: YZF-R125, Model: YAMAHA YZF-R125 2011Pages: 86, PDF Size: 2.73 MB
Page 6 of 86
INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-1
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-2
Toerenteller ....................................3-3
Multifunctioneel display ..................3-3
Stuurschakelaars ............................3-5
Koppelingshendel ...........................3-6
Schakelpedaal ................................3-6
Remhendel .....................................3-6
Rempedaal .....................................3-7
Tankdop ..........................................3-7
Brandstof ........................................3-8
Uitlaatkatalysatoren ........................3-9
Bestuurderszadel ..........................3-10
Zijstandaard ..................................3-10
Startspersysteem ..........................3-11VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN................................ 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek onderhoudsschema voor
het uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-4
De stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ........ 6-8
Bougie controleren ....................... 6-10
Motorolie en oliefilterelement ....... 6-11
Koelvloeistof ................................. 6-14
Vervangen van het
luchtfilterelement en reinigen
van de aftapslang ..................... 6-15
Afstellen van het stationair
toerental .................................... 6-16
Vrije slag van de gaskabel
afstellen .................................... 6-16Klepspeling .................................. 6-17
Banden ........................................ 6-17
Gietwielen .................................... 6-20
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen .................................... 6-20
Vrije slag van voorremhendel
controleren ............................... 6-21
Vrije slag van rempedaal
afstellen .................................... 6-21
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-22
Controleren van
remvloeistofniveau ................... 6-22
Remvloeistof verversen ............... 6-23
Spanning aandrijfketting .............. 6-24
Aandrijfketting reinigen en
smeren ..................................... 6-25
Kabels controleren en smeren ..... 6-26
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-26
Controleren en smeren van
rem- en schakelpedalen ........... 6-26
Controleren en smeren van
rem- en koppelingshendels ...... 6-27
Zijstandaard controleren en
smeren ..................................... 6-28
De achterbrugscharnierpunten
smeren ..................................... 6-28
Voorvork controleren ................... 6-28
Stuursysteem controleren ............ 6-29
Controleren van wiellagers .......... 6-29U5D7D1D0.book Page 1 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
Page 14 of 86
BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1. Koppelingshendel (pagina 3-6)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-5)
3. Multifunctioneel display (pagina 3-3)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
5. Toerenteller (pagina 3-3)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-5)
7. Gasgreep (pagina 6-16)
8. Remhendel (pagina 3-6)U5D7D1D0.book Page 3 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
Page 17 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-38 nadere instructies ver-
meld.
DAUT1934
Waarschuwingslampje
motorstoring“”
Dit waarschuwingslampje begint te knippe-
ren of blijft branden wanneer een elektrisch
systeem dat de motorwerking controleert,
defect is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschuwings-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU11872
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal toe-
ren per minuut en keert daarna weer terug
naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.LET OP
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 10000 tpm en hoger
DAUM2303
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op een
ongeval.Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1. Multifunctioneel display
2.“RESET/SELECT”-toets
U5D7D1D0.book Page 3 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
Page 18 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brand-
stofreserve aanging)
een brandstofniveaumeter
OPMERKIN
G
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “RESET/SE-
LECT”-toets gebruikt.
Alleen voor Groot-Brittannië: Om te
wisselen tussen de kilometer- en mij-
lenweergave van de snelheidsmeter
en de kilometerteller/ritteller houdt u
de toets “RESET/SELECT” minstens
acht seconden ingedrukt.
Kilometerteller- en rittellermodus
Door kort (minder dan een seconde) indruk-
ken van de toets “RESET/SELECT” wisselt
het display tussen de kilometertellermodus
“ODO” en de rittellermodi “TRIP 1” en “TRIP
2”, in de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO
Als nog ca. 1.6 L (0.42 US gal, 0.35 Imp.gal)
brandstof in de tank aanwezig is, wisselt het
display automatisch naar de brandstofre-
serve-rittellermodus “F-TRIP” en wordt deafgelegde afstand vanaf dat punt aangege-
ven. Daarnaast gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen. In
dat geval wordt door het indrukken van de
toets “RESET/SELECT” gewisseld tussen
de diverse weergaven van de ritteller en ki-
lometerteller, in de onderstaande volgorde:
F-TRIP → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO → F-
TRIP
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door kort (minder dan een
seconde) op de toets “RESET/SELECT” te
drukken en de toets vervolgens gedurende
drie seconden ingedrukt te houden terwijl
de geselecteerde ritteller knippert. Wanneer
u de brandstofreserve-ritteller niet zelf met
de hand op nul terugstelt, wordt deze auto-
matisch teruggesteld zodra na het tanken 5
km (3 mi) is gereden en verschijnt de vorige
weergavemodus weer.Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken.
1. Brandstofniveaumeter
U5D7D1D0.book Page 4 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
Page 82 of 86
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-25
Accu ...................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-28
Achterlicht/remlichtunit .......................... 6-32BBanden.................................................. 6-17
Bestuurderszadel .................................. 3-10
Bougie, controleren ............................... 6-10
Brandstof................................................. 3-8
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-5
Contactslot/stuurslot ............................... 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-2
Controlelampje grootlicht ........................ 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-2DDimlichtschakelaar .................................. 3-5GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-26
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-33
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-32IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-26
Klepspeling ........................................... 6-17
Koelvloeistof.......................................... 6-14Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-32
Koppelingshendel ................................... 3-6
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen .............................................. 6-20
LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-5
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen........................ 6-15MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Modelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterelement................ 6-11
Multifunctioneel display .......................... 3-3NNoodstopschakelaar ............................... 3-5OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-33PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-33
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-37RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 6-27
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren .......................................... 6-26
Remhendel ............................................. 3-6
Rempedaal ............................................. 3-7
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-22
Remvloeistof, verversen ....................... 6-23
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-5
SSchakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal......................................... 3-6
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ........... 6-4
Spanning aandrijfketting........................ 6-24
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ................................................. 3-5
Startspersysteem .................................. 3-11
Stationair toerental ................................ 6-16
Storingzoekschema’s ............................ 6-38
Stroomlijnpanelen en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .................. 6-8
Stuurschakelaars .................................... 3-5
Stuursysteem, controleren .................... 6-29TTankdop .................................................. 3-7
Toerenteller ............................................. 3-3UUitlaatkatalysatoren................................. 3-9VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren .......................................... 6-22
Voorremhendel, controleren van vrije
slag ..................................................... 6-21
Voorvork, controleren ............................ 6-28
Vrije slag gaskabel, afstellen................. 6-16
Vrije slag van rempedaal, afstellen ....... 6-21
Vrijstandcontrolelampje ........................... 3-2
U5D7D1D0.book Page 1 Friday, September 4, 2009 9:18 AM