ABS YAMAHA YZF-R125 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: YZF-R125, Model: YAMAHA YZF-R125 2016Pages: 96, PDF Size: 6.77 MB
Page 5 of 96
Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie........................1-1
Beschrijving.......................................2-1
Aanzicht linkerzijde..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten .........2-3
Werking van de
bedieningselementen en
instrumenten.....................................3-1
Contactslot/stuurslot.......................3-1
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes ...............................3-2
Multifunctionele meter.....................3-3
Stuurschakelaars...........................3-11
Koppelingshendel .........................3-12
Schakelpedaal...............................3-12
Remhendel ....................................3-13
Rempedaal ....................................3-13
ABS (voor modellen met ABS) ......3-14
Tankdop ........................................3-15
Brandstof.......................................3-15
Uitlaatkatalysator ..........................3-17
Bestuurderszadel ..........................3-17
Zijstandaard ..................................3-18
Startspersysteem ..........................3-19
Voor uw veiligheid – controles
voor het rijden...................................4-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie......................................5-1
De motor starten ............................5-2
Schakelen........................................5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik.........................5-4
Inrijperiode ......................................5-4
Parkeren ..........................................5-5
Periodiek onderhoud en
afstelling............................................6-1
Boordgereedschapsset ...................6-2
Periodiek onderhoudsschema van
het uitstootcontrolesysteem ........6-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema .....................6-4De stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ......... 6-7
Bougie controleren ......................... 6-9
Motorolie en oliefilterelement........ 6-11
Koelvloeistof ................................. 6-13
Vervangen van het
luchtfilterelement en reinigen
van de aftapslang ...................... 6-15
Stationair toerental controleren .... 6-15
Vrije slag van de gasgreep
afstellen ..................................... 6-16
Klepspeling ................................... 6-17
Banden.......................................... 6-17
Gietwielen ..................................... 6-20
Vrije slag van de
koppelingshendel afstellen ........ 6-20
Vrije slag van voorremhendel
controleren ................................ 6-21
Vrije slag van rempedaal
afstellen ..................................... 6-22
Remlichtschakelaars .................... 6-22
Controleren van voor- en
achterremblokken...................... 6-23
Controleren van
remvloeistofniveau .................... 6-24
Remvloeistof verversen ................ 6-25
Spanning aandrijfketting ............... 6-25
Aandrijfketting reinigen en
smeren....................................... 6-27
Kabels controleren en smeren ...... 6-27
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-28
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren .............. 6-28
Rempedaal controleren en
smeren....................................... 6-29
Zijstandaard controleren en
smeren....................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten
smeren....................................... 6-30
Voorvork controleren .................... 6-30
Stuursysteem controleren............. 6-31
Controleren van wiellagers ........... 6-31
Accu .............................................. 6-32
De zekeringen vervangen ............. 6-33
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-35
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 6 of 96
Inhoudsopgave
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen.................................. 6-35
Achterlicht/remlichtunit ................ 6-36
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen.................................. 6-36
De gloeilamp van de
kentekenverlichting
vervangen.................................. 6-37
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-37
Voorwiel
(voor modellen zonder ABS) ..... 6-38
Achterwiel
(voor modellen zonder ABS) ..... 6-39
Problemen oplossen..................... 6-41
Storingzoekschema’s ................... 6-42
Verzorging en stalling van de
motorfiets......................................... 7-1
Matkleur, let op............................... 7-1
Verzorging ...................................... 7-1
Stalling ............................................ 7-4
Specificaties..................................... 8-1
Gebruikersinformatie....................... 9-1
Identificatienummers ...................... 9-1
Index................................................ 10-1
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 12 of 96
Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
234
5 761
1. Accu (pagina 6-32)
2. Boordgereedschapsset (voor ABS-modellen) (pagina 6-2)
3. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
4. Zekeringenkastje (pagina 6-33)
5. Schakelpedaal (pagina 3-12)
6. Olieaftapplug (pagina 6-11)
7. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-13)
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 16 of 96
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-2
3
DAU49398
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11022Controlelampje
richtingaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11341Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal). Vul in dat
geval zo snel mogelijk brandstof bij.Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan volgens de volgende pro-
cedure worden gecontroleerd.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet
gaat branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
DAUT1936Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje begint te knippe-
ren of blijft branden wanneer een elektrisch
systeem dat de motorwerking controleert,
defect is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te contro-
leren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU58530ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor
modellen met ABS)
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
1. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Waarschuwingslampje hoge toeren
5. Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor mo-
dellen met ABS)
Lo
Hi
1/2
x1000r/min
ZAUM1316SELECTRESET
km/L/100kmMPGkm/h
MPH
ODOFTRIP12OILOIL
1235467
ABS
ABS
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 17 of 96
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-3
3
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAUM3440Waarschuwingslampje hoge toeren
Dit waarschuwingslampje gaat bij 9500
tpm knipperen om u te waarschuwen dat
het motortoerental de hogetoerenzone
heeft bereikt. Zodra het motortoerental
10000 tpm bereikt, gaat dit lampje branden
om u te waarschuwen dat u moet opscha-
kelen om motorschade te voorkomen.
Om het waarschuwingslampje hoge toeren
te activeren of deactiveren houdt u de “IN-
FO”-toets ingedrukt, draait u de sleutel
naar “ON” en drukt u op de “SELECT”-
toets wanneer het waarschuwingslampje
hoge toeren begint te knipperen.
OPMERKING
Bij het activeren of deactiveren van het
waarschuwingslampje zal het lampje na het
branden om aan te geven dat de functie is
geactiveerd of uitgaan om aan te geven dat
de functie is gedeactiveerd.
DAUM3422
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
1. Schakelaar “INFO”
2. “RESET”-toets
3. “SELECT”-toets
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Toerenteller
3. Brandstofniveaumeter
4. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
5. Klok
6. Weergave foutcode
7. Snelheidsmeter
8. Multifunctioneel display
Lo1/2ODO
ZAUM1299
SELECTRESET
INFO
km/L/100kmMPGkm/h
MPH
ODOFTRIPx1000r/minOILOIL
23
1
Lo
Hi
1/2
x1000r/min
ZAUM1300
km/h
ODOOIL
123
45678
U5D7D6D0.book Page 3 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 25 of 96
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-11
3
DAU1234H
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU12381Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om met de kop-
lampen een lichtsignaal te geven.
DAU12401Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
D r u k de z e s ch ak el aa r na ar “ ” o m afs l a an
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aante geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12713Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-2 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU44712Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje (al-
leen voor model met ABS) kan gaan
branden als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid en de startknop wordt ingedrukt. Dit
wijst echter niet op een storing.
DAUM3451Informatieschakelaar “INFO”
Deze schakelaar wordt gebruikt voor het
maken van selecties in het functiedisplay
van de multifunctionele meter en om het
waarschuwingslampje hoge toeren te acti-
veren of deactiveren. (Zie pagina 3-3 voor
informatie over de multifunctionele meter
en pagina 3-3 voor informatie over het
waarschuwingslampje hoge toeren van de
toerenteller.)
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Startknop “ ”
3. Schakelaar “INFO”
ZAUM1162
ZAUM1163
13
2I
NFO
U5D7D6D0.book Page 11 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 28 of 96
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-14
3
DAU60021
ABS (voor modellen met ABS)
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel ofhet rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor
ZAUM1227
1
2
ZAUM1228
1
2
U5D7D6D0.book Page 14 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 38 of 96
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
5
DAUM3530
De motor starten
Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-19 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Vrijstandcontrolelampje
Controlelampje richtingaanwij-
zers
Controlelampje grootlicht
Waarschuwingslampje motor-
storing
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje hoge toe-
ren
LET OP
DCA11834
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat branden wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, of
wanneer een waarschuwings- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pagina 3-2
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of contro-
lelampje.
Voor modellen met ABS:
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 3-2
voor een controle van het circuit van het
waarschuwingslampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 10
seconden achtereen draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 43 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-2
6
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
DAU17362
Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het bestuurderszadel. (Zie pagina
3-17.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Boordgereedschapsset (voor ABS-model-
len)
2. Boordgereedschapsset
ZAUM12322
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 63 of 96
Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
6
DAUM1355
Vrije slag van rempedaal afstel-
len
Meet de vrije slag van het rempedaal zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van het rempedaal
regelmatig en laat deze indien nodig door
een Yamaha dealer afstellen.
WAARSCHUWING
DWAM1031
Als de vrije slag van het rempedaal niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy-
steem vóór gebruik van de motorfiets
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
DAUM3541
Remlichtschakelaars
Voor modellen met ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer.
Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden.
Voor modellen zonder ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Laat de remlichtschakelaars indien nodig
door een Yamaha dealer controleren.
1. Vrije slag rempedaal
Vrije slag rempedaal:
3.5–4.5 mm (0.14–0.18 in)
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
ZAUM1230
2
(a)(b)
U5D7D6D0.book Page 22 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM