ABS YAMAHA YZF-R1M 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: YZF-R1M, Model: YAMAHA YZF-R1M 2016Pages: 126, PDF Size: 9.24 MB
Page 18 of 126
Speciale kenmerken
3-3
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
QSS
Het snelschakelsyst eem maakt bij volgas
elektronisch ondersteund opschakelen zon-
der koppelingshendel mogelijk. Als de
schakelaar op de schakelhendelstang be-
weging van de schakelhendel waarneemt,
wordt het motorvermogen aangepast en
wordt het aandrijfkoppel kortstondig ver-
laagd om schakelen mogelijk te maken.OPMERKING
QSS werkt bij snelheden van minimaal
20 km/h met een motortoerental van
2000 tpm of hoger en alleen bij optrek-
ken.
QSS werkt niet als de koppelingshen-del wordt ingetrokken.
LIF
Het anti-liftsysteem vermindert de snelheid
waarmee het voorwiel van de grond komt bij
extreme acceleratie, zoals bij het wegrijden
of optrekken uit de bocht. Als voorwiellift
wordt gedetecteerd, wo rdt het motorvermo-
gen geregeld om de voorwiellift te vertragen
met behoud van een goede acceleratie.
ERS (YZF-R1M)
De ERS (Electronic Racing Suspension)
van Öhlins is voorzien van elektronisch ge-
regelde veerdemping. Het systeem wordt geregeld door de SCU, wat onafhankelijke
afstelling van de ingaande en uitgaande
demping van zowel de voor- als achterve-
ring mogelijk maakt. Er zijn twee modi, au-
tomatisch en handmatig. De automatische
modus biedt een actief
veersysteem dat ac-
tief de dempingskrachten aanpast op basis
van de rijomstandigheden. De handmatige
modus biedt een nauwkeurig afstelbaar
conventioneel veersysteem.
DAU66311
WoordenlijstABS - Anti-Lock Braking System (anti-blok-
keervoorziening remsysteem)
ABS ECU - Anti-lock Brake System Electro-
nic Control Unit (elektronische regeleenheid
anti-blokkeervoorziening remsysteem)
CCU - Communication Control Unit (com-
municatieregeleenheid)
ECU - Engine Control Unit (motorregeleen-
heid)
ERS - Electronic Racing Suspension (elek-
tronisch veersysteem)
GPS - Global Positioning System (satelliet-
plaatsbepalingssysteem)
IMU - Inertial Measurement Unit (inertiële
meeteenheid)
LCS - Launch Control System (launch-con-
trolsysteem)
LIF - Lift Control Syst em (anti-liftsysteem)
PWR - Power delivery mode (vermogensaf-
giftemodus)
QSS - Quick Shift Syst em (snelschakelsy-
steem)
SC - Stability Control (stabiliteitsregeling)
SCS - Slide Control System (anti-uitbreek-
regeling)
SCU - Suspension Control Unit (regeleen-
heid vering)
TCS - Traction Control System (tractierege-
ling)
2CR-F8199-D1.book 3 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 24 of 126
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-4
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU66091
Schakelaar Pass/LAP “ /LAP”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplampen en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.
DAU66020
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU66040
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66060
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-1 voor star
tinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine omslaat of als de
gaskabel blijft hangen.
DAU67360
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en systemen en het ABS-waarschu-
wingslampje kunnen gaan branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en de
startknop wordt ingedru kt. Dit wijst echter
niet op een storing.
DAU66010
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu- rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-
den.
DAU66111
Modus-schakelaar “MODE”
Gebruik de modusschakelaar om de
YRC-modus te wijzigen of om de PWR-,
TCS- en SCS-instellingen te wijzigen in het
hoofdscherm. Deze schakelaar bestaat uit
drie toetsen.
Toets omhoog
- druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verhogen.
Middelste toets - druk op deze toets om
van links naar rechts door de MODE-,
PWR-, TCS- en SCS-items te bladeren.
Toets omlaag - druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verlagen.OPMERKING
De middelste toets wordt ook gebruikt
voor activering van het launch-control-
systeem. Houd de middelste toets in-
gedrukt wanneer het LCS-pictogram
grijs is. Het LCS-pictogram gaat knip-
peren en wordt wit wanneer het sy-
steem is geactiveerd.
De tractieregeling kan alleen worden
uitgeschakeld vanuit het hoofdscherm.
Selecteer TCS met de middelste toets
en houd vervolgens de toets omhoog
2CR-F8199-D1.book 4 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 25 of 126
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-5
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
ingedrukt totdat TCS OFF wordt weer-
gegeven. Gebruik de toets omlaag om
de tractieregeling weer in te schake-
len.
Als het TCS wordt uitgeschakeld, wor-
den het SCS-, LCS- en LIF-systeem
ook uitgeschakeld voor alle YRC-mo-
di.
Zie “YRC Setting” op pagina 4-15 voor
meer informatie over het aanpassen
van YRC-modi en de instelniveausvan YRC-items.
DAU66100
Wielschakelaar “ ”
Wanneer het hoofdscherm is ingesteld op
STREET MODE, gebruik dan de wielscha-
kelaar om te schuiven en de items op de in-
formatieweergave terug te stellen.
Wanneer het hoofdscherm is ingesteld op
TRACK MODE, gebruik dan de wielschake-
laar om te schuiven en de items op de infor-
matieweergave terug te stellen en de
rondetimer te activeren.
Wanneer de weergave is gewijzigd naar het
scherm MENU, gebruik dan de wielschake-
laar om naar de instellingsmodulen te navi-
geren en instellingen te wijzigen.
Bedien de wielschakelaar als volgt.
Omhoogdraaien - draai het wiel omhoog
om naar boven/naar links te schuiven of een instellingswaarde te verhogen.
Omlaagdraaien
- draai het wiel omlaag om
naar beneden/naar rechts te schuiven of
een instellingswaarde te verlagen.
Kort indrukken - druk de schakelaar kort in
om te selecteren en te bevestigen.
Lang indrukken - druk de schakelaar een
seconde in om een item op een informatie-
weergave terug te stellen of om het scherm
MENU te openen of af te sluiten.
OPMERKING
Zie pagina 4-8 voor meer informatie
over het hoofdscherm en de bijbeho-
rende functies.
Zie pagina 4-14 voor meer informatie
over het scherm MENU en de wijze
waarop instellingswijzigingen kunnenworden aangebracht.
DAU49398
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Controlelampje stabiliteitsregeling “SC”
5. Controlelampje richtingaanwijzers “”
6. Controlelampje schakelmoment
7. Waarschuwingslampje brandstofniveau “”
8. ABS-waarschuwingslampje “ ”
9. Waarschuwingslampje motorstoring en systemen
10.Waarschuwingslampje oliedruk en koelvloeistoftemperatuur
11 09
2 3 4 56
7
8
ABS
2CR-F8199-D1.book 5 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 26 of 126
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-6
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU11022
Controlelampje richtingaanwijzers
“”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje br andt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU66890
Waarschuwingslampje brandstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje helemaal niet gaat branden, blijft branden na het bijvullen
van de brandstof of herhaaldelijk knippert,
laat de machine dan nakijken door een
Yamaha dealer.
DAU66501
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het waarschuwingslampje niet werkt zo-
als hierboven beschreven of tijdens het rij-
den gaat branden, werken het ABS- en
UBS-systeem mogelijk niet correct. Laat de
machine zo snel moge
lijk controleren door
een Yamaha dealer. (Zie “Remsysteem” op
pagina 4-31 voor uitleg over het ABS en
UBS.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, keert
het remsysteem terug naar conventio-
neel remmen. Als een van de boven-
staande gevallen zich voordoet, of als
het waarschuwingslamp je helemaal nietgaat branden, rij dan extra voorzichtig
om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAU67431
Controlelampje schakelmoment
Dit controlelampje kan zo worden ingesteld
dat het bij de gewenste motortoerentallen
aan- of uitgaat en wordt gebruikt om aan te
geven wanneer naar de volgende hogere
versnelling moet worden geschakeld. (Zie
pagina 4-23.)
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je kan worden gecontroleerd door de sleutel
naar ON te draaien. Het controlelampje
moet enkele seconden oplichten en dan uit-
gaan.
Als het controlelampje niet oplicht wanneer
u de sleutel naar ON draait of blijft branden,
laat dan het elektrisch circuit controleren
door een Yamaha dealer.
DAU66901
Controlelampje startblokkering “ ”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
ABS
2CR-F8199-D1.book 6 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 51 of 126
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-31
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGZie Remsysteem voor meer informatie
over de werking van het UBS- en ABS-sy-steem.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de hendel van de gasgreep
vandaan wordt gehouden. Controleer of het
correcte instelpunt op het stelwiel tegen-
over het “ ” merkteken op de remhendel
staat.
DAU12944
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU67041
RemsysteemDit model is voorzien van een geïntegreerd
antiblokkeerremsysteem (ABS) en een vari-
abel gekoppeld remsysteem (UBS).
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pu lsatie worden ge-
voeld in de remhendel of het rempedaal. Ga
in dat geval door met remmen en laat het
ABS-systeem het werk doen. Ga niet “pom-
pend” remmen, dit vermindert de remeffec-
tiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonderABS-systeem.
De hydraulische regeleenheid van het ABS
en UBS wordt bewaakt door de ABS-ECU,
die het systeem bij een storing terugzet
naar conventioneel remmen.
1. Rempedaal
1
2CR-F8199-D1.book 31 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 52 of 126
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-32
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKING
Het ABS voert een zelfdiagnose uit
wanneer de machine wordt gestart en
een snelheid bereikt van 10 km/h (6
mi/h). Tijdens deze test kan de hydrau-
lische regeleenheid een “klikgeluid”
maken en kan een trilling worden ge-
voeld in de remhendel of het rempe-
daal. Dit is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meernaar behoren werken.
Het variabele UBS stuurt bij bediening van
de remhendel een overeenkomende rem-
druk naar de voorrem en een variabele rem-
druk naar de achterrem. De mate van
bekrachtiging van de achterrem is afhanke-lijk van de rijpositie en leunhoek van de ma-
chine. Als alleen het rempedaal wordt
bediend, wordt er geen remdruk naar de
voorrem gestuurd.
Voor maximale remprestaties dient u gelijk-
tijdig zowel de remhendel in te knijpen als
het rempedaal in te drukken.
Wanneer gelijktijdig zowel de remhendel als
het rempedaal worden bediend, regelt het
UBS de verdeling van de remkracht tussen
de twee wielen.
OPMERKING
Het UBS functioneert pas wanneer de
machine in beweging komt.
Na het tot stilstand komen door middel
van het inknijpen van de remhendel is
het UBS nog steeds actief. Verder in-
knijpen van de remhendel leidt niet tot
een grotere remkra
cht van de achter-
rem, dus bekrachtig de achterrem als
meer remkracht vereist is (zoals bij
parkeren op een helling).
Het UBS wordt gedeactiveerd nadat
de remhendel wordt losgelaten.
Als de machine in beweging komt,wordt het UBS weer geactiveerd.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor
1
22
1
2CR-F8199-D1.book 32 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 71 of 126
6-1
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Gebruik en belangrijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU68220
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een traagheidsmeeteenheid (IMU) die
de motor laat afslaan wanneer de ma-
chine kantelt. In dit geval geeft het dis-
play foutcode 30 weer, maar dit is
geen storing. Draai de sleutel naar
“OFF” en vervolgens naar “ON” om de
foutcode te wissen. Als u dat niet doet
zal de motor niet starten, ondanks dat
de motor wordt aangezwengeld als u
op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-knop om de motor opnieuw te starten.
DAU67072
De motor startenDoor het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgekla pt. (Zie pagina
4-46.)
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje brandstof-
niveau
Controlelampje schakelmoment
Waarschuwingslampje motorsto-
ring en systemen
Controlelampje stabiliteitsregeling
Controlelampje startblokkering
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en aan blijven tot de machi-
ne een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
bereikt.
Het waarschuwingslampje oliedruk en
2CR-F8199-D1.book 1 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 107 of 126
Periodiek onderhoud en afstelling
7-32
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
Om de accu op te bergen 1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel
los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka- bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
DAU66592
Zekeringen vervangenDe hoofdzekering en ABS-motorzekering
bevinden zich onder het bestuurderszadel.
Om bij de ABS-motorzekering te komen1. Verwijder het duozadel en het bestuur- derszadel. (Zie pagina 4-36.)
2. Verwijder het paneel door de schroe- ven te verwijderen. 3. Verwijder de kap van het startmotorre-
lais door deze omhoog te trekken.
De zekeringenkastjes met de zekeringen
voor de afzonderlijke circuits bevinden zich
achter paneel A. (Zie pagina 7-8.)1. Hoofdzekering
2. Zekering ABS-motor
3. Kap van startmotorrelais
4. Reservezekering ABS-pompmotor1 2
4
3
1. Schroef
2. Paneel
1. Kap van startmotorrelais1
1
2
1
2CR-F8199-D1.book 32 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 108 of 126
Periodiek onderhoud en afstelling
7-33
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
1. Zekering alarmverlichtingssysteem
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Backup-zekering
5. Zekering motor hulpradiatorkoelvin
6. Zekering radiatorkoelvinmotor
7. Reservezekering
1
2
3
4
5
6 7
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. ABS ECU-zekering
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Koplampzekering
6. Aansluitzekering 1
7. Reservezekering
8. SCU-zekering (YZF-R1M)
1
23
45
6
7
8
7
2CR-F8199-D1.book 33 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 109 of 126
Periodiek onderhoud en afstelling
7-34
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU67121
VoertuigverlichtingDit model is volledig uitgerust met lampen
van het LED-type.
De koplampen, parkeerlichten, richtingaan-
wijzers, het achterlich t/remlicht en de kente-
kenverlichting zijn alle voorzien van LED’s.
Er zijn geen vervangbare gloeilampen.
Als een lampje niet gaat branden, contro-
leer dan de zekeringen en laat vervolgens
een Yamaha dealer de machine controle-
ren.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op dekoplamplens.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 50.0 A
Aansluitzekering 1:
2.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering rubradiatorkoelvin: 10.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Circuitzekering al armverlichtingssy-
steem:
7.5 A
Zekering ABS ECU: 7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 15.0 A
Zekering SCU:
7.5 A (YZF-R1M)
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A1. Parkeerlicht
2. Koplamp
12
1
2
2CR-F8199-D1.book 34 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分