ESP YAMAHA YZF-R3 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2019, Model line: YZF-R3, Model: YAMAHA YZF-R3 2019Pages: 96, PDF Size: 6.17 MB
Page 30 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-16
3OPMERKING
Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk.
Door loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de onder-
houdskosten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
DAU79161
Overloopslang brandstoftank
OPMERKING
Zie pagina 6-9 voor informatie over de be-
luchtingsslang.
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de over-
loopslang van de brandstoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Zorg dat de overloopslang van de
brandstoftank buiten het stroomlijn-
paneel is geplaatst.
E5E10
1. Overloopslang brandstoftank
2. Tankbeluchtingsslang
21
UB7PD0D0.book Page 16 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 40 of 96

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-2
4
Koppeling• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.6-20
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren.6-16,
6-27
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.6-27
Aandrijfketting• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.6-25,
6-26
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.6-17,
6-19
Rem- en schakelpeda-
len• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-28
Rem- en koppelings-
hendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-28
Zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-29
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlich-
ting, signaleringssy-
steem en schakelaars• Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.3-22 ITEM CONTROLES PAGINA
UB7PD0D0.book Page 2 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 46 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-2
6
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
DAU85230
Gereedschapsset
De gereedschapsset bevindt zich op de
aangegeven plaats.
De informatie in deze handleiding en het
gereedschap in de gereedschapsset zijn
bedoeld om u te ondersteunen bij het uit-
voeren van preventief onderhoud en kleine-
re reparaties. Voor de correcte uitvoering
van bepaalde onderhoudswerkzaamheden
is echter het gebruik van een momentsleu-
tel en ander gereedschap vereist.
OPMERKING
Laat werkzaamheden uitvoeren door een
Yamaha dealer als u niet beschikt over de
daarvoor vereiste gereedschappen of erva-
ring.
1. Gereedschapsset
2. O-ring
1
2
UB7PD0D0.book Page 2 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 55 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-11
6
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
OPMERKING
Plaats de nieuwe pakking zoals getoond.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje oliedruk uitgaan.
LET OP
DCA20860
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje oliedruk knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha-dealer, zelfs als het
olieniveau in orde is.
11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:
1.80 L (1.90 US qt, 1.58 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
2.10 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)
2
1
UB7PD0D0.book Page 11 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 69 of 96

Periodiek onderhoud en afstelling
6-25
6
DAU22762
Spanning aandrijfketting
De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU74253Aandrijfketting controleren op spanning
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.
OPMERKING
Bij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket-
ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting als volgt bij als deze niet correct
is. LET OP: Een onjuiste ket-
tingspanning leidt tot overbelasting
van de motor en andere essentiële
onderdelen van de machine en kan
resulteren in overslaan of breken
van de ketting. Houd om dit te voor-
komen de kettingspanning binnen
de gespecificeerde waarden.
[DCA10572]DAU62983
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.
1. Verwijder de afdekking van de ketting-
spanner en draai dan de asmoer en de
borgmoer aan weerszijden van de
achterbrug terug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelmoer aan beide zijden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de aandrijfketting losser door de
stelmoer aan beide zijden van de ach-
terbrug in de richting (b) te draaien en
dan het achterwiel naar voren te druk-
ken.
1. Spanning aandrijfketting
Spanning aandrijfketting:
35.0–45.0 mm (1.38–1.77 in)
1
1. Borgmoer
2. Afdekking kettingspanner
1. Stelmoer spanning aandrijfketting
1
2
1(a)
(b)
UB7PD0D0.book Page 25 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 86 of 96

Verzorging en stalling van de motorfiets
7-3
7
De kuipruit reinigen
Vermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig de kuipruit
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuip-
ruiten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten eveneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
Na reiniging
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit.
Reinig de remschijven en remvoe-
ringen indien nodig met een norma-
le remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmiddel.
Test de remwerking en het wegge-
drag van de machine in bochten
voordat u met hoge snelheden gaat
rijden.
LET OP
DCA10801
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
UB7PD0D0.book Page 3 Friday, September 14, 2018 2:05 PM